Waarom het verbond zo belangrijk is
Het verbond van God leeft weinig bij veel christenen. Ds. M. Goudriaan ziet daar graag verandering in. „Het verbond wil ons duidelijk maken dat er houvast is in de drie-enige God en Zijn werk, ook als geestelijk alles me uit handen valt.”

Ds. Goudriaan, emeritus predikant in de Protestantse Kerk in Nederland, sprak vrijdagavond in Vierhouten op de winterconferentie van stichting In de Rechte Straat (IRS). Die staat in het teken van het verbond.
De predikant sprak over lijnen van het verbond door de Schrift. Het Oude Testament tekent de verhouding tussen God en het volk Israël als een verbondsverhouding, stelde hij. „In het Nieuwe Testament lijkt dat minder te gebeuren, maar ook daar worden de lijnen van het Oude Testament eigenlijk steeds doorgetrokken, en niet afgebroken.”
Wat is het verbond? Volgens ds. Goudriaan gaat het daarin om de wijze waarop God met mensen wil omgaan. „Want dat wil Hij, met mensen omgaan, Zich aan mensen verbinden. Dat op zich al! Wie van ons begrijpt het?”
Hart
Het bekendst is het verbond van God met aartsvader Abraham. „Overduidelijk is dat het initiatief bij God ligt. Dat is heel algemeen bij de verbonden waar de Schrift over spreekt: het zijn verbonden van God. Ze komen op in het hart van God. Hij zegt Zijn heil toe, belooft de God van Abraham te zullen zijn, roept hem op tot gehoorzaamheid en tot het gaan op de weg van de Heere.”
Hoe ver reikt dit verbond? Het wordt opgericht met „Abraham en zijn nageslacht”, zegt de Schrift. „Het verbond zet zich organisch in de geschiedenis voort, van geslacht tot geslacht. In de Bijbel komen we keer op keer de gedachte tegen dat we verbonden zijn met ons voor- en met ons nageslacht. Bij de Bijbelschrijvers leeft dit sterker dan bij ons, mensen van de 21e eeuw.”
Velen hebben daar moeite mee, aldus ds. Goudriaan. „Ongetwijfeld heeft dat te maken met het feit dat we in een tijd van doorgeschoten individualisme leven. Heb ik te maken met mijn voorgeslacht? Ik maak toch mijn eigen keuzes? Nee, inderdaad. We vroegen niet om het verbond. Het is genade van God, en daarom des te erger als we met onze rug naar deze God toe staan.”
Het verband tussen Abraham en zijn nageslacht wordt in het Nieuwe Testament niet teruggenomen. „Denk aan het bekende woord van Petrus: „U komt de belofte toe, en uw kinderen.” God werkt ook nu nog in de lijn der geslachten.”
De geestelijke inhoud van het verbond bestaat uit de woorden die de Heere meer dan eens spreekt: „Ik zal u tot een God zijn en u zult Mij tot een volk zijn.”
In het Nieuwe Testament gaat het volgens de predikant niet om een ander heil, maar om hetzelfde heil in Christus. De doop is „vervulde besnijdenis, tot volheid gebracht.” Hier ligt een spanningsveld, aldus ds. Goudriaan. „Vraag eens aan honderd kerkgangers wat het betekent om gedoopt te zijn. Wat een verschillen in visie! We kunnen ook denken aan de verhouding tussen verbond en verkiezing. Met wie is het verbond opgericht? Met alle gedoopte christenen, zegt de één. Met de uitverkorenen, beweert de ander.”
In de kerkgeschiedenis gingen sommige theologen een onderscheid maken tussen een inwendig en uitwendig verbond: een uiterlijk met alle gedoopten, een innerlijk met hen die ook werkelijk de zaligheid beërven. „Het gevaar is dan wel groot dat we in ons denken uitkomen bij twee verbonden.”
Anderen –zoals Caspar Olevianus– maakten verschil tussen de bediening van het verbond (aan alle gedoopten) en het wezen van het verbond (voor alle echt gelovigen).
Tweeërlei
In navolging van onder anderen Calvijn en ds. I Kievit kiest ds. Goudriaan voor een „eenvoudigere weg”, die volgens hem dichter bij de Schrift blijft. „Ik bedoel dan het spreken over tweeërlei kinderen van het verbond. Denk aan Izak en Ismaël, aan Jakob en Ezau, aan de twee soorten ranken uit Johannes 15: de ranken die vrucht dragen en die onvruchtbaar zijn. Er is kaf en koren in de verbondsgemeente. Dan blijft er een spanning tussen verbond en verkiezing, maar dat is voluit Bijbels.”
Dat is ook de lijn van Calvijn. „In de doop worden ons machtige voorrechten geschonken. Het aanbod van Gods genade wordt ons nabij gebracht, keer op keer. We leven onder de uitgestoken armen van God. Apart gezet, geheiligd, zoals het volk Israël apart gezet was, en leefde onder de adem van Gods mond.”
Maar bij onbekeerlijkheid blijft geen enkele verontschuldiging over. „De prediking is niet vrijblijvend. Volhard ik in mijn oude leven, dan roep ik de verbondswraak op.”
De zaken staan dus op scherp, aldus ds. Goudriaan. „Wee ons als we leven bij vanzelfsprekendheden. Als het verbond een lege huls is. Als we roemen in het verbond, maar de God van het verbond niet echt kennen. Of als we niet beseffen dat bij deze God alles te vinden is, en we er gezapig van uitgaan dat Zijn genade volstrekt onbereikbaar is.”
Oud-schoolbestuurder W. Büdgen spreekt zaterdagmorgen over het verbond en de beloften. Prof. dr. W. van Vlastuin, rector van het Hersteld Hervormd Seminarium, houdt zaterdagavond een lezing over de nieuwe gehoorzaamheid.