Karl Barth, enfant terrible in de theologie
Karl Barth schudde de theologische wereld op met zijn radicale boodschap van God als de gans Andere. Voor de een is hij te orthodox, voor de ander scheert hij langs de alverzoening. Zijn vijftigste sterfdag afgelopen maandag luidt een Karl Barth-jaar in met tal van evenementen en publicaties.
De Zwitserse theoloog Karl Barth (1886-1968) geldt als een van de grootste theologen in de twintigste eeuw. Hij brak theologisch door met zijn commentaar op de Romeinenbrief, waarin hij de aanval inluidde op het theologisch liberalisme en het cultuurprotestantisme. Spraakmakend was zijn kritiek op het nationaal-socialisme, verwoord in de Verklaring van Barmen (1934), die het stichtingsdocument werd van de Duitse Belijdende Kerk. Zijn grootste betekenis lag in zijn ”Kirchliche Dogmatik”, een onvoltooide serie van dertien delen met ruim 10.000 bladzijden.
Barths sterfdag op 10 december 1968 vormde de opmaat voor een jaar vol activiteiten, zoals conferenties, lezingen en boeken. In Nederland gaf Karel Blei een gedegen inleiding op zijn leven en werk in zijn boek ”Karl Barth en zijn theologische weg door de tijd” (KokBoekencentrum Uitgevers). Bij deze uitgeverij verscheen ook een verzameling van vijftig typerende gebeden: ”U weet wie wij zijn”, ingeleid door dr. Gerard den Hertog.
Ralf Frisch, hoogleraar systematische theologie aan de Evangelische Hochschule Nürnberg, gaf zijn boek ”Alles gut” de ondertitel: ”Warum Karl Barths Theologie ihre beste Zeit noch vor sich hat” (Theologischer Verlag Zürich). Motivering: als er werkelijk niets meer in deze wereld aan God herinnert en alle ‘reddingspogingen’ om Hem weer ter sprake te brengen mislukken, kan God Zich weer verrassend openbaren.
Tegenspraak
Een leven in tegenspraak, zo kwalificeert Christiane Tietz, hoogleraar systematische theologie in Zürich, Karl Barth in haar boek ”Karl Barth. Ein Leben im Widerspruch”. Prof. Tietz, desgevraagd: „Ik gebruik het woord ”tegenspraak” omdat Barth op zoveel punten gangbare overtuigingen en maatschappelijke en politieke standpunten heeft tegengesproken. Verder heb ik hem als een persoonlijk, veelzijdig, maar ook door innerlijke strijd en tegenstellingen gestempeld mens leren kennen.”
Prof. Tietz doelt bij dit laatste onder meer op de driehoeksverhouding van Barth met zijn eigen vrouw en Charlotte von Kirschbaum, die als zijn secretaresse onder één dak met hem woonde en een voortdurende druk legde op het huwelijk. Barth was zich bewust van deze discutabele zijde, van de belasting die dit voor beide vrouwen betekende. „Alle drie streden daarom elk op hun wijze voor het vinden van een verantwoorde oplossing”, aldus prof. Tietz.
In het centrum van Barths theologie staat volgens Tietz het „oer-reformatorische” inzicht dat de mens niet door zijn eigen ervaringen God vindt, maar dat God Zich alleen in Christus werkelijk te kennen heeft gegeven. „De gronddynamiek in zijn theologie is de beweging van God naar de mens en niet omgekeerd.”
Barth is vooral in de internationale context actueel, zoals in de Verenigde Staten, Oost-Azië en Zuid-Afrika, aldus prof. Tietz. „Niet in fundamentalistische kringen, zoals vaak wordt beweerd, maar bij theologen die geïnteresseerd zijn in een stevige, inhoudelijke theologie. In Zwitserland is de interesse in Barth nog even groot als in het verleden. In Duitsland is er een groeiende groep theologen die je niet als onkritische barthianen kunt beschouwen, maar die Barths theologisch uitgangspunt nog steeds als richtinggevend beschouwen en deze constructief verder willen ontwikkelen.”
Strijdt Barth met zijn radicale uitgangspunt in de openbaring van God niet tegen veel liberale tendensen in de moderne theologie?
„Absoluut, dit conflicteert nog steeds met de liberale inzet bij de religie van de mens. Volgens Barth loopt het spoor van de religie naar God dood wanneer niet, zoals de reformatoren dachten, God en mens sterk van elkaar worden onderscheiden. Veelzeggend is dat veel liberale theologen tegenwoordig ”God” hoogstens als een onverklaarbaar mysterie verstaan.”
Barths verkiezingsleer is volgens u „bewust asymmetrisch” geconstrueerd. Het gaat om Christus als de Verworpene en Verkorene. Is alverzoening dan niet de logische consequentie?
„De hoop dat bij alle mensen de genade van God sterker zal zijn dan de menselijke afwijzing van de genade, ligt in het verlengde van Barths inzet. Maar omdat de verzoening bij hem geen logische consequentie is, maar alleen als handelen van God gezien kan worden, kun je uit deze hoop geen alverzoeningsleer destilleren. Barth zei dat je niet mag aannemen dat niemand verloren gaat, maar alleen dat je dat mag hopen. Mondeling heeft hij eens geantwoord op de vraag of hij een alverzoening leerde: „Ik leer die niet, maar ook niet niet.””
>>karl-barth-jahr.eu
Karl Barth. Ein Leben im Widerspruch, Christiane Tietz; uitg. C. H. Beck; 538 blz.; € 29,95.