Liever een oudvader dan een moderne theoloog
In Nieuw-Milligen, aan de lange Amersfoortseweg, die loopt van Apeldoorn naar Amersfoort, woont sinds kort ds. D. Heemskerk met zijn vrouw en hun dochter Hanneke. Hij is met emeritaat.
De familie Heemskerk wilde graag in het buitengebied wonen voor hun dochter Hanneke (28). „Hanneke heeft een klassieke vorm van autisme en een lichte verstandelijke beperking. Ze heeft veel zorg en structuur nodig. Zolang we kunnen, willen we haar zelf verzorgen en begeleiden. En we wilden ook graag in de buurt wonen van onze andere kinderen. Deze streek kennen we, want ik heb zeven jaar in Garderen gestaan.”
Dirk Heemskerk werd op 15 oktober 1951 in Katwijk aan Zee geboren. Zijn vader was visser, maar kreeg later werk aan de wal. „Mijn ouders waren in hart en nieren hervormd. In Katwijk stonden toen de predikanten W. L. Tukker, G. Boer, S. de Jong, J. Catsburg en W. Chr. Hovius. In de Kapel in Katwijk kwamen doordeweeks predikanten als A. J. Wijnmaalen, B. Haverkamp en P. Zandt preken.”
In de jaren zestig kwam er voor het eerst in Katwijk een gemeente van de Gereformeerde Bond. „Ik was nog jong toen dat gebeurde, maar ik herinner me wel dat het een hele worsteling is geweest. Als kinderen voelden we de spanning en de strijd die dat met zich meebracht. Mijn ouders maakten heel bewust de keus voor de Gereformeerde Bond, maar als op zondagmiddag in de christelijke gereformeerde kerk ds. H. van Leeuwen preekte, gingen ze daar ook graag naartoe. Het ging hen om de waarheid. Ze wilden graag verdieping horen in de prediking, maar ze zouden nooit de Hervormde Kerk opgeven. Ze hadden echt hervormd-gereformeerd bloed. Dat zat hen in de genen.”
Zijn grootmoeder van vaders kant was de bekende vrouw Heemskerk, mevrouw J. C. van Heemskerk-Van Rijn. Kerkelijk behoorde zij eerst tot de Gereformeerde Gemeenten. In 1953 ging ze over naar de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Toen ze op 22 maart 1998 in Huize Winterdijk stierf, was ze bijna 110 jaar.
„In haar voorgeslacht waren er veel Godvrezende mensen. Zelf had ze een uitgebreide kring van vrienden door het gehele land. Vaak waren dat eenvoudige mensen, maar ze waren wel door God geleerd en van Hem onderwezen. Als Christus maar in het middelpunt mocht staan, had mijn grootmoeder geen last van kerkmuren. Kerkelijk heeft ze altijd een ruime blik gehad.”
J. Mastenbroek beschreef haar leven in het boekje ”Met langheid der dagen verzadigd” (Houten, 2007). Bekeringsgeschiedenissen kunnen veel onderwijs geven, zegt ds. Heemskerk. „Maar we moeten zulke boeken niet tot norm voor anderen stellen. De eerlijkste bekeringsgeschiedenissen staan in de Bijbel, want alles wat naar het Woord niet is, zal geen dageraad hebben. Ik ben ook nog nooit een bekeringsgeschiedenis tegengekomen die eindigt als die van Jona.”
Theologie in Leiden
Heemskerk werd op latere leeftijd predikant. Maar de wens om predikant te worden lag al vroeg in zijn hart. „Terwijl we al getrouwd waren en twee kinderen hadden, ging ik theologie studeren aan de Universiteit Leiden. Om dat voor het gezin betaalbaar te houden, bleef ik zo lang mogelijk werken. Ik wilde graag de studie in zo kort mogelijke tijd doen, daarom studeerde ik alle collegevrije perioden gewoon door. Zodoende deed ik een jaar korter over de studie.”
In Leiden studeerde Heemskerk bij onder meer dr. H. Berkhof en dr. G. H. ter Schegget. Daar heerste theologisch een andere geest dan hij in kerkelijk Katwijk gewend was. „Maar Leiden kon ik op de fiets af en ik zag geen reden om naar Utrecht te gaan. Berkhof was een uiterst vriendelijke man en Ter Schegget heeft het mij ook niet moeilijk gemaakt. De Schriftkritische geluiden die ik in Leiden hoorde, waren voor mij juist een extra stimulans om zelf nog meer de Schrift te onderzoeken.”
Naar Maartensdijk
Op 12 januari 1983 werd kandidaat Heemskerk door ds. S. de Jong bevestigd tot hervormd predikant in Maartensdijk. Daarna volgden de hervormde gemeenten Ouddorp, Nieuwleusen en Garderen en de hersteld hervormde gemeenten van Opheusden, Genemuiden en Ouderkerk aan den IJssel. „Zeven gemeenten. Die waren weliswaar niet allemaal gelijk, maar in al die gemeenten stond men een orthodoxe, Schriftuurlijk-bevindelijke prediking voor. Men begeerde een eenvoudige prediking die naar Schrift en belijdenis was.”
In zijn hele ambtelijke periode is er wel sprake geweest van strijd, zegt ds. Heemskerk. „Toen ik in Maartensdijk predikant werd, waren de eerste geluiden rond het Samen op Weg-proces reeds te horen. Dat begon toen al te schemeren. Het heeft mij altijd veel strijd en veel tijd gekost. Terugziende kan ik me de vraag wel stellen of die tijd niet beter besteed had moeten worden. Maar het ging wel om Schrift en belijdenis, om de grondrechten van de kerk. Bij mijn bevestiging tot predikant had ik beloofd om op die grondslag te blijven staan.”
De Nederlandse Hervormde Kerk was hem lief. „Die kerk is in de Reformatie geplant, met alle lek en gebrek die de kerk eigen is, met alle verval, breuken en scheuringen die er geweest zijn. De kerk was mijn moeder. En als je moeder doodziek is, ga je haar niet verlaten.”
Het Samen op Weg-proces, de totstandkoming van de Protestantse Kerk in Nederland en het einde van de Nederlandse Hervormde Kerk heeft een kras in zijn ziel gegeven, zegt ds. Heemskerk. „Nee, ik ben niet verzuurd. Maar ik vind het wel diep verdrietig. En nee, ik ken ook geen wrok. Maar ben wel zeer bedroefd.”
U bent een strijder?
„In Ouddorp, mijn tweede gemeente, kreeg ik eens een wijze les van een geoefende vrouw, ”Jaantje van d’n duunkant”. Jaantje zei: „Wie strijdt voor een kerk, heeft zijn hele leven werk. Maar wie treurt over de zonde heeft een goede zaak gevonden.” Kijk, díe strijd moeten we kennen. Strijdt om in te gaan. Jehu streed ook een strijd, maar dat was niet de goede strijd. Strijdt de goede strijd des geloofs. Dát is het. En verder wil ik geen scherpslijper zijn.”
Compromissen sluiten is aan u niet besteed. U bent vasthoudend van karakter.
„Ik vermoed dat dat klopt. Er is vasthoudendheid nodig om bij de oude waarheid te blijven. Als je eenmaal aan het vernieuwen gaat, blijf je vaak aan het vernieuwen. Ben ik daarin star? Nee, wel voorzichtig. Gods Woord zegt: „Zet de oude palen niet terug.” De Bijbel zegt: „Houdt wat ge hebt, opdat niemand uw kroon neme.” Wat we nodig hebben, is in veel gevallen moed om de traditie hoog te houden. Hoe vaak wordt in het Nieuwe Testament niet het Oude Testament geciteerd! Daar zaten toch honderden jaren tussen. De waarheid is onveranderlijk. God is gisteren en heden Dezelfde en Zijn Woord bestaat tot in eeuwigheid.”
Pedaalharmonium
In de woonkamer staat een enorm tweeklaviers pedaalharmonium, van de Amerikaanse orgelmaker Mason & Hamlin. Ds. Heemskerk houdt van muziek, van de psalmen en van stichtelijk orgelspel. „Goed orgelspel in de eredienst is van groot belang, want Augustinus zei al dat zingen gelijk staat aan tweemaal bidden. Een organist moet weten wat hij speelt, moet aan de gemeente laten horen wat er in de psalmen staat. Dat kan een extra stimulans zijn voor de gemeentezang.”
De gemeente mag voor gemeentezang best de tijd nemen, zegt ds. Heemskerk. „Zingen vraagt om onze aandacht. Daarom houd ik meer van niet-ritmische dan van ritmische gemeentezang. Ik houd van statig psalmgezang.”
De prediking is zijn voornaamste taak, vindt ds. Heemskerk. „Preken is het Woord van God uitleggen en toepassen op de harten van de hoorders. Van de oudvaders heb ik geleerd dat je bij je tekst moet blijven, dat je zorgvuldig moet exegetiseren. Wat stáát er nu precies? En wat betekent die tekst in onze huidige, moderne context? Als predikant moet je er niet van alles en nog wat bij halen, geen verhaaltjes in elk geval. Daar is de preekstoel niet voor. „Predik het Woord”, zegt Paulus. Hij zei niet: „Vertel eens een verhaaltje.” Ik vind het zorgelijk als het in de dienst opeens zo stil wordt als de dominee een verhaaltje vertelt. Op dat moment zijn we terug bij Rome. Daar dienden de beelden eerst als boeken der leken, later verdrongen ze het Woord. Zulke dingen geven een gang in het leven die niet altijd even vast is en niet in de Schrift gegrond is. Het gaat om de Heilige Schrift en de daarop gegronde belijdenisgeschriften. Wat in de prediking aan de orde moet komen, is de noodzakelijkheid en de mogelijkheid van de wedergeboorte, het wonder van het nieuwe leven, de voortgang van de bekering. De zondaar moet met God worden verzoend. Dat is geen vanzelfsprekendheid, want daar is een wonder van Boven voor nodig.”
Concentratie
Van ds. Heemskerk mag een kerkdienst anderhalf uur duren. „Als je het niet in anderhalf uur kunt zeggen, is twee uur ook niet meer genoeg. In de maatschappij zeggen ze dat iemand zich hooguit twintig minuten kan concentreren. Als je te lang preekt, gaan de mensen zitten schuiven. Hun aandacht verslapt. Ook om te helpen de aandacht erbij te houden, geef ik nog steeds de tussenzang op. We hebben zelf elf kinderen en hebben dus gezien dat kleine kinderen anderhalf uur stilzitten lastig vinden. Een tussenzang maakt het voor hen wat gemakkelijker.”
De preekstoel is er niet voor kerkpolitiek of kerkelijke verwikkelingen. „Nee, ook in 2004 heb ik me daar niet aan bezondigd. De kansel is er voor de verkondiging van het Woord van God. Nergens anders voor.”
De preek mag niet alleen gericht zijn op Gods volk. „Je moet de breedte van de gemeente aanspreken. Het geldt iedereen: „Dwingt ze om in te komen!” En: „Predik het Evangelie aan alle creaturen.” De boodschap mogen wij niet versmallen tot alleen Gods kinderen. De Heere Jezus is niet gekomen voor bekeerde zondaars, maar om zondaren te roepen tot bekering. Dat is echt wat anders.”
Voor ds. Heemskerk was pastoraat altijd van groot belang. „Ik heb veel tijd genomen voor bezoeken aan zieken, bejaarden en mensen in moeite en zorg. En in de huizen probeer je dan het gesprek te brengen op de eeuwige dingen, op de zaken die het ene nodige betreffen. Al het andere gaat toch maar voorbij.”
Lange vakanties in verre landen waren er daarom niet bij. „Als er een gemeentelid van je sterft, wil je er als pastor toch bij zijn. Dan wil je die dagen toch bij de familie kunnen zijn en zelf de begrafenis kunnen leiden. Ik voel me gezegend dat ik nog nooit een begrafenis van een gemeentelid aan een collega heb moeten overdoen.”
Pastoraat strekt zich bij ds. Heemskerk ook uit tot de grijze rand van onkerkelijken, de papieren leden die nooit in de kerk komen, maar wel als lid staan ingeschreven. „Zulke mensen heb ik altijd bezocht, als ze ziek werden, als er rouw of verdriet was. Ik heb ze ook begraven. Dat hoort nu eenmaal tot de hervormde gedachte van de volkskerk. De Zaligmaker beperkte Zich ook niet tot een bepaalde denominatie. Hij ontving de zondaars en at met hen. Wij mogen niet alles afschrijven wat niet direct aan onze voorwaarden voldoet. De kerk mag nooit leden uitschrijven, behalve hen die zichzelf uitschrijven.”
