Boijmans sluit af met Bauhaus
Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam gaat maandag al gedeeltelijk dicht voor een renovatie, die uiteindelijk zeven jaar gaat duren. Om te beginnen sluit het Van der Steurgebouw (met de vaste collectie). Het Bodongebouw blijft echter tot en met 26 mei open. Het zal nog een expositie herbergen over het Bauhaus, de legendarische Duitse ontwerpschool die een eeuw geleden werd opgericht, en de relatie van deze academie met Nederland.
Hoewel het Bauhaus slechts bestond van 1919 tot 1933 en in totaal maar 1250 studenten telde, is de naam nu nog bijna mythisch en trekt het schoolgebouw in Dessau, voorbeeld voor de Rotterdamse Van Nellefabriek uit 1931, zo’n 100.000 bezoekers per jaar. De invloed van de opleiding met haar zo eigen filosofieën is nog te zien in de hedendaagse vormgeving. In Weimar en Dessau, de plaatsen waar het Bauhaus een tijd gevestigd was, houden ze de eer van de opleiding dan ook hoog: daar gaan nieuwe musea over de school open.
Boijmans opent 9 februari met een expositie met achthonderd objecten als gebruiksvoorwerpen, meubels, sieraden, tekeningen en architectuurfoto’s. Bauhaus-spullen zijn niet superzeldzaam. De leerlingen mòesten produceren en verkopen, samen met de industrie. Was de opleiding direct na de oprichting nog ambachtelijk, vooral na de verhuizing naar Dessau werd er ontworpen voor en met de opkomende fabrieken: simpele strakke spullen, zoals die tot op heden worden gewaardeerd en vervaardigd.
Boijmans belicht niet alleen het Bauhaus zelf, maar in 23 ‘satelliet-presentaties’ vooral de connecties en wisselwerking met Nederland. Die waren intensief, zegt samenstelster Mienke Simon Thomas. Er namen en gaven Nederlanders les bij het Bauhaus.
De bekendste leerling was tekenaar, schilder en ontwerper Paul Citroen, die er werd geïnspireerd tot de oprichting van de Nieuwe Kunstschool in Amsterdam. Benno Premsela, gezaghebbend ontwerper in naoorlogs Nederland, studeerde er. De bekendste docent was Piet Zwart, die er korte tijd les gaf in typografie. De veelzijdige Theo van Doesburg werd er weliswaar niet uitgenodigd om les te geven, maar deed het op eigen houtje toch en wist zo flink invloed uit te oefenen.
Ook werd er heen en weer gereisd van het Bauhaus naar Nederland en andersom. Zo brachten de architecten H. P. Berlage en J.J.P. Oud er werkbezoeken. Tevens waren er over en weer logeerpartijen, waarbij van alles werd uitgewisseld en zijn weg vond naar andere opleidingen en bijvoorbeeld vaktijdschriften.