Biechtcamper biedt mensen uitlaatklep
Veel Nederlanders hebben de behoefte hun zonden „op te biechten.” Dat is de ervaring van ds. S. van der Veen uit Mussel, die sinds enkele maanden met een ”biechtcamper” door Nederland trekt. De predikant maakte vorige week bekend dat hij minimaal honderd verhalen die aan hem werden opgebiecht in boekvorm wil uitbrengen. Zijn initiatief krijgt niet overal een enthousiast onthaal.
De Groningse predikant wil „een luisterend oor zijn voor al die verborgen verhalen, geheimen en onuitgesproken schuldgevoelens die mensen tot nu toe met niemand konden delen.” In de biechtcamper kan iedereen „vrij naar binnen stappen om zijn of haar verhaal te vertellen of een geschreven verhaal in een daartoe bestemde brievenbus te deponeren”, zo laat de predikant op zijn website weten.
De mogelijkheden die hij biedt, worden volop benut, stelt ds. Van der Veen, die samen met zijn vrouw door het land reist. „We hebben de afgelopen maanden gemerkt hoeveel verborgen leed er is. Dat komt anders nooit boven tafel; het blijft allemaal onder de waterspiegel.” Door het uitbrengen van een boek met biechtverhalen wil de predikant de kerken in Nederland prikkelen, omdat ze te weinig aandacht zouden hebben voor de behoefte bij velen aan een uitlaatklep.
Ds. Van der Veen is niet onder de indruk van de uitlatingen van een Groningse advocaat, die liet weten dat hij een gerechtelijke procedure riskeert door de biechtverhalen te boek te stellen, omdat hij als pastor een geheimhoudingsplicht heeft. „Het is de bedoeling de verhalen anoniem en thematisch weer te geven”, reageert de predikant, die ook opmerkt dat de mensen onherkenbaar zullen blijven. „Er zijn veel grote thema’s zoals incest, mishandeling, verkrachting of zelfmoord. Die willen we in het boek aan de orde stellen in de hoop dat lezers en kerken er wat aan zullen hebben.”
De ervaring dat veel mensen eenzaam zijn en behoefte hebben aan een luisterend oor, heeft ook J. Terlouw. Samen met zijn vrouw en vier kinderen verblijft hij op dit moment als pastor op de camping Stavenisse in de gelijknamige plaats in Zeeland. Hij is een van de twintig campingpastors die deze zomer voor de Windroos, onderdeel van de Hervormde Bond voor Inwendige Zending (IZB), gedurende enkele weken aanspreekpunt zijn voor recreanten. „Er zijn mensen die een paar maanden per jaar op deze camping zitten en bij wie nooit iemand komt. Dan denk je: Waar bestaat hun leven uit, zonder God en zonder sociale contacten?”
Terlouw, werkzaam in de elektrotechniek en als ouderling verbonden aan de hervormde gemeente in Groot-Ammers, doet het onbezoldigde werk nu voor het vijfde achtereenvolgende jaar op dezelfde locatie. „Ik ervaar het als een roeping er hier vanuit de kerk voor de campinggasten te zijn. Je merkt heel duidelijk dat mensen dingen met je willen delen die hen dwars zitten, zelfs al tijdens een eerste gesprek. Daarin kunnen diepgaand allerlei zaken aan de orde komen die in hun leven spelen.”
Het idee van een biechtcamper, die van de ene naar de andere plaats trekt, spreekt Terlouw niet aan. Zelf heeft hij geen ervaring met mensen die eenmalig bij hem komen om zaken op te biechten. „Sommigen komen al snel met hun levensverhaal, maar ze gaan niet direct allerlei schuld opbiechten, niet naar mensen toe en zeker niet naar God toe.” Door een band op te bouwen, voorzover dat bij een tijdelijk verblijf op een camping mogelijk is, probeert Terlouw hun vertrouwen te winnen.
Hij herinnert zich een vrouw die in het eerste gesprek aangaf dat ze twee maanden eerder abortus had gepleegd en zich sterk afvroeg of ze de juiste keuze had gemaakt. In zo’n situatie staat luisteren voor de campingpastor voorop. „Ik sta niet direct met het waarschuwende vingertje klaar, maar kijk eerst of zo’n vrouw misschien psychisch is vastgelopen en hulp van een professional of een club als de VBOK nodig heeft.” In vervolggesprekken probeert Terlouw ook „geloofsaspecten” naar voren te brengen.
Voor evangelist G. Baan, landelijk toeruster van het evangelisatiewerk vanuit de Gereformeerde Gemeenten, is het eveneens een bekend verschijnsel dat veel mensen hun verhaal kwijt willen. „Er is veel eenzaamheid. Mensen hebben behoefte aan een luisterend oor, maar hebben soms niemand, en kunnen dan nergens heen met hun nood. Daar moeten we als kerk zeker aandacht voor hebben.”
In een inloophuis bij een evangelisatiepost komt het volgens Baan voor dat mensen zonden uit hun leven willen opbiechten. „Dan gaat het toch vooral om mensen die je wat hebt leren kennen. Er zal een relatie moeten zijn, ook op het pastorale vlak. Het voornaamste element is natuurlijk niet dat mensen aan ons hun zonden opbiechten, maar dat we ze in alle ontreddering of eenzaamheid de weg wijzen naar de Heere en Zijn Woord, waar de ware vergeving is te ontvangen.”
In het evangelisatiewerk in Amsterdam ontmoette Baan meer dan eens mensen met schuldgevoelens over zonden die ze hadden gedaan. „De haren rijzen je soms te berge als je hoort wat er allemaal gebeurt. Mensen willen dat kwijt; maar dat is ook wel eens de emotie van het moment. Het komt voor dat ze hun verhaal doen, maar er nooit meer op terugkomen en je niet meer kennen als je ze later op straat nog eens tegenkomt.”
De kritiek dat kerken te weinig uit zouden gaan in de wereld en te weinig openstaan voor de nood van mensen, deelt evangelist Baan niet zonder meer. „We zijn wel eens geneigd ons op te sluiten, maar je ziet de laatste tijd toch ook dat de ogen in onze gezindte opengaan voor de nood die er is en dat er best wat gebeurt. Je zou altijd meer willen, want de nood is groot; maar de Gereformeerde Gemeenten vormen een kleine kerkgemeenschap. En de hele gereformeerde gezindte maakt nauwelijks 2 procent van de samenleving uit. Daardoor zien mensen misschien snel over het hoofd wat er gebeurt.”