Opinie

Verbondenheid met Israël is zegenrijk

Een goede relatie met Israël is verrijkend voor de kerk uit de heidenen én andersom. We mogen als kerk bijvoorbeeld onze winst doen met wat ons van Joodse zijde - op grond van Mozes en de profeten - wordt aangereikt aan uitleg van de Schriften.

Ds. C. J. Overeem en drs. A. Groothedde
4 January 2019 12:10Gewijzigd op 16 November 2020 15:00
Kennis van het jodendom helpt om dichter bij de oorspronkelijke bedoeling en impact van de woorden van Jezus en de apostelen te komen. beeld RD, Henk Visscher
Kennis van het jodendom helpt om dichter bij de oorspronkelijke bedoeling en impact van de woorden van Jezus en de apostelen te komen. beeld RD, Henk Visscher

De staat Israël bestond in 2018 zeventig jaar; een prachtig jubileum. Afgelopen jaar bleek echter ook dat verbondenheid met Israël niet vanzelfsprekend is voor iedere christen. Verbondenheid lijkt soms te zijn omgeslagen in kritische distantie en ondubbelzinnige solidariteit in onverbloemde veroordeling. Natuurlijk kennen we de argumenten en sluiten we onze ogen niet voor wat er in het Midden-Oosten gebeurt. Al hopen we wel dat ook de kritische geluiden voortkomen uit een diepgevoelde verbondenheid met Israël. Israël is immers het volk van Gods eerste liefde. Het volk ook waaraan Hij vanwege de vastheid van Zijn verbond trouw zal blijven tot in eeuwigheid.

In dit artikel geven we drie argumenten die ervoor pleiten om als christenen te blijven investeren in een goede relatie met het Joodse volk:

Rabbijnse Bijbeluitleg

  1. Wanneer wij erkennen dat aan de Joden door God de Schriften zijn toevertrouwd, kan er per definitie geen sprake zijn van eenrichtingsverkeer. We delen als christenen zo’n twee derde van onze Bijbel met het Joodse volk. Vooral de Thora (de eerste vijf boeken van het Oude Testament) wordt door Joden intensief bestudeerd. Als we ons niet willen verdiepen in de Joodse Schriftuitleg, laten we veel (exegetisch) goud links liggen. Terwijl we luisteren naar de Joodse stem kunnen onze ogen geopend worden voor aspecten in de Schrift die door ons zijn verwaarloosd of over het hoofd worden gezien.

In onze gereformeerd-protestantse traditie is de Joodse uitleg vaak positief gewaardeerd. Veel theologen gebruikten commentaren van rabbijnen bij de uitleg van de Schriften. Deze commentaren kunnen ook nu niet worden genegeerd bij de exegese van Gods Woord. We mogen als kerk onze winst doen met wat ons van Joodse zijde - op grond van Mozes en de profeten - wordt aangereikt.

Het jodendom komt belangstellende christenen inmiddels voorzichtig tegemoet als het gaat om zijn verlangen naar meer kennis. De Israëlische krant Ha’aretz schreef onlangs over zogenaamde ”Yeshivas for Christians”. Een docent aan een van deze Joodse leerscholen zegt in de krant dat hij bij christenen „een diepe honger en dorst aantreft naar authentieke Thora-lessen.” Wat ons betreft niet zonder reden.

  1. Jezus en Zijn eerste volgelingen waren op enkele uitzonderingen na Joods. Ook na Pasen en Pinksteren bleven Jezus’ volgelingen dagelijks eensgezind in de tempel bijeenkomen (Hand. 2:46 en 3:1).

Evenals Jezus liet bijvoorbeeld Paulus geen tittel of jota van de wet vallen (vgl. Matth. 5:17-18). Ook na zijn ontmoeting met Jezus de Messias bleef hij zichzelf identificeren als een Farizeeër (Hand. 26:5). Hij maakte er zelfs werk van de Joodse feesten te vieren (Hand. 20:16). De aanklacht dat Paulus de Joden „afval van Mozes” zou leren (Hand. 21:21) was dan ook ongegrond. Jakobus raadde Paulus aan een paar dingen te doen om te bewijzen dat dit gerucht een valse aanklacht was en aan te tonen dat Paulus in werkelijkheid „meeging in het in acht nemen van de wet” (Hand. 21:24). Paulus bewilligde in dat verzoek. Dit was geen compromis of dubbelhartigheid. Het geloof in Jezus en het onderhouden van deze wetsbepalingen hingen samen. Ook op drie andere momenten legt hij hier getuigenis van af (Hand. 24:14, 25:8 en 28:17).

Paulus’ levenswandel kwam overeen met wat hij „in alle gemeenten voorschrijft” (1 Kor. 7:17-20), namelijk dat Joodse gelovigen „hun besnijdenis niet ongedaan moeten laten maken” en dat gelovigen uit de heidenen zich niet moeten laten besnijden. Ieder kon zich houden aan zijn eigen roeping (1 Kor. 7:20).

Conclusie: kennis van het jodendom helpt om dichter bij de oorspronkelijke bedoeling en impact van de woorden van Jezus en de apostelen te komen.

  1. Onze verbondenheid met het Joodse volk is niet alleen ingegeven door de gedeelde Schriften (argument 1) en een verlangen naar een beter verstaan van het Nieuwe Testament (argument 2). We weten ons in het bijzonder ook nauw verbonden met Joodse broeders en zusters die met ons het geloof in Jezus als de Messias delen. Deze groep is, zeker in Israël, klein en kwetsbaar. Hun Joodse identiteit wordt miskend door religieuze Joden. Zij worden beschouwd als afvalligen, ”mesjoemats”, die hun Jood-zijn zouden verloochenen. Als je Jood wilt zijn, kun je niet in Jezus geloven, zo is de redenering.

Aan de andere kant is er de christelijke kerk. Eeuwenlang is er geen of nauwelijks rekening gehouden met de Joodse afkomst en achtergrond van sommige gelovigen. Zij zijn en voelen zich echter vaak volop Joods en houden van hun land. Hebben we als christenen uit de heidenen geen taak om zeker ook met hen onze verbondenheid in woord en daad vorm te geven? (vgl. 2. Kor. 9:13)

Bijzondere band

Laat helder zijn: een besef van verbondenheid met het jodendom staat niet synoniem voor kritiekloze omhelzing van het jodendom of onvoorwaardelijke support van de politieke keuzes van de staat Israël. De verschillen tussen Joden en christenen hoeven niet onder tafel te worden geveegd. Die verschillen doen van tijd tot tijd ook pijn. Dan denken we vooral aan de positie van Jezus als de Messias. Juist vanwege onze liefde voor Hem en de verbondenheid met het Joodse volk die we ervaren, doet het ontkennen of negeren van Hem verdriet. Maar dat hoeft niet te betekenen dat er in de ontmoeting met Joden geen bijzondere band wordt gevoeld.

Vertrouwen

Daadwerkelijke ontmoeting is een prachtige manier om onze verbondenheid met het jodendom vorm te geven en van elkaar te leren. Als Centrum voor Israëlstudies zetten we dan ook sterk in op het bijwonen en organiseren van ontmoetingsbijeenkomsten (of dialooggroepen) en studiereizen.

Natuurlijk kunnen wij ons nooit losmaken van alles wat, vaak in de Naam van Jezus, het Joodse volk is aangedaan. Er ligt een diepdonkere geschiedenis achter ons. Die kunnen we niet negeren. Heeft de kerk het zicht op Jezus voor Joden vaak niet verschrikkelijk belemmerd en verduisterd?

Het spreekt niet vanzelf dat Joden een vertrouwelijke relatie met christenen willen aangaan. Het komt aan op echtheid en daadwerkelijke loyaliteit. Onze ervaring is dat, waar een klimaat van vertrouwen en vriendschap gegroeid is, deuren en harten op een verrassende wijze opengaan.

Uitnodiging

Het gebeurde een paar dagen voor Kerst. Een orthodox-Joodse buurman (hij komt oorspronkelijk uit Antwerpen) wenkt. „Goede kerstdagen toegewenst!” Hij kijkt om zich heen en vervolgt: „Weet je dat ik de kerstgezelligheid hier in Israël zo mis? Wat was dat in België altijd een mooie tijd.” Er volgt een interessant gesprek. De conclusie: we moeten nog maar eens verder praten.

De uitnodiging ligt er inmiddels. We zien uit naar een fijne ontmoeting. En we bidden ook of het een ontmoeting mag zijn waarin we ontvangen én delen.

De auteurs zijn respectievelijk voorzitter en Israëlconsulent van het Centrum voor Israëlstudies. >>hetcis.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer