Streef naar de gave van profetie
Profeteren vraagt om gevoeligheid voor God en Zijn Woord en de situatie waarin je leeft. Klassieke antwoorden moeten daarbij hertaald en gepunt worden naar de hedendaagse werkelijkheid.
De gave van profetie is niet slechts voorbehouden aan de prediker. Hoewel de predikant als theoloog en ambtsdrager wel degene is die de woorden van de profetie toetst, kunnen aspecten van profetie door gemeenteleden uit de breedte van het maatschappelijk discourse aangedragen worden. Voor christenen is de verbinding met de moderne maatschappij soms moeilijk te maken. De profetie leidt mede daardoor een kwijnend bestaan. Paulus wekt daarentegen in de eerste Korinthebrief de christelijke gemeente op tot het gebruik van de profetische gave. Maar wat is profeteren nu en waar moet de gemeente eigenlijk naar streven?
Profetie staat ten dienste van de gemeente. Het moet gaan om opbouw, vermaning en troost (1 Kor. 14:3). De twee laatste (vermaning en troost) zijn in het Grieks bijna synoniemen. Samen gebruikt, hebben zij altijd de opbouw van de gemeente op het oog. En dat is juist het eerste woord, een centraal gegeven in 1 Kor. 14. Het is ook het woord dat Paulus steeds weer gebruikt als het over de plaatselijke gemeente of de kerk in de wereld gaat. Het duidt op de activiteit van de Heilige Geest, Die door apostelen en profeten niet alleen het fundament legt, maar de kerk ook doet opgroeien tot de levende tempel van God.
Schouder aan schouder
In Efeze 2 en 3 staan de profeten schouder aan schouder met de apostelen. Het fundament van de kerk is gelegd door apostelen en profeten (Ef. 2:20). In tegenstelling tot wat wel wordt gedacht, gaat het nier niet om de oudtestamentische profeten, maar om de nieuwtestamentische. Zij zijn samen met de twaalf geroepen om de betekenis van Jezus Christus in Zijn kruis, opstanding en hemelvaart voor de gemeente te overdenken en in de wereld te verkondigen. Ze hebben er tijd voor nodig gehad om de reikwijdte van het werk van Jezus Christus helemaal te begrijpen en te overzien. Ze hebben gebeden, vergaderd en gereflecteerd: Wat houdt het leven, het sterven, de opstanding, de hemelvaart en het zitten aan de rechterhand van Christus in voor ons, in ons geloof, onze roeping, ons gedrag en onze omgang met de huidige cultuur?
Apostelconvent
We krijgen daar iets van te zien bij het apostelconvent. De aanwezige profeten, Judas en Silas, bemoedigden de broeders met veel woorden en sterkten hen (Hand. 15:32). Apostelen en profeten beseften toen dat de kerk na de hemelvaart van Christus niet meer beperkt bleef tot Israël, maar zich verbreedde tot alle volken. God zelf geleidde Petrus naar Cornelius. Maar ook eenvoudige naamloze mannen uit Cyprus en Cyrene spraken in Antiochië het woord tot de Grieken (Hand. 11:20). Dat was een profetische daad. Het was zo opvallend dat Lukas het in zijn geschiedenis van het Evangelie van Jeruzalem naar Rome als een beslissend en vernieuwend gegeven opneemt.
De profeten verkondigden samen met de apostelen Christus als de hoeksteen, de dragende kracht van het fundament, voor het Koninkrijk van de vrede. Op dat fundament kon de kerk worden gebouwd. Een kerk van Joden en heidenen, waarin de oude tegenstelling niet meer bestond. Dat inzicht was door profetie en apostolaat verkregen. Andere profeten bleven de opbouw van het gebouw begeleiden.
Met de tijd gaat ook de profetie voort. De gemeente die een visie op de wereld om haar heen noodzakelijk acht en de beïnvloeding van seculiere krachten binnen de gemeente ervaart, kan de gave van de profetie niet missen. Profetie geeft visie op een sociale groep, mensen die nu nog buiten het zicht van de gemeente vallen. Ze geeft liefde voor vluchtelingen. Ze geeft visie op zending en diaconaat of inzicht inzake onrecht en valse traditie.
Profetie gaat over het voortstuwen van het Koninkrijk van God door tegenstand en duisternis heen en veel minder over boodschappen aan individuele mensen. Profeten beoordelen de werkelijkheid als het ware met het hart van Christus en spreken vanuit dat hart de gemeente aan, opdat die haar opdracht vervult, en ze gaan zelf in de opdracht voor.
Gevoeligheid
Paulus schrijft dat we ernaar moeten streven te profeteren. Hoe kun je de gevoeligheid voor God en Zijn Woord en de situatie waarin je leeft of die je voor je ziet zo tot je laten komen, dat je tot profeteren komt? Uiteraard is deze genadegave het soevereine werk van de Heilige Geest. Maar je kunt er kennelijk naar streven. Als je van God en Christus houdt, wens je de bevordering van Gods eer en het behoud van mensen. Je wilt dat Gods wet onderhouden wordt in een relatie met Christus. Zijn voorbeeld is de motivatie voor het onderhouden van Gods wet. Het brengt je in het gebed. Je geeft extra acht op Gods aanwezigheid en de ruimte om voor Hem te spreken. Je leeft zelf met de Schriften. Zo komt het door Gods Geest tot het inzicht in waar het om gaat en wat er nu speelt en gezegd moet worden. Dan gaat de mond open en wordt er geprofeteerd. De Heilige Geest kan er iedereen voor uitkiezen die Hij wil. Niemand hoeft zich er onwaardig voor te voelen. Iedereen mag ernaar staan.
Uiteraard is profeteren iets dat van dienaren van het Woord verwacht wordt. Als het gegeven wordt om de teksten van de Schrift en de gehele context van de gemeente voor de hoorders tegenwoordig te stellen, en daarbij met klem de waarheid van God voor dit moment aan de orde te stellen, wordt de prediker een profeet. Dan beseft de gemeente dat er gehoorzaamd en vertrouwd moet worden op wat de Heilige Geest aanreikt. Men wordt gegrepen of raakt in verzet. Voor velen is het helder dat God gesproken heeft.
Leegheid
Waarover moet profetie nu gaan? Mijns inziens moet het in de eerste plaats gaan over de situatie van christenen in Europa en over de verschrikkelijke afwezigheid van God. Over het centraal stellen van de individuele mens. Over de leegheid die ook binnen Gods gemeente de gemeenteleden losser van elkaar en los van God maakt, zodat ze Gods aanwezigheid missen. De stap naar de twijfel aan Gods bestaan is dan dichtbij.
Oude antwoorden herhalen, helpt niet meer. Klassieke antwoorden moeten hertaald worden en gepunt worden naar de hedendaagse werkelijkheid. Er dient profetisch gesproken te worden over het komen van God. Vanuit Gods Woord moet overtuigend aangetoond worden dat God ook deze doodse en donkere situatie van Zijn kerk aankan en die met Zijn Geest weet te bevruchten. De profeet dient God midden in de geseculariseerde wereld te plaatsen, zodat de christen en de niet-christen ervaart dat Gods aanwezigheid ter zake doet en heilzaam is, zelfs wanneer dat allerminst wordt ervaren.
Niet alleen voor dienaren en aanstaande dienaren van het Woord klinkt daarom krachtig het apostolisch woord: „Jaag de liefde na en streef naar de geestelijke gaven, en vooral daarnaar dat u mag profeteren” (1 Kor. 1:14). Het is een oproep aan de hele gemeente van Christus. Iedereen die zich verantwoordelijk weet voor het heil van mensen en de inrichting van de samenleving, mag zich de oproep van Paulus aantrekken. Och, waren allen van het volk profeten.
De auteur is predikant in de hervormde gemeente Kinderdijk-Middelweg. Dit artikel is een samenvatting van een lezing die hij hield op de ontmoetingsdag voor studenten theologie, georganiseerd door de Gereformeerde Bond, op 20 december.