Carey voor moslimleiders: Jezus is méér dan een profeet
De ontwikkelingen in de wereld zijn gevaarlijk, meent dr. William Carey, de vroegere aartsbisschop van Canterbury. „We stevenen aan op een conflict met de islam en dat mag niet.” Maar, stelde hij zaterdag in Caïro, „de spanningen kunnen minder worden als moslims en christenen eerlijk en open met elkaar omgaan.” Daarbij betuigde hij openlijk dat Jezus de Messias is.
Het voormalig hoofd van de Anglicaanse Kerk sprak in Caïro over de verhouding tussen moslims en christenen. Zijn lezing werd bijgewoond door bijna alle prominente religieuze leiders van Egypte - islamitische en christelijke.
Carey waarschuwde dat de nog altijd oplopende spanningen tussen de islamitische wereld en het Westen gevaarlijk zijn. „Veel mensen in het Westen associëren de islam met terrorisme. In het Westen moet de berichtgeving over de islam worden verbeterd. De islam wordt ten onrechte met terrorisme in verband gebracht, terwijl veruit het merendeel van de moslims dit terrorisme juist afwijst. Moslims op hun beurt kunnen meer doen om terrorisme op basis van islamitisch gefundeerde argumenten af te wijzen.”
De oud-aartsbisschop zei dat er zowel overeenkomsten als verschillen tussen moslims en christenen zijn. „Het is voor niemand goed om óf de overeenkomsten óf de verschillen te sterk te benadrukken.” Moslims en christenen delen volgens hem veel ethische principes en wijzen beiden het westerse materialisme, een geloof in een leven zonder God, af.
Hét grote verschil tussen moslims en christenen ligt volgens Carey in de Persoon van Jezus Christus. Hij werkte deze stellingname later nog sterker uit in zijn preek over Matthéüs 16:13-20, in de anglicaanse kathedraal van Caïro. Jezus vraagt Zijn discipelen daar wie de mensen zeggen dat Hij is. „Velen geloofden dat Hij een profeet was, net zoals moslims dat vandaag geloven”, zei dr. Carey. „Maar Jezus is méér dan een profeet. Hij is de Verlosser.” De bisschop nodigde alle aanwezigen in de volgepakte kathedraal uit om de belijdenis van Petrus -dat Jezus de Messias- is over te nemen.
De koptische schrijver Milad Hanna vroeg de voormalige aartsbisschop of het nu, na twee millennia, niet over moet zijn met het bedrijven van zending. Ook moslims dienen daarmee te stoppen, vindt hij, omdat zending en het overgaan van de ene godsdienst naar de andere in een land als Egypte steeds grote spanningen oproept. Carey deelde die mening echter niet en stelde dat zending een natuurlijk gevolg is van het christelijk geloof. „Als je ergens vol van bent, wil je dat graag met anderen delen. Maar er is wel kritiek mogelijk op hóé zending soms wordt bedreven.”
De anglicaanse bisschop wees daarop naar sjeik dr. Mohammed Sayyed Tantawi, de belangrijkste moslimleider in Egypte. Hij vertelde hem dat hij het liefst zou zien dat hij christen zou worden, maar dat hij tegelijk wel wist dat de islam zeer dierbaar voor hem is en dat hij dus geen ommekeer verwachtte. Sjeik Tantawi reageerde door te zeggen dat hij deze zendingshouding waardeert en dat hij graag ziet dat aartsbisschop Carey moslim wordt, maar dat ook niet verwacht.
De koptisch rooms-katholieke bisschop Johanna Qulta verklaarde een dialoog tussen christelijk geloof en islam af te wijzen, omdat „we geen water bij de wijn van ons geloof kunnen doen.” Maar hij bepleitte wel dialoog tussen moslims en christenen, om elkaar beter te leren begrijpen en geen verkeerde beelden van elkaar krijgen. Daardoor ontstaan juist spanningen.
De koptische intellectueel dr. Milad Hanna sprak zich uit tegen alle zendingswerk, van zowel christenen als moslims, omdat dit altijd zo veel fricties geeft.