In een brief aan de Raad voor Rechtsbijstand rekent Janssen voor dat in dergelijke zaken de advocaten sterk onderbetaald worden als rechtsbijstand niet wordt vergoed. Zo was het uurtarief in een ontnemingszaak slechts 15 euro, waar het met rechtsbijstand 70 euro zou zijn geweest. De vergoeding ligt volgens hem ver onder de kostprijs.

Janssen benadrukt dat de Raad voor de Rechtsbijstand alleen de uitvoerende instantie is. „Het probleem ligt bij het ministerie waar al jaren bekend is dat er werk moet worden gemaakt van de gefinancierde rechtsbijstand, maar de minister is een beroepspoliticus die alleen zegt: verzin maar iets creatiefs”, doelt Jansen op minister Sander Dekker (Rechtsbescherming).

Janssen zegt blij te zijn met de massale steun uit zijn beroepsgroep. „Ik doe dit niet primair voor mijzelf. Ik heb het geluk dat ik optreed in zaken die zo groot zijn dat het wel geregeld wordt. Maar steeds meer collega’s stoppen ermee om de financiering.”

Verwijzingen naar vermeende hoge uurtarieven van advocaten zijn in dit verband niet realistisch, vindt Janssen. „Er is een verschil tussen omzet en salaris, onze kosten moeten nog van het uurtarief af.”

„Het wordt tijd dat de minister voor Rechtsbescherming ook daadwerkelijk aan rechtsbescherming doet”, stelt ook het kantoor van Gerard Spong.

Advocaten in onder meer Den Haag, Amsterdam en Arnhem legden dinsdag- en woensdagochtend korte tijd het werk neer, omdat ze willen dat rechtshulp voor iedereen toegankelijk blijft.

De Nederlandse Orde van Advocaten zegt begrip te hebben voor de actie. „Dit laat zien hoe schrijnend de situatie is geworden. De rechtzoekende staat in de kou, dat is een hele slechte zaak en dat mogen de minister en de politiek zich aanrekenen.”