De ‘kruistheologie’ van prof. dr. A. van de Beek: De wereld is geen rozentuin
Als je het steeds over het kruis hebt, is dat geen sombere theologie? Altijd de donkere kanten van het leven, het lijden, de zonde en de dood? Prof. dr. A. van de Beek: „Natuurlijk is er opstanding, nee, gelúkkig is deze er. Maar de kerk is niet gebaat bij goedkope praatjes over God en Zijn genade.”
De emeritus hoogleraar theologie in Amsterdam zegt dat naar aanleiding van zijn nieuwe boek ”Altijd dat kruis” (KokBoekencentrum, Utrecht). Dat is ontstaan als reactie op vragen over zijn theologie, zegt hij desgevraagd.
Prof. Van de Beek: „Ik verzet me niet alleen tegen goedkope genade, maar ook tegen een goedkoop Godsbegrip. Dat zie ik niet alleen bij allerlei vormen van evangelisch en charismatisch christendom, maar ook daar waar christenen zo veel moeten doen om missionair en apologetisch te zijn. Nee, het gaat hierom: we zijn gedoopt en leven en vieren het eeuwige leven. Natuurlijk is er de opstanding, maar niet als een verlengstuk van ons leven. Ze is een afsterven aan de wereld om innerlijk vrij te worden voor de eeuwigheid. Dat is eigenlijk een heel positieve boodschap.”
Kruis
God is alleen zichtbaar aan het kruis, dat is de kern van het nieuwe boek van prof. Van de Beek. Dat is ook de boodschap van Paulus aan de gemeente van Korinthe, waar veel „enthousiaste” christenen waren die in de zogenaamde vrijheid van de Geest leefden. Voor prof. Van de Beek is vrijheid vooral vrijheid van de zonde. De gelovige is gestorven met Christus en is een nieuwe schepping. Dat is wat anders dan de voorstelling van God als Geest Die „kracht en vrijheid” heeft, en bij Wie we onszelf kunnen zijn.
Goedkope woorden van troost van een God Die als een „lieve, geduldige” Vader voor Zijn kinderen zorgt, zijn aan Van de Beek niet besteed. Die betekenen volgens hem de herleving van de oude ketter Marcion voor wie God een goede God is, wars van het lijden in deze wereld. De kerk is momenteel „vergeven” van marcionieten, aldus prof. Van de Beek. Mensen die nog praten over een toornige God, moet je volgens hem vooral zoeken „in conservatieve uithoeken in de kerk, waar het licht van de vrijheid en het heil nog niet is doorgedrongen”.
Over lijden kun je niet goedkoop praten en er nog minder goedkope antwoorden op geven, stelt prof. Van de Beek. Dat is verraad aan mensen die getekend zijn door verdriet en lijden in de wereld. Christen-zijn is het kruis en de ellende in deze wereld onder ogen zien, aldus de schrijver. De wereld is geen rozentuin. En morgen wordt het niet beter. Wie God buiten het lijden en dood houdt, redt er God misschien mee, maar laat de mensen in de kou staan.
Gomarus
Gomarus had dit alles beter in de gaten dan Arminius. Gomarus weigerde de „verkaveling” van verantwoordelijkheden tussen God en mens te aanvaarden. Helaas was er volgens prof. Van de Beek tijdens de Dordtse synode de neiging om degenen die Gomarus niet konden volgen gelijk te geven. De zondeval wordt dan aan Adam toegeschreven, want anders maak je immers God verantwoordelijk voor de zonde.
Prof. Van de Beek voelt zich verwant met kerkvader Irenaeus, die volgens hem niet uitgaat van een perfecte schepping aan het begin, waar iets fout is wat hersteld moet worden. Christus heeft volgens prof. Van de Beek als tweede Adam zich geïdentificeerd met het lijden. „Dáárom altijd dat kruis. God heeft met ons geleden en is met ons gestorven.”
Het belijden van de kerk is dat de Gekruisigde is opgestaan. Die opstanding is een compleet nieuw begin. God heeft maar één doorslaggevend bewijs van Zijn bestaan gegeven: de opstanding van Jezus. Laat de kerk dat vieren en uitleven, stelt prof. Van de Beek. De kerk heeft de diepe wens van Calvijn om wekelijks de eucharistie te vieren naast zich neergelegd en zo feitelijk voor de wereld gekozen. „Ontsacramentalisering” van het christelijk leven en de secularisatie zijn hand in hand gegaan. „Zonder eucharistie kan alleen oppervlakkigheid ons redden.”
Prof. Van de Beek hoopt dat zijn boodschap van kruis en opstanding een plaats krijgt in de catechese en de opvoeