Kabinet begint campagne tegen desinformatie
De regering wil burgers bewuster maken van desinformatie en nepnieuws rond verkiezingen. Er komt een „bewustwordingscampagne” in aanloop naar de verkiezingen volgend jaar voor Provinciale Staten, de waterschappen en het Europees parlement.
„Die verkiezingen moeten vrij en eerlijk verlopen”, zegt verantwoordelijk minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken). Ze waarschuwt voor misleidende beïnvloeding van burgers op bijvoorbeeld het internet en sociale media, die de democratie kan ondermijnen en destabiliseren. De minister spreekt over een reële dreiging.
De campagne, die in februari begint, moet burgers duidelijk maken waarom ze online bepaalde berichten krijgen en wie er achter kan zitten. De campagne gaat niet over inhoud of politieke opvattingen.
Coalitiepartners CDA en D66 hadden voor de campagne gepleit. Veel misleidende informatie en nepnieuws komt uit het buitenland, bijvoorbeeld Rusland. De partijen willen de verkiezingen niet laten „kapen”.
Op aandringen van regeringspartij VVD laat het kabinet ook de effecten van sociale media en internetzoekmachines op verkiezingen onderzoeken. De regering verwacht ook dat techbedrijven als Facebook hun verantwoordelijkheid nemen. Zij zouden de verspreiding van desinformatie kunnen beperken zonder dat de vrijheid van meningsuiting en pers daaronder lijden.
Uit onderzoek van het Rathenau Instituut blijkt dat in Nederland het risico klein is dat er zogenoemde onlinefilterbubbels ontstaan, waarin mensen zich eenzijdig informeren. Het instituut wijst op een sterk mediabestel en groot vertrouwen in de media. Ook halen mensen hun nieuws uit meerdere bronnen. Desondanks is alertheid geboden, vinden de onderzoekers en het ministerie.