Ecologisch verantwoord bouwen raakt ingeburgerd
Hergebruik van bouwmaterialen en bouwen met natuurlijke materialen (biobased) zijn steeds vaker leidende principes in de ontwerpen van nieuwe bouwwerken.
De Nederlandse Bouwprijs van 2019 in de categorie Gebouwen ging maandag naar de architect van het Biosintrum in het Friese Ooststellingwerf. Het pand – in de vorm van een driepoot– is voor 80 procent opgetrokken uit herbruikbare materialen, zoals leemterrazzo en oude spijkerbroeken. Het centrum, dat het kloppend hart van de verdere ontwikkeling van de biobased industrie moet gaan worden, werkt energieneutraal.
Bij veel inzendingen voor de prestigieuze prijs, die sinds 1991 elke twee jaar wordt uitgereikt, blijkt hergebruik van materialen (circulair bouwen) en biobased bouwen een belangrijke rol te spelen.
Dat waardeerde de jury, die onder andere lette op meerwaarde voor de groene omgeving van het bouwwerk. „Een gebouw is te gast in een landschap, dat ook wordt bewoond door allerlei andere soorten organismen op deze planeet”, aldus juryvoorzitter prof. dr. Louise Vet, directeur van het Nederlands Instituut voor Ecologie en hoogleraar Evolutionaire Ecologie aan de Wageningen University & Research.
Ook in de categorieën Civiele kunstwerken (bruggen, wegen en waterwerken) en Bouwmaterialen en -systemen werden revolutionaire milieuvriendelijke uitvindingen beloond. De prijzen werden uitgereikt tijdens de BouwBeurs die tot en met vrijdag gehouden wordt in de Jaarbeurs in Utrecht. Naar verwachting trekt het tweejaarlijkse evenement ook dit jaar ruim 75.000 bezoekers.
Dat duurzaamheidsidealen steeds meer regel dan uitzondering is in de bouwsector, blijkt wel. Vrijwel iedere zichzelf respecterend bedrijf zegt bij te dragen aan een groenere wereld. Of het nu om radiatoren, isolatiemateriaal, gereedschap, dakpannen of werkkleding gaat.
Het streven van de overheid om alle Nederlandse huishoudens uiterlijk in 2050 los te koppelen van het aardgas draagt daar zeker aan bij. Gloednieuwe warmtepompen zijn te zien bij de stands van installateurs. Toch staat ook de bekende gasketel tentoongesteld bij ATAG, fabrikant van keukenapparatuur en verwarmingsapparaten. Bewust, omdat er meerdere wegen zijn die naar een CO2-neutrale toekomst leiden, zegt Jan Henk van der Wijk, marketing- en communicatiemanager. „Iedereen van het gas af in 2050, is gewoon niet haalbaar.”
Moderne gasketel
Niet alleen omdat andere energiebronnen nog onvoldoende beschikbaar zijn. Ook omdat installateurs –die met name de klus moeten klaren– tekort aan kennis en personeel hebben. „Installateurs weten niet wat ze ermee aan moeten.”
Met de moderne gasketel komen we al een eind, zegt Van der Wijk. „Die bespaart al zo’n 50 procent gas en is ook geschikt voor biogas en waterstofgas.
Ook in andere bedrijfstakken is de roep om meer vaklieden groot. Per jaar stromen maar vijftien leerlingen in en dat is te weinig, zegt Henk Horlings van de Vakfederatie Rietdekkers. De wil om iets moois te maken van een rieten kap, is volgens hem nodig voor het ambacht.
Werken op hoogte vraagt wel bewuste veiligheidsmaatregelen, zegt Ruud Jongbloed, manager bij Skyworks, leverancier van steigers en ladders. Het aantal doden door ongevallen nam de laatste twee jaar toe. Onervarenheid –bijvoorbeeld onder monteurs van zonnepanelen– en tijdsdruk zijn volgens hem de oorzaak. „Triest, omdat ze vanuit een positieve drive werken.”