Fotorubriek 'Schoonheid': poollicht rond de lavvu
Een fotograaf is altijd met licht bezig. Jolanda Linschooten dompelde zich drie weken onder in de poolnacht en ontdekte dat er meer licht in de duisternis was dan ze altijd dacht.
„Wat is het vroeg donker, hè?” Een opmerking die je in deze tijd vaak hoort en waar ze in Kautokeino hartelijk om zouden moeten lachen. Het Noorse Kautokeino ligt 800 kilometer boven de poolcirkel. Tussen november en januari komt de zon er nimmer boven de horizon uit. De poolnacht duurt er 24 uur. Het leek Jolanda Linschooten aan de ene kant vreselijk eng: „Hoe kun je leven met zoveel duisternis?” Aan de andere kant fascineerde die vraag haar enorm.
Ze besloot zich onder te dompelen in cultuur van de Samen, de inheemse bevolking van Lapland, waarvan er 40.000 wonen in de noordelijkste streken van Noorwegen wonen. Drie weken lang verbleef Linschooten er. In januari, de donkerste tijd van het jaar. Maar ook de koudste tijd van het jaar met een temperatuur van min 28 graden Celsius.
Dat onderdompelen is de manier waarop Linschooten haar foto’s maakt en haar boeken schrijft. Haar nieuwste boek, ”De adembenemende natuurbeleving van licht”, bevat tien wildernisverhalen die op die manier gemaakt zijn. Niet even een vluchtig bezoekje per vliegtuig, een paar mooie foto’s schieten, een interviewtje hier en een interviewtje daar, en weer weg.
Nee, Linschooten maakt barre reizen om op plekken te komen waar nog nooit een buitenlander is geweest, ja waar soms nog geen mens is geweest. En om die plekken te bereiken moet ze, meestal vergezeld met haar man Frank en haar husky Henschel, moeilijkheden overwinnen en af en toe ook ontberingen lijden. „Als je iets wilt, dan moet je daar moeite voor doen. De mooiste foto’s zijn diegenen waar je het meeste moeite voor hebt moeten doen. Dan worden die pas echt iets van jezelf.”
Terug naar Kautokeino. Linschooten vroeg de Samen of ze in hun lavvu mocht slapen, een soort wigwam maar dan van rendierhuiden.
Daar in die lavvu ontdekte Linschooten hoeveel licht er nog in de duistere poolnacht is. „Tussen 10.00 uur en 14.00 uur overheerst er een pastelschemering die je bij ons hooguit een halfuurtje ziet. Het lijkt vier uur lang net alsof de zon net is ondergegaan.”
Maar ook buiten deze tijd is het nooit helemaal donker in de mørketiden, zoals de Noren zeggen, de poolnachtperiode. „Een met sneeuw bedekt landschap reflecteert namelijk 90 procent meer dan natuur zonder sneeuw”, ontdekte Linschooten. „In deze tijd van het jaar waarop de stilte in de natuur oorverdovend en alomtegenwoordig is, is er vanwege dat sneeuwdek en die lange schemeruren zoveel meer licht dan wij zuiderlingen denken. Zoveel meer zelfs, dat er over een heel jaar bezien in het hoge noorden zelfs méér licht te zien is dan rond de evenaar.”
Hier openbaart zich nog een voordeel van dat onderdompelen waar Linschooten voor kiest. „Tijdens elke reis leer ik zoveel over de achtergrond van het licht. Hoe meer ik ervan weet, hoe meer ik erachter kom hoe weinig we als mensen van de natuur weten. Dat maakt me bescheiden. We zijn zulke kleine, nietige mensjes in die overweldigende natuur.”
Onbegrijpelijk vindt Linschooten het dan ook dat volgens haar tweederde van de mensheid nog nooit een echte mooie sterrenhemel heeft gezien. „Daar hoef je niet voor naar de Noordpool. Ga in deze tijd van het jaar ’s avonds eens naar buiten als er weinig bewolking is. Zoek een donkere plek in Nederland op en verwonder je over de sterrenhemel.”
De adembenemende natuurbeleving van licht, Jolanda Linschooten; uitg. Luitingh-Sijthoff, Amsterdam, 2018; ISBN 978 90 245 8274 7; 255 blz.; € 29,99.
Over de fotograaf
Jolanda Linschooten (52) studeerde pedagogiek in Amsterdam, gaf les in het speciaal onderwijs en trok in de vakanties altijd de ruige natuur in. Nadat haar moeder op 52-jarige leeftijd overleed, besloot Linschooten van haar hobby haar werk te maken. Inmiddels heeft ze zes (foto)boeken op haar naam staan en verschenen diverse reportages van haar in onder andere National Geographic Magazine.