SGP verzamelt munitie voor genderdiscussie
Weg met de stereotypen over mannen en vrouwen. Dat is de duidelijke stelling van minister Van Engelshoven (Emancipatie) in de emancipatienota van 2018-2021. „Door stereotypering tegen te gaan, stimuleren we gelijke behandeling en verkleinen we maatschappelijke problemen”, zo valt er te lezen in de nota. De SGP organiseerde donderdagmiddag een rondetafelgesprek met experts om te onderzoeken wat de gevolgen zijn van zo’n actieve stimulering van genderneutraliteit voor het gezin.
De emancipatienota is gebaseerd op een valse veronderstelling, betoogde socioloog Hendriks, die doceert aan de Peking University. Volgens hem worden de verschillen tussen mannen en vrouwen niet kleiner wanneer stereotyperingen actief worden tegengegaan. Hij gaf als voorbeeld Zweden, waar genderneutraliteit actief wordt gestimuleerd. „Wetenschappelijke onderzoeken tonen een paradox in gendergelijkheid aan. Daar waar mannen en vrouwen gestimuleerd worden om genderneutrale keuzes te maken, kiest bijvoorbeeld een groot deel van de vrouwen toch voor een traditioneel vrouwenberoep.”
Hendriks zei te vermoeden dat de nota is beïnvloed door genderstudies. Deze subdiscipline binnen de geesteswetenschappen meent dat de verschillen tussen mannen en vrouwen allemaal veroorzaakt zijn door stereotyperingen, legde de socioloog uit. „Deze bewering is wetenschappelijk niet onderbouwd. Het is een ideologie die leeft in de wetenschap. Genderstudies zijn een buitenbeetje in het genderonderzoek en hebben zich afgeschermd van onderzoeken in andere disciplines.” Een expert van de subdiscipline ontbrak tijdens het gesprek om daar een verklaring voor te geven.
De Amsterdamse hoogleraar neuropsychologie Jolles stelde dat wat genetisch bepaald is, uiteindelijk toch wel duidelijk naar boven zal komen. Daarom denkt hij dat het niet uitmaakt of kinderen gestimuleerd worden om bijvoorbeeld genderneutrale kleding te dragen. „Het brein zal bepalen wat je wordt. De kern is dat de omgeving of opvoeding dit niet kan beïnvloeden, omdat dit biologisch bepaald is.” De vraag die dan kan ontstaan, is waarom de stimulering van genderneutraliteit verworpen moet worden, als die opgedrongen neutraliteit in praktijk toch maar weinig invloed blijkt te hebben.
Verwaarlozing
Stimulering van genderneutraliteit heeft emotionele verwaarlozing van kinderen tot gevolg, zo poneerden meerdere experts. Kinderadviseur Van de Grift zei dat de verschillen tussen mannen en vrouwen niet veroorzaakt worden door stereotypen, maar juist een duidelijk biologisch verschil vormen waar kinderen zich fijn bij voelen. „Daar moet je van afblijven.”
Biopsycholoog Delfos deelde haar mening. Zij vindt dat volwassenen nu hun wensen op kinderen projecteren, terwijl wetenschappelijk onderzoek, dat toetst of kinderen dit wel willen, ontbreekt. „Daardoor laten we kinderen meer en meer niet gewoon zichzelf zijn.” Jolles sloot zich hierbij aan. „Waarom mogen meiden niet meer in prinsessenjurken rondlopen? Meiden moeten gewoon meiden kunnen zijn. Dat is geen stereotype. Als de meiden een volgende dag dan ook maar weer buiten lopen met vieze en gescheurde kleding.” De hoogleraar benadrukte dat jongens en meiden zich biologisch anders ontwikkelen.
Een andere reden om genderneutraliteit niet te stimuleren, is omdat het geen vorm van emancipatie is. „Een minderheid wordt nu misbruikt voor politiek gewin”, aldus psychiater Fenema. Rechtsfilosoof Hengstmengel vulde aan dat de discussie over genderneutraliteit in de Tweede Kamer nu gaat over wat „we moeten vinden” en niet over wat de overheid moet doen om deze transgender minderheid beter te beschermen. De bevolking een mening opdringen, is juist het tegenovergestelde van emancipatie, meende de rechtsfilosoof.
„Het trieste is dat de mensen die worstelen met deze problematiek niet geholpen worden”, zei Hengstmengel. Dat komt omdat het niet mogelijk is om door middel van recht de samenleving een overtuiging af te dwingen. „Genderideologen overschatten het recht.”
Daarnaast benadrukte advocaat Voogt, die gespecialiseerd is in gelijke behandeling, dat het recht van mensen, die vanwege hun geloofsovertuiging genderneutraliteit niet willen accepteren, in gevaar komt. Hij legde dit uit aan de hand van een praktijkvoorbeeld uit het onderwijs. „Het is voor scholen toegestaan om van docenten te eisen dat ze dezelfde levensovertuiging hebben als de identiteit van de school.”
„Wat als op een orthodoxe school een docent zegt zich voor 20 procent vrouw te voelen en daarom een dag in de week in een jurk en met nagellak naar school komt?” Een schoolbestuur heeft volgens Voogt in een dergelijk geval geen grond om op te staan. „Het wordt dan moeilijk voor een school om aan te tonen dat dit niet bij de identiteit past.”
Dapper
Een bezwaar van genderneutraliteit dat bovenal belicht werd, was de onnodige identiteitscrises die in toenemende mate onder kinderen voorkomen. Zo vertelde Delfos dat er een meisje van elf naar haar praktijk kwam. „Ze wilde graag een jongen worden, dus ik vroeg haar waarom ze dat wilde.” „Ik ben een meisje. Ik ben niet dapper”, meende ze. De therapeut weerlegde de wens van het meisje met de woorden: „Jongens zijn ook niet altijd dapper.”