Anderen tot jaloersheid wekken is óók taak van de kerk
De taak waar de kerk in de 21e eeuw óók voor staat is: hoe verwoorden we de Bijbelse boodschap zodanig, dat de hoorder tot jaloersheid wordt gewekt? Kunnen we dat nog als kerk of zijn we dat verleerd?
De kerk heeft in de westerse, geseculariseerde samenleving een onveranderlijke taak tot verkondiging van het Woord van God. Tegelijkertijd met het besef dat de 21e eeuw de eigentijdse seculiere dogma’s, gevoeligheden en taboes heeft. De kerk worstelt daarmee in het verwoorden van zaken die we op grond van Gods Woord geloven en van datgene wat we voorstaan.
Dit aan seculieren of andersgelovigen uitleggen, blijkt telkens weer zijn doel voorbij te schieten. Het wereldbeeld, het godsbeeld en het mensbeeld van seculieren en andersgelovigen staan veelal haaks op wat de Bijbel ons leert. De kloof die hierdoor is ontstaan, wordt eerder dieper dan dat deze wordt overbrugd. De karikaturen van elkaar zijn ook al niet helpend in de communicatie.
Uitspreken wat we op grond van de Bijbel geloven, moet uiteraard kunnen in een land waarin de vrijheid van meningsuiting hoog scoort. Maar met dat uitspreken zijn we er echt niet. De zender en de ontvanger van de boodschap zitten namelijk op een enorm verschillende communicatiefrequentie. Dat blijkt al snel als niet op basis van de integrale inhoud wordt gereageerd, maar op basis van fragmenten van het gecommuniceerde. Er wordt veel over en weinig met elkaar gesproken. Dat is min of meer aan twee kanten het geval.
Rechter en Redder
Is het dan voldoende als de maatschappij accepteert dat christenen, op grond van de Bijbel, anders denken en geloven en daar respect voor heeft? Dat ieder zijn of haar eigen leven leeft en meer ruimte aan andersdenkenden geeft? Volstrekt niet!
Paulus verwoordt in Handelingen 17:31 dat „Hij een dag gesteld heeft, op welke Hij de aardbodem rechtvaardiglijk zal oordelen door een Man, Die Hij daartoe geordineerd heeft.” En: „God dan, de tijden der onwetendheid overzien hebbende, verkondigt nu alle mensen alom dat zij zich bekeren” (Hand. 17:30). Seculier of christen, wij allen moeten bekeerd worden en de Rechter staat voor de deur.
Vanwege die aangrijpende werkelijkheid moet de boodschap van Gods Woord in ons land juist meer en meer worden uitgedragen. Dat Christus de Rechter zal zijn van een ieder (seculier, andersgelovige en christen), maar ook als Redder zondaren wil en kan zaligmaken.
Het is beschamend voor de kerk in Nederland dat christenen uit andere continenten in Nederland komen evangeliseren. Moet de kerk dat niet meer zelf ter hand nemen? Laten we dat niet te veel liggen?
Verootmoediging
De taak waar de kerk in de 21e eeuw óók voor staat is: hoe verwoorden we de Bijbelse boodschap zodanig, dat de hoorder tot jaloersheid wordt gewekt? Kunnen we dat nog als kerk of zijn we dat verleerd? Kunnen anderen ook jaloers worden op datgene wat ze van ons zien en horen?
Veelal moeten we ons diep schamen over de voorbeelden die we geven. Wat stralen we eigenlijk uit naar de wereld, in onze (wereldse?) levensstijl en ons materialisme? Lijken we op de barmhartige Samaritaan of meer op de priester of de Leviet uit de gelijkenis in Lukas 10:25-37? We zouden ons dat moeten aantrekken en in verootmoediging met Daniël moeten uitroepen: „Wij hebben gezondigd, en hebben onrecht gedaan, en goddelooslijk gehandeld en gerebelleerd, met af te wijken van Uw geboden en van Uw rechten” (Dan. 9:5). Op die lage plaats gaat de kerk de Bijbelse wijze leren om te luisteren en te spreken in de maatschappij.
Pinchas Lapide (een Joodse theoloog uit de vorige eeuw) houdt christenen een spiegel voor. Hij verwoordt dat christenen op vele manieren hebben geprobeerd om Joden te bekeren, door zending en wat niet al, maar dat het nooit is gelukt om hen tot jaloersheid te verwekken.
De auteur is ouderling binnen de Gereformeerde Gemeenten.