Prinses Margriet in Haïti
Prinses Margriet kijkt tevreden terug op haar werkbezoek aan Haïti eerder deze maand. Ze heeft daar met eigen ogen kunnen zien hoe effectief goede preventiemaatregelen zijn om rampen te voorkomen.
Haïti, zo bleek bij een afsluitende ontmoeting met onder anderen premier Jean-Henry Céant, was daar nu ook van overtuigd. Het wil het voorbeeld van het Rode Kruis en het Prinses Margriet Fonds graag navolgen.
„Het gaf echt voldoening. Vooral de dankbaarheid van de mensen daar”, zegt de prinses. In Grand Fond zijn de afgelopen vijf jaar onder toeziend oog van het fonds door de mensen zelf dammen gebouwd om modderstromen tegen te houden. Toen twee jaar geleden orkaan Matthew over het eiland raasde en het veelgeplaagde Haïti opnieuw voor een humanitaire crisis stelde, bleef Grand Fond zonder schade. „Er was geen materiële schade en er waren geen slachtoffers. Dat was voor de mensen het bewijs dat wat ze zelf hadden gemaakt ook echt helpt.”
Irrigatie
De hele bevolking moest bij het project worden betrokken, zodat iedereen zich er verantwoordelijk voor zou voelen, legt de prinses uit. Dan wordt het ook door de mensen zelf in stand gehouden. Maar er was meer. Er zijn bomen geplant, onder meer om erosie tegen te gaan, en er is een watervoorziening opgezet, „zodat het water dat ze nu hebben opgevangen, gebruikt kan worden voor drinkwater. De rest is voor irrigatie. Dan kunnen ze weer andere gewassen planten.”
Dat laatste helpt weer om de gemeenschap zelfvoorzienend te maken, wat gezien de afgelegen ligging geen overbodige luxe is. „De mensen kunnen hun eigen voedsel verbouwen. Ze zijn niet meer afhankelijk van de buitenwereld. Die buitenwereld is daar heel ver weg.”
„Als er in dat gebied een orkaan komt of een andere ramp, dan kun je echt vergeten dat je daar hulp kan bieden”, verduidelijkt prinses Margriet, die uren in de auto heeft moeten rijden over onverharde wegen. „Daarom zijn wij zo voor preventie. Dan hoef je ook daarna de hulp niet meer in die mate te bieden. Of zelfs helemaal niet. Wij zijn natuurlijk ook wel trots dat de dammen die wij op deze manier met de mensen daar gebouwd hebben, het hebben gehouden.” Andere dammen hielden het niet. Vandaar dat de kersverse verantwoordelijk minister maar al te graag in de leer wilde bij het fonds.
Bal in New York
Prinses Margriet is vanuit Port-au-Prince, de hoofdstad van Haïti, doorgevlogen naar New York. Daar had ze weer heel andere verplichtingen, rond het jaarlijkse Peter Stuyvesant Ball. Maar tussendoor is er tijd voor een gesprek over de reis naar het Caraïbische eiland. Halverwege mengt ook echtgenoot prof. mr. Pieter van Vollenhoven zich in de discussie. Hij is weliswaar niet meegeweest, maar weet natuurlijk wel het een en ander over veiligheid, goede voornemens en het leren van rampen.
De prinses wijst erop dat voorkomen veel goedkoper is dan genezen. „Elke euro die je besteedt aan preventie scheelt 7 euro in noodhulp. Dat is het verschil. Het project kostte 2 ton, maar als de gemeenschap wel schade had gehad was alles weggeweest.”
School als schuilplaats
Het programma houdt daar ook niet op. Er worden scholen gebouwd die bestand zijn tegen stormen en aardbevingen, met eigen grondwatervoorzieningen en elektriciteit via zonnepanelen. „In de school kon bij de laatste orkaan worden geschuild”, weet de prinses.
Het slaan van een groot aantal waterputten –een project van het Rode Kruis– zorgt ervoor dat kinderen ook naar school kunnen. „Als kinderen lang moeten lopen naar die putten, hebben ze geen tijd om naar school te gaan”, zegt Margriet. Dat neemt niet weg dat er nog altijd drie uur heen en drie uur terug gelopen moeten worden.
„Op die scholen worden de kinderen getraind in rampenbestrijding. Grappig was dat er nadrukkelijk werd gezegd: zij moeten hun ouders opvoeden. De kinderen moeten dan vertellen wat je wel en niet moet doen en dan zegt de leraar erbij: Dat ga je aan je ouders vertellen.”
Van Vollenhoven vraagt zich af of dit op de lange duur wel werkt. „Hoe lang houd je dat vol? Tot het weer gaat verslappen. Dat is het grote probleem.”
Maar hij ziet –ook in andere landen– een veel groter gevaar, waartegen preventie het vaak aflegt, ondanks de bewezen waarde en goede resultaten. „Economie is de grote vijand. De gedachte is: Waarom zou ik extra te investeren voor iets wat misschien gaat komen? Ook in Nederland wordt zo gedacht: hoe vaak komt dat nu voor, dat is me veel te duur. En dan wordt het niet gedaan.”
Wederopbouw
De prinses besluit met een positieve noot. „Waar we erg van onder de indruk waren, was dat er sinds de aardbeving in 2011 toch wel veel meer is opgebouwd dan wij dachten. Echt veel meer.” Er is veel negatieve publiciteit geweest over de besteding van hulpgelden, weet de prinses. „We dachten in een stad vol ruïnes terecht te komen. Die waren er wel, maar die zie je in dit soort landen wel meer. Het was niet zo dat je zegt: „Ik kom hier in een oud aardbevingsgebied.” Dat vond ik wel weer erg hoopgevend.”
Toen prinses Margriet in 2011 afscheid nam als vicevoorzitter van het Nederlandse Rode Kruis werd er een naar haar vernoemd fonds ingesteld met als motto ”voorkom de ramp”. Waarom blussen als een brand kan worden voorkomen door tijdig veiligheidsmaatregelen te nemen? En dat geldt niet alleen voor branden, maar in het groot ook voor aardbevingen en orkanen. Het natuurgeweld kan niet worden gestopt, maar de gevolgen kunnen worden beperkt en dat is waar het Prinses Margriet Fonds aan werkt. In Haïti heeft het fonds een aantal projecten opgezet en daar ging de prinses in gezelschap van haar zoon prins Pieter-Christiaan, die nog even vicevoorzitter is van het Rode Kruis, een kijkje nemen in onder meer Grand Fond en Côtes-de-Fer.