Column ds. Belder: Hasselt
Het lot viel op Zacharias. Dus trok de oude priester naar Jeruzalems tempel voor zijn adventsdienst. Mijn weg leidde naar het Zwartewaterstadje Hasselt. Niet vanwege loting, maar genood door een vriendelijke preekbeurtvoorziener. Tien dagen geleden onder een lucht vol buiige regen ging ik. Lang geleden begaf ik mij per rijwiel derwaarts. In de dagen van mijn jeugd in Overijssels Noordwesthoek.
Het weerzien van dit veenland roept steevast zoete herinneringen wakker in een man wiens kruin kaalt en wiens slapen grijzen. Die oude streek met zijn meren en moerassen, met zijn toen nog ongerepte natuur en veelal eenvoudig volk. Land van mysterieuze wolken en winden. Van boerenplaatsen met mossige rietdaken en deftige stadjes. Blokzijl, Vollenhove, Hasselt, die glorie en welvaart van weleer zichtbaar in zich hebben opgezogen.
Eigenlijk begint Overijssels kop in Zwartsluis, maar voor mij al in Hasselt. Van ver verheffen schip en toren van de Stephanus zich boven de krans van kruinen en kammen van oude gevels. Groot en monumentaal. De kerk in het midden en al het andere daaromheen. Zo was het eeuwenlang. De tijd dat kerk en geloof centraal stonden in het mensenbestaan.
Ruim voor kerktijd parkeer ik mijn auto. De intieme straten en steegjes liggen eenzaam en leeg. Nog. Maar komen doen ze, de zondagse mensen.
Ik dwaal een moment door het imposante, statige bedehuis, vol sobere vroomheid in hout en steen. In de hoogte hangt het zwierig geornamenteerde Knolorgel in warm rood. Middenin de preekstoel waar de geslachten zich omheen groepeerden. En nog. Onder diezelfde Bijbel. Wel en wee, dank en nood voor Gods aangezicht brengend. Hier wordt de lofzang gaande gehouden. Ook deze avond. Niet ijl en flauw, maar robuust, overtuigd en overtuigend.
Buiten gaat de wereld tekeer. Een wereld waaruit God is weggeraakt. De wereld van snel smeltende ijskappen. Van Black Fridayhysterie, Pietengeneuzel, cocaïnemaffia en omvallende ziekenhuizen. Van brexit, overvolle vluchtelingencentra en stervende kindertjes in Jemen. Van gele hesjes, boos op alles. Een gele golf die zich als een ondergrondse veenbrand door Europa slingert.
Tegenover de vox populi, de stem van het volk, klinkt in de oude Stephanus de vox Dei, Gods stem. Te midden van strijd en nood en dood. Christus is triomfator. Gekomen en komend. Het is advent. Dat is Hem verwachten met brandend hart.
Van welke richting is Hasselt, vroeg iemand. De oude dominee Gunning kende maar twee richtingen: één naar God toe en één van Hem af. En hoe dichter bij Christus, hoe minder verschillen (Stanley Jones).