Kerkelijke zorg
Psalm 80:20
„O Heere, God der heirscharen! breng ons weder; laat Uw aanschijn lichten, zo zullen wij verlost worden.”
Ik zie uw niet aflatende zorg waarmee u de eenheid van het geloof in God, in liefde tot de mensen, in uw kerken getracht hebt te voeden. Zo vaak als ik de achtbare en eerwaarde uitheemse theologen aanschouw –heldere lichten van Europa en geen geringe hulp in onze synode– zo vaak is het ook dat ik veel goeds van deze synode verwacht. Zo merk ik ook de edelen op, die ons met raad en daad bijstaan. Ik hoop op dezelfde vruchten, evenals alle gereformeerde christenen met ons, over de hele aardbodem verstrooid. Iedereen is hier als op de wachttoren gesteld.
Ik zie afgevaardigden van koningen, prinsen en magistraten. Predikanten en anderen die huisgenoten zijn van hetzelfde geloof. Zij geven hun waarschuwingen, oordelen en adviezen, telkens als ze met ons vergaderen. Mogen zij hun grote vreugde uitdrukken, en bovendien hun wensen, zuchten en gebeden tot God uitstorten om de gelukkige afloop van deze synode.
Johannes Polyander, hoogleraar in Leiden (”Preek over Jesaja 52:7”, 1618)