Met buiten gebruik geraakte kerken moet zorgvuldig worden omgegaan
Paus Franciscus wil dat de Rooms-Katholieke Kerk zich ook bemoeit met de herbestemming van kerkgebouwen die ontwijd zijn, zoals deze kerk dat noemt. Voor zover bekend is het de eerste keer dat het Vaticaan de regie in handen neemt wat betreft de vraag: wat doen we met kerken die niet meer in gebruik zijn? De Pauselijke Cultuurraad publiceert nog deze week richtlijnen hierover.
Tot voor kort leek het probleem in Italië, thuisland van de RK-Kerk, niet zo groot. Maar inmiddels worden ook daar kerken ontwijd. Zelfs in Rome is dat het geval.
In Nederland lijken we er inmiddels aan gewend te zijn geraakt dat kerken worden gesloten. Jaarlijks worden gebouwen aan de eredienst onttrokken, omdat een plaatselijke gemeente krimpt en het onderhoud gewoonweg niet meer is op te brengen. Is het besluit tot afstoting van een kerk eenmaal genomen –dat vaak gepaard gaat met veel emoties– dan komt meteen daarna de vraag aan wie het gebouw kan worden verkocht.
In een recente boodschap is de paus hierover duidelijk. Hij zoekt „waardige oplossingen” voor kerkgebouwen die niet langer nodig zijn. Hij noemt ze „heilige tekenen”, die ook als ze niet meer als zodanig worden gebruikt, een rol behouden. Zulke kerken worden door de gemeenschap beschouwd als „getuigenissen van het geloof van die gemeenschap.” Om die reden ziet paus Franciscus ze als „een instrument van evangelisatie.”
De opmerkingen van de paus hebben ook protestanten in het geseculariseerde Nederland iets te zeggen. Nu kennen we in de protestantse traditie weliswaar geen gewijde gebouwen. Een kerkgebouw is voor zonen en dochters van de Reformatie geen heilige ruimte, maar een plaats van samenkomst. Maar het is wel de plek waar de Bijbel openligt; een plaats die apart gezet is voor de dienst aan God.
Een kerk die niet meer als zodanig in gebruik is en waar de kanselbijbel gesloten is, is in principe weer een gewoon gebouw geworden. Toch is ook zo’n buiten gebruik gestelde kerk in veel gevallen een blijvend teken in het landschap. Bezoekers van een lege monumentale kerk zullen op tal van plaatsen in die ruimte Bijbelteksten lezen of andere verwijzingen naar de eeuwige God opmerken. En een kerk met toren is hoe dan ook een vingerwijzing naar de hemel. Het is belangrijk dat met dit culturele erfgoed zorgvuldig wordt omgegaan. Het is in het verleden te vaak gebeurd dat kerken werden verbouwd tot restaurant of theaterruimte.
Er lijkt in ons land steeds meer oog te zijn voor een waardige herbestemming van kerken. Dat is gelukkig. Al blijft de reden van afstoting –bijna altijd is dit de krimp van een gemeente– erg triest. Soms is het echter maar het best als een kerk wordt afgebroken. Dat laatste is het geval als de nieuwe functie van het gebouw haaks staat op de oorspronkelijke bestemming.