„Voor die mensen waarschuw ik mijn studenten altijd”
Prof. dr. H. G. L. Peels zat dinsdag tussen de minimalisten. „Voor die mensen waarschuw ik mijn studenten altijd”, glimlacht de hoogleraar aan de Theologische Universiteit van de Christelijke Gereformeerde Kerken.
„In de oudtestamentische wetenschap is een sterke stroming zeer sceptisch over de historische betrouwbaarheid van de teksten. Bekende vertegenwoordigers als Thompson, Davies, Lemche: ze waren dinsdag allemaal merkbaar aanwezig. Voor hen weerspiegelen de bijbelteksten vooral de identiteit van de schrijver. Met andere woorden: ze geven inzicht in hun „ideologie.”
Referaten werden niet gehouden. Kopstukken gingen rechtstreeks met elkaar in discussie. De minimalisten moesten zich confronteren met archeologische feiten, gelijktijdige (synchrone) data en bijvoorbeeld de vorm van teksten. Volgens de minimalisten is het hele Oude Testament geschreven in de Perzische, ja volgens sommigen in de Hellenistische periode. Maar hoe is dat vol te houden als bijvoorbeeld het type boek dat Klaagliederen is, al voorkomt in het begin van het derde en het einde van het tweede millennium voor Christus?”
Gisterochtend rondde de onderzoeksgroep over animositeit, vijandschap tegen de naaste in de Bijbel -die zich onder meer bezint op hoe je bijbelteksten kunt afschermen tegen verkeerd gebruik- de sessies af. Peels: „Veel lezingen worden afgeraffeld, waarna er weinig tijd tot gedachtewisseling overblijft. Zo werpt een congres weinig vrucht af. Ons systeem van verspreiding van de papers vooraf, een kwartier mondelinge samenvatting en een kwartier discussie is goed bevallen. Op de volgende bijeenkomst, in Dresden, willen we weer zo te werk gaan.”
’s Middags is de christelijke gereformeerde hoogleraar her en der gaan kijken. Behalve de discussie over de betrouwbaarheid van het Oude Testament woonde hij een lezing bij van prof. dr. R. Roukema. „Deze nieuwtestamenticus uit Kampen is bepaald van een ander slag dan zijn voorganger prof. C. J. den Heijer. Hij hield een goed verhaal over Jezus als Jahwe in het Evangelie van Johannes. Roukema toonde aan hoe in Johannes Jezus afgebeeld wordt in trekken waarin het Oude Testament God tekent. Denk aan de Herder-metafoor en de Ik-ben-uitspraken. Zelf heb ik nog gewezen op de dubbele belijdenis aan het slot van het Evangelie: Thomas belijdt Jezus als zijn Heere en God, terwijl Hij Zich aan Maria kenbaar maakt als Degene Die opvaart „naar Mijn Vader en uw Vader, naar Mijn God en uw God.” Dat zegt veel over Jezus’ identiteit: Hij is God, maar tegelijk is er onderscheid met God de Vader.”