Binnenland

Belasting op baarden en vuile vingers

Nu veel mensen hun tuintjes bestraten en zo de waterhuishouding verstoren, wordt er gesproken over een ‘tuintegelbelasting’ om dat tegen te gaan. Sommige Duitse steden hebben die al, maar in Nederland lijkt het nog toekomstmuziek.

ANP
3 December 2018 09:24Gewijzigd op 16 November 2020 14:46
In de zestiende eeuw bestond er een baardbelasting, ingevoerd door de roemruchte 16e-eeuwse Engelse koning Hendrik VIII . beeld RD
In de zestiende eeuw bestond er een baardbelasting, ingevoerd door de roemruchte 16e-eeuwse Engelse koning Hendrik VIII . beeld RD

Het Belasting & Douane Museum in Rotterdam loopt er echter op vooruit in de komende expositie ”Bizarre belastingen”. Die gaat terug tot heffingen uit 800 voor Christus.

Toen moesten ze in Egypte badhuisbelasting betalen, vertelt samensteller Wim van Es. Vermoedelijk was dit uitsluitend een manier voor de overheid om extra inkomsten te krijgen. Hetzelfde gold voor de baardbelasting die de roemruchte 16e-eeuwse Engelse koning Hendrik VIII invoerde op de lengte van baarden.

Nobeler waren de drijfveren van Peter de Grote, de Russische tsaar (1672-1725), die zijn volk wat wilde beschaven met eenzelfde taks. „Puur om de hygiëne wilde hij de baard bestrijden. De heffing erop heeft zestig jaar bestaan, hoewel ze bijvoorbeeld een probleem was voor mensen die om religieuze redenen een baard wilden laten staan. Dat mocht wel, maar dan moesten ze betalen, van een paar kopeken voor de armen tot 100 roebel voor de rijken. Wie had betaald kon een penninkje laten zien. Daar zijn er nog vrij veel van.”

De Engelsman William Pitt was premier toen zijn land in de 18e eeuw op de fles dreigde te gaan. In pure paniek voerde hij een belasting op klokken in. Ze werd een van de kortste belastingen ooit, vertelt Van Es: „Ze heeft maar negen maanden geduurd. Mensen kochten geen klokken meer en lieten kapotte exemplaren niet repareren. De hele klokkenbranche liep te hoop.”

Boosheid was er in de 19e eeuw om „de vuile vingers van de fiscus”, belastingstempels die in de rechterbovenhoek van de kranten moesten staan. „Die maakten wel 50 procent van de prijs van een krant uit, toen nog echt een medium voor de elite. Tegenstanders verenigden zich in een antidagbladzegelverbond, de belasting werd ingetrokken en de krantenverkoop vloog omhoog.”

De tentoonstelling, die half december begint, gaat ook over oude belastingen die we nu in een nieuwe vorm hebben, zoals de vroegere stookplaatsenbelasting, in onze tijd teruggekomen als ozb.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer