Binnenland

Toxicoloog: ophef Scoubidou–touwtjes overdreven

Toxicoloog A. Bast van de Universiteit van Maastricht verbaast zich over de ontstane ophef over de veiligheid van de populaire Scoubidou–touwtjes. Het is volgens hem wetenschappelijk niet vastgesteld dat je bij het likken of sabbelen aan deze touwtjes giftige weekmakers binnen krijgt. „Als je het niet opeet, is het niet schadelijk", aldus Bast donderdag.

ANP
29 July 2004 15:17Gewijzigd op 14 November 2020 01:28

Zelfs als je een stukje van deze touwtjes opeet, is het nog maar de vraag of je de weekmakers binnenkrijgt. „Het is omhuld door plastic en kan het lichaam verlaten zonder dat de stof uit het plastic is geweest." Een verbod op het kinderspeelgoed vindt hij overdreven. „We moeten veel beduchter zijn voor andere toxische stoffen in onze omgeving, die we van nature via onze voeding binnenkrijgen."

Weekmakers zijn er in verscheidene varianten, waarvan de soort ’ftalaten’ wordt gebruikt om plastic soepel te maken. Hoe meer ftalaten er in plastic zitten, hoe buigzamer het wordt. Ftalaten worden in veel toepassingen gebruikt. Behalve in kinderspeelgoed zit de stof bijvoorbeeld in regenkleding, regenlaarzen en douchegordijnen. Een infuus, dat erg buigzaam moet zijn, bestaat voor de helft uit weekmakers.

De hoeveelheden weekmakers die een gemiddeld mens naar binnen krijgt door in aanraking te komen met deze producten, is volgens Bast verwaarloosbaar klein. Bij iedereen komt de stof wel eens voor in het bloed. „Het lichaam van de mens weet er al weg mee. De stof wordt door het lichaam afgebroken." Door middel van een urinetest kan men vaststellen of iemand aan weekmakers blootgesteld is geweest.

De Europese Unie heeft in een richtlijn wel bepaald dat in al het speelgoed dat bedoeld is voor kinderen tot en met 3 jaar, geen ftalaten mogen zitten. „Dat is om elk risico uit te sluiten", aldus Bast. „Kinderen van die leeftijd sabbelen nou eenmaal graag op speelgoed."

Ftalaten zijn alleen schadelijk als je er immense doseringen van binnenkrijgt. De Europese Unie heeft een bovengrens gesteld van 37 microgram per kilo lichaamsgewicht. Die hoeveelheid mag een mens dagelijks binnenkrijgen. Bast: „Dat is een hele veilige grens." Pas bij meer dan honderd keer die hoeveelheid krijgen mensen mogelijk last van de giftige stof.

Uit testen met proefdieren is gebleken dat de chemische stof bij grote hoeveelheden lever, nieren en geslachtsorganen kan aantasten. Mensen merken de effecten niet acuut, maar de klachten kunnen zich later voordoen. Behalve bij immens hoge doseringen kunnen mensen er last van krijgen als ze langdurig een grote dosis binnenkrijgen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer