Citykerk Leiden richt zich met gebedsmuur en evensong op de hele stad
Het Netwerk Citykerken Nederland bestaat 10 jaar. Monumentale binnenstadskerken wisselen informatie en ervaringen uit om meer inhoud aan hun kerkzijn in de grote stad te geven.
De Hooglandse Kerk in Leiden –een van de 22 citykerken– staat juist buiten de drukte van de stad. Als je vanaf de Nieuwe Rijn de straat inkijkt, zie je het gebouw ineens voor je oprijzen. De monumentale kerk is deze dag open voor het publiek. De ruimte is immens en het licht schitterend.
In de kerk kun je het graf en het epitaaf zien van een van de beroemdste burgers van Leiden: Pieter Adriaansz. van der Werff, burgemeester tijdens het Beleg van Leiden (1573-1474). Toen de uitgehongerde bevolking ten einde raad riep dat zij niets meer te eten had, stak hij zijn zwaard uit en zei: „Snijd mijn lichaam dan maar aan stukken en eet mij dan maar op.”
Gebedsmuur
Iets verder is een stilteruimte waar mensen kunnen bidden, een kaarsje aansteken en een gebed op de gebedsmuur spelden. Vlakbij bevindt zich een kastje met Bijbels die bezoekers tegen een laag bedrag kunnen verkrijgen. „Er zijn dit jaar al 400 Bijbels door bezoekers meegenomen”, zegt Cent van Vliet.
De voorzitter van de kerkenraad van de Leidse Binnenstadsgemeente vertelt dat de geloofsgemeenschap zich inzet om kerk en stad te verbinden, zowel ’s zondags als doordeweeks. Daarbij is het Netwerk Citykerken belangrijk. Van Vliet: „We spreken elkaar twee keer per jaar en doen dan allerlei nieuwe ideeën op.”
Een idee dat de Leidenaars hebben overgenomen van de Utrechtse Domkerk is het zegenen van bezoekers. Van Vliet: „Op bepaalde dagen, tijdens de openstelling, is onze predikant ds. Margreet Klokke herkenbaar aanwezig en kunnen bezoekers haar om een zegen vragen. Dat kan desgewenst knielend, zittend of staand gebeuren, waarbij de predikant de handen op het hoofd legt. Het voorziet in een behoefte.”
Van Vliet spreekt liever over kerk-zijn in de stad dan over citykerk. Het is belangrijk om van buiten naar binnen te denken om de verbinding tot stand te brengen, zegt hij. „Je moet nagaan wat de burgers beweegt en bij hun belevingswereld aansluiten. Daarnaast is het van belang om goede contacten met het stadhuis te hebben.”
De Leidse binnenstadsgemeente heeft die contacten. „Burgemeester Henri Lenferink was afgelopen jaar aanwezig tijdens de bevestiging van ds. Klokke. Later is ze bij hem op bezoek geweest op het stadhuis. De lijntjes naar de gemeente Leiden zijn kort. De Hooglandse kerk is met haar activiteiten aanwezig op de gemeentelijke site en in folders.”
”Geef licht”
De Hooglandse Kerk speelt een rol in de Winter Wonder Weken. Tijdens deze weken zijn er vlakbij een drijvende kerstmarkt en een drijvende ijsbaan, is er een nostalgische kermis op het Hooglandse Kerkplein en hebben er optredens van allerlei koren plaats, onder andere in en om de Hooglandse Kerk. Tijdens deze weken is de kerk open.
De opening van die weken, met allerlei genodigden uit het politieke en culturele leven van Leiden, vond plaats in de Hooglandse Kerk. Van Vliet: „Er waren 300 à 400 mensen. Ds. Klokke had de mogelijkheid om voor deze groep mensen in te haken op het lied van Stef Bos ”Geef licht” en te vertellen over het Licht van Bethlehem. Dat is een kans.”
Evensongs
Van Vliet doet een greep uit het aanbod van de kerk voor Leidenaren die niet direct kerkelijk zijn: evensongs, cantatediensten, orgelbespelingen op het De Swart-Van Hagerbeer- en het Father Willisorgel, de Kruisweg in de stille week en de kliederkerk. Die laatste is bedoeld voor kinderen die hier op zaterdagmiddag komen, naar een verhaal luisteren, zelf een verhaal spelen, zingen en knutselen. De kliederkerk is volgens Van Vliet een succes.
Loopt alles van een leien dakje?
Van Vliet: „Je moet gewoon ergens aan beginnen en kijken of het goed gaat. Lukt het niet, dan moet je ermee stoppen. Dat is in de loop van de tijd gebeurd bij een project voor dooponderricht aan ouders. We gaan er weer mee beginnen, maar dan over een kortere periode. Het project voor ouderen ”Op de koffie bij Ad en Gré” is gestopt omdat er geen animo meer voor was. Dat is niet erg, andere activiteiten gaan juist beter dan verwacht. Zo is de stad en de dynamiek in de geloofsgemeenschap.”
Ds. Kuipers begon Netwerk Citykerken
Inspirator van het concept citykerk is ds. Bert Kuipers, tot afgelopen zomer predikant van de Rotterdamse Laurenskerk. Hij is inmiddels met emeritaat, maar nog steeds betrokken bij het Netwerk Citykerken. „Een citykerk is een grote kerk met een monumentale uitstraling in een stad”, zegt ds. Kuipers. „De kerk moet regelmatig open zijn voor de burgers en zich richten op de hele stad. Ook moet ze een voortrekkersrol spelen voor andere gemeenten.” De eerste contacten legde hij tien jaar geleden met collega’s uit Dordrecht (Grote Kerk) en Utrecht (Domkerk). Later kwamen onder andere de Oude en Westerkerk Amsterdam, Hooglandse Kerk Leiden, Sint Stevenskerk Nijmegen, Lebuïnuskerk Deventer, Magadalenakerk Goes, Sint Bavokerk Haarlem, Grote Kerk Leeuwarden en Joriskerk Amersfoort erbij. Op dit moment zijn 22 kerken aangesloten.
Het Netwerk Citykerken komt twee keer bij jaar bij elkaar. De laatste keer was dat in de Joriskerk, de volgende keer is de Hooglandse Kerk aan de beurt. Daar leggen vertegenwoordigers van de gastkerk –predikant, organist, cantor– uit wat de kerk doet en kunnen de bezoekers ideeën opdoen.
„Kenmerkend is dat we geen kosten maken en dat de kerken ad hoc werken”, aldus ds. Kuipers. „Als een idee er goed uitziet, nemen andere kerken het over, maar als het niet lukt, stopt men gewoon. We houden het simpel.”
Matthias Kaljou is onder leiding van prof. Henk de Roest bezig met promotieonderzoek naar het verschijnsel citykerk. Ds. Kuipers: „Het resultaat zou best eens kunnen zijn dat citykerken tot de meest toekomstbestendige vormen van kerkzijn behoren.”