Bewoners beplanten oeroude begraafplaats bij Hasselt
Op het kerkhof in Zwartewatersklooster, een gehucht nabij het Overijsselse stadje Hasselt, worden al 785 jaar doden begraven. Zaterdag kwamen mensen uit de buurtschap en aanpalende nederzettingen in actie om de nog kale uitbreiding van de dodenakker in te planten.
Het is niet zomaar een kerkhof. Al bijna acht eeuwen vinden mensen op dit rivierduin hun laatste rustplaats. Dat begon allemaal met de bouw van een nonnenklooster met kerk op deze plek in 1233. Dit was de begraafplaats die hoorde bij het klooster. De Drenten betaalden de gebouwen die werden opgericht als boetedoening om de zielen te gedenken van de overleden ridders die in 1227 sneuvelden bij de Slag bij Ane.
De 149 commandanten die omkwamen in het veen werden naar alle waarschijnlijkheid in de buurt van Zwartewatersklooster begraven, de plek waar de gepekelde lijken per boot aankwamen. Niet op het kerkhof waar het nu om gaat trouwens, maar een kilometer verderop, op een plek die sindsdien ’t Olde Kerkhof heet. Niemand mocht daar sindsdien begraven worden, zo werd van vader op zoon doorgegeven. Dat gebeurde ook niet. Tot op de dag van vandaag.
Na de Reformatie was het voorbij. De kloosterkerk was meteen weg, het kerkhof bleef. Andere gebouwen bleven staan tot eind 18e eeuw. Toen gingen ook die tegen de vlakte. Van de stenen werd een aantal boerderijen gebouwd.
Stichting
In een van die hoeven woont Johannes ten Klooster (78). Zijn achternaam verwijst naar de plek waar hij vandaan komt. Hij zit al jaren in het bestuur van de Stichting Begraafplaats Zwartewatersklooster en hij weet er alles van.
Zijn hele voorgeslacht ligt op het kerkhof van het Overijsselse gehucht begraven en hij en zijn vrouw komen er ook te liggen. Ten Klooster weet al precies waar: naast zijn ouders en grootouders. De ruimte is vrijgehouden. Hoe lang het nog duurt, weet Ten Klooster uiteraard niet, maar hij is ernstig ziek. „We komen allemaal een keer aan de beurt. Hier wil ik liggen. Bij mijn voorgeslacht. Ik hoor hier thuis. Families uit de buurtschappen liggen bij elkaar.”
De oeroude dodenakker kreeg dit jaar een uitbreiding. Het duurde tien jaar voordat de stichting deze mocht realiseren en dat had alles te maken met de resten van het klooster die niet verstoord mochten worden. Hier en daar ligt nog een fundering.
Twaalf are kwam erbij, aansluitend aan de oude begraafplaats. „Het is nieuwe grond die is aangebracht, zodat we mogelijke archeologische resten niet verstoren. Die grond moet nu inklinken”, zegt Ten Klooster.
Er was weinig te zien. Slechts gras. Dat verandert, want de buurt kwam zaterdag in actie. „Er komt een flinke heg rondom het veld en struiken op het schuine deel”, legt Ten Klooster uit.
Al zeventig jaar loop hij rond op het kerkhof. Zaterdag zorgde hij voor de koffie. De afstand van zijn huis naar het kerkhof is honderd meter. Dat redt hij nog net. Meewerken ging niet, hoe graag hij het ook had gewild.
Regels
De regels om te worden begraven op deze rustieke en oeroude plek zijn simpel, maar strikt: woon je in de gehuchten Zwartewatersklooster, Cellemuiden, De Velde, Kievitsnest of Nadorst, dan mag je op het kerkhof worden begraven, anders niet. „Het begraafrecht is gekoppeld aan een huis”, zegt Ten Klooster. „Het recht gaat tot het eerste geslacht. Daarna houdt het op.”
Hoeveel graven zijn er eigenlijk? „Er zijn nu 147 nummers, maar dat zegt niks, want vroeger werd er niet genummerd. Hier wordt al 800 jaar begraven en bij elk nieuw graf vinden we vaak resten. Die gaan onderin een nieuw graf. Daarbovenop komt de kist. Zo doen we dat hier al eeuwen.”