Heischraal grasland dreigt uit Nederland te verdwijnen
Twee hunebedden vlak bij elkaar. De onverharde weg op de Havelterberg voert ertussendoor en opent een weids vergezicht over het Holtingerveld, een golvende heide afgewisseld met bosschages. Hier in Drenthe zijn de laatste stukjes heischraal grasland te vinden.
Simpel gezegd zit heischraal grasland tussen hei en grasland in, vertelt ir. Friso van der Zee, themacoördinator bij Wageningen Environmental Reseach, voorheen Alterra. „De bodem is even voedselarm als van heide, maar minder zuur.”
Graslanden komen over de hele wereld voor; hetzij natuurlijk, zoals steppen, hetzij halfnatuurlijk of als cultuurgrasland. In Europa en Amerika staan (half)natuurlijke graslanden door ontginning en intensivering van het gebruik zwaar onder druk, vertelt dr. Roland Bobbink, senior onderzoeker bij B-WARE in Nijmegen. Heischraal grasland, dat in bijna alle Europese landen voorkomt, is een van de meest bedreigde graslandtypen; de laaglandvorm dreigt zelfs uit te sterven.
„Het gaat nergens in Europa fantastisch met de natuur, maar in het dichtbevolkte Nederland behoorlijk slecht”, meent Van der Zee. „Slechts 4 procent van het aantal habitattypen staat er volgens het Compendium voor de Leefomgeving goed voor, het minste van alle EU-landen.”
Van de 51 habitattypen (biotopen) van de Europese Habitatrichtlijn die in Nederland voorkomen, zijn er 11 ernstig bedreigd. Drie daarvan zijn grasland: stroomdalgrasland, orchideeënrijk kalkgrasland en heischraal grasland. Bobbink en Van der Zee schreven begin dit jaar een actieplan tot redding van laatstgenoemd type. „Het is twee voor twaalf.”
Ecologen onderscheiden in Nederland vier soorten heischraal grasland: droog, met als kenmerkende planten liggend walstro en schapengras; nat, met klokjesgentiaan en borstelgras; het duintype, met maanvaren en vleugeltjesbloem; en het Zuid-Limburgse type, met betonie en gevinde kortsteel.
Goed ontwikkeld heischraal grasland staat vol bijzondere bloemen, zoals welriekende nachtorchis en heidekartelblad, en er dartelen schitterende vlinders als duinparelmoervlinder en aardbeivlinder. Het droge type is het ernstigst bedreigd, dus daarop richt het actieplan zich met name.
Zonder mest
Heischraal grasland ontstond op zandgronden waar eeuwenlang werd geweid of gehooid zonder dat er mest opgebracht werd. Op plaatsen waar voldoende kalk en andere mineralen in de bodem zitten –de zogeheten gebufferde gronden– wordt voorkomen dat de grond verzuurt, en voelen tal van kruiden zich thuis. Anders blijft er uiteindelijk weinig over dan struikhei, pijpenstrootje en bochtige smele.
„En dat gebeurt nu overal”, legt Van der Zee uit. „Door de voortdurende neerslag van stikstof raakt de buffercapaciteit uitgeput, het snelst op droge zandgrond.”
Prof. dr. Wim de Vries, hoogleraar milieusysteemanalyse in Wageningen, bevestigt dat er te veel stikstof in de natuur terechtkomt. Het meeste komt in de buurt van de bron op de grond, een kleiner deel tot tientallen kilometers verderop. „Het is voor ongeveer twee derde ammoniak uit de landbouw en voor een derde stikstofoxiden van met name het verkeer. De concentraties zijn van 1993 tot ongeveer 2004 gedaald, maar daarna weer licht gaan stijgen. Deels komt dat doordat de uitstoot nauwelijks verder vermindert, deels doordat er minder gifstoffen in de lucht zitten die ammoniak neutraliseren.”
Soorten verdwenen
Van der Zee: „Van de plekken die twintig jaar geleden gekarteerd zijn als heischraal grasland valt volgens recent onderzoek het meeste af: bijna alle kenmerkende soorten zijn verdwenen. Er is naar schatting in heel Nederland nog maar 30 tot 40 hectare droog heischraal grasland van een redelijke kwaliteit over.”
En niet alleen de zeldzame soorten zoals valkruid (zie kader) en rozenkransje ruimden het veld, maar ook tot voor kort algemene soorten zoals tandjesgras en hondsviooltje hollen achteruit. En in hun kielzog kenmerkende insecten zoals grote parelmoervlinder en veldkrekel.
Hoogste tijd voor een actieplan dus. De nog bestaande, maar verzurende heischrale graslanden moeten worden hersteld door bijvoorbeeld kleinschalig plaggen en kalk strooien. Waar mogelijk moet het oppervlak worden uitgebreid. Ook worden er kweekprogramma’s opgezet voor de zeldzaamste plantensoorten, waarna die kunnen worden uitgezaaid of gepoot. „Maar dan moet er wel iets gedaan worden tegen de ammoniak”, waarschuwt Van der Zee. „Anders is het dweilen met de kraan open.”
De late herfstzon schittert over de heiden en schraalgraslanden op het Holtingerveld. De meeste bloemen zijn verdwenen, maar wie weet komen ze ooit terug.
Valkruid
Valkruid, een bekend geneeskruid, is een typische soort op heischraal grasland en kruidenrijke heide. Valkruid kwam vroeger vrij veel voor op de zandgronden, maar is binnen een eeuw gedecimeerd door het verdwijnen en vergrassen van heidevelden en door verzuring van heischraal grasland.
Brandbeheer schijnt weer gunstig te zijn, want de grootste populatie groeit op het Infanterieschietkamp bij Harskamp, waar gebrand wordt.