’Cabinepersoneel neemt alles serieus’
Nederlands luchtvaartpersoneel zou niet anders gehandeld hebben dan die van het Amerikaanse vliegtuig dat dinsdag terugkeerde na een bommelding aan boord. De bommelding hield drie letters (B–O–B) op een kotszakje op de wc van het vliegtuig in. De Australische autoriteiten namen vergaande noodmaatregelen voor de landing van de Boeing met 246 passagiers.
„Bij de letters B–O–B denk ik inderdaad ook meteen aan de afkorting voor bom on board (bom aan boord)“, zegt M. Wilmink, vice–voorzitter van de Vakbond voor Nederlands Cabinepersoneel (VNC). Per definitie neemt cabinepersoneel alles tijdens en voor een vlucht serieus, maar na de aanslagen in Amerika zijn de procedures nog meer aangescherpt. „Er zijn mogelijkheden bij gekomen die we voorheen niet hadden geloofd of hadden kunnen bedenken.”
Over de procedures kan Wilmink niet te veel uitwijden. Daar zijn duidelijke checklisten voor. Elk vliegtuig wordt voor vertrek grondig onderzocht. Mocht tijdens de vlucht iets gebeuren, dan wordt eerst de gezagvoerder ingelicht, die contact opneemt met de leiding van de luchtvaartmaatschappij. Aan de hand daarvan worden maatregelen genomen.
Hoe de gezagvoerder vervolgens de passagiers inlicht, is een heikel punt. „Het zal mensen niet ontgaan dat het vliegtuig keert en terugkeert naar de luchthaven van vertrek. Dus je moet er wel iets over zeggen en er over liegen, bijvoorbeeld een technisch mankement, dat kun je ook niet maken. Maar plompverloren zeggen we hebben een briefje gevonden met een bommelding, is ook niet de methode om je passagiers gerust te stellen", aldus Wilmink. Volgens de zegsman bespreekt het cabinepersoneel in overleg met de maatschappij wat de beste formulering is.
Volgens Wilmink zijn incidenten met bommeldingen op Nederlandse vluchten tijdens de vlucht in de afgelopen twintig jaar op een hand te tellen.