Kinderbescherming weer op de vingers getikt
De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) heeft onvoldoende zicht op de veiligheid van kinderen die op de wachtlijst staan voor hulp. „Maatregelen die zijn getroffen om dit te verbeteren, beperken de risico’s onvoldoende”, constateren de Inspectie Justitie en Veiligheid en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd.
Volgens de inspecties staan er inmiddels bijna 2800 kinderen op de wachtlijst bij de RvdK. Gemiddeld moeten zij dertig dagen wachten voordat ze geholpen worden. Maar volgens de norm mag dit niet langer dan tien dagen zijn.
De RvdK moet voortaan van de inspecties elke vier maanden een voortgangsrapportage inleveren over zijn verbeterplan en maatregelen om de wachtlijst te verkorten. „De inspecties willen dat er alles aan wordt gedaan om te voorkomen dat kinderen slachtoffer worden van de risicovolle situatie waarin zij verkeren.”
De RvdK houdt ook onvoldoende toezicht op het werk van de jeugdreclassering, aldus de inspecties verder: „De RvdK geeft voorrang aan andere taken. Hierdoor besteedt hij weinig tijd aan het toezicht op de jeugdreclassering zodat deze taak ondergeschoven raakt.”
De kinderrechter kan verplichte begeleiding opleggen om te proberen situatie en gedrag te verbeteren. De jeugdreclassering moet dit begeleiden en gang van zaken en resultaten vastleggen. „Het is de taak van de RvdK om alle rapportages te toetsen, maar dat gebeurt niet.”
„Medewerkers die dit werk uitvoeren, doen dat op verschillende wijze. Indien een rapportage niet aan de toetsingscriteria voldoet, grijpen de meesten niet in. Positieve noch negatieve uitkomsten van de toetsing worden teruggekoppeld aan de jeugdreclassering, de jongere en het Openbaar Ministerie (OM)”, zo luidt het oordeel. De inspecties bevelen de RvdK aan om deze toezichtstaak „zo in te vullen dat deze van meerwaarde is”.
De RvdK constateerde zelf in 2014 al dat deze toezichthoudende taak ondergeschoven raakte. De inspecties rekenen het de RvdK volgens eigen zeggen aan dat nog niets is verbeterd.