Werkdagen duren bij ds. Heemskerk lang. De dag begint meestal rond een uur of zes. „Predikant zijn is geen baan van acht tot vijf. Het Woord is het waard om bestudeerd te worden. Ik ben altijd wel bezig, met lezen, studeren, onderzoeken en mensen bezoeken. Het is mijn leven. Ik spaar geen postzegels of sigarenbandjes.”
Had u nog tijd voor de wiskundesommen van de kinderen?
„Ik heb nooit veel verstand van wiskunde gehad. Mijn vrouw was daarin veel beter.”
Even stokt de woordenstroom: „Het predikantsleven is voor kinderen ingrijpend. Als hun vader een beroep aanneemt, kunnen de kinderen alle spullen inpakken en hebben ze maar mee te gaan. Dan moeten ze vriendjes en vriendinnetjes verlaten. Hun vader is ook niet altijd voor hen beschikbaar. Als ik terugkijk, denk ik dat ik sommige dingen misschien wel anders had moeten doen, maar het is nu eenmaal allemaal zo geleid.”
Volgt u de theologische discussies, over schepping en evolutie bijvoorbeeld?
„Helemaal niet. Ik heb geen behoefte aan de moderne theologie. Ik verdiep me er ook niet in, want ik kom nu al tijd tekort. De tijd is mij te kostbaar dan dat ik me zou verdiepen in theologie die geen recht doet aan Gods Woord. In de krant volg ik de hoofdlijnen en dat is mij genoeg. Ik kan de schepping ook niet bewijzen, kan alleen maar aanvaarden wat God ons erover geopenbaard heeft. Daar wil ik van harte voor buigen.”
Ds. Heemskerk leest liever de oudvaders. „Ik houd van hun schriftkennis en van hun Godgeleerdheid. Ik lees graag de Schotten, zoals de gebroeders Erskines, Binning en Gray, en Nederlandse schrijvers zoals Smijtegelt en de werken van de oefenaars Avinck en Van Lis. Bij hen vind je doorwrochte preken, met een groot aanbod van genade, waarin de zondaars zonder enig voorbehoud worden opgeroepen tot geloof en bekering. Bij hen kan geen mens nog iets aanvoeren ter verontschuldiging van zijn onbekeerlijkheid. In de oudvaders raak ik nooit uitgelezen. Daar heb ik geen moderne theologen bij nodig.”
In verband met zijn emeritaat neemt ds. Heemskerk op eerste kerstdag afscheid van de hersteld hervormde gemeente te Ouderkerk aan den IJssel. En dat vindt hij moeilijk. „Ik mag natuurlijk wel blijven preken, maar de gemeente ben ik kwijt. Dat valt me zwaar. Ik ben nog goed gezond, voor zover ik weet. Liever was ik nog een paar jaar doorgegaan. Maar de regels leggen mij een emeritaat op. Het is niet anders.”
Dominee D. Heemskerk
Dirk Heemskerk werd op 15 oktober 1951 geboren in Katwijk aan Zee. Hij werd achtereenvolgens hervormd predikant in Maartensdijk (1983), Ouddorp (1988), Nieuwleusen (1993) en Garderen (1997). Na de totstandkoming van de Protestantse Kerk in Nederland diende hij de hersteld hervormde gemeenten van Opheusden (2004), Genemuiden (2009) en Ouderkerk aan den IJssel (2013).
Van 2004 tot 2010 was ds. Heemskerk preses van de Hersteld Hervormde Kerk. Hij was bestuurlijk betrokken bij Stichting Adullam en maakte twintig jaar deel uit van het hoofdbestuur van de SGP. Voor de zendingscommissie van de Hersteld Hervormde Kerk bezocht hij enkele malen Malawi. Na zijn emeritaat zal hij, vanaf 1 januari 2019, in Garderen pastoraal werk gaan doen, zolang de vacature daar duurt. In Opheusden doet hij nog een dag pastoraal werk. Het echtpaar Heemskerk woont sinds kort in Nieuw-Milligen. Ze hebben elf kinderen en negentien kleinkinderen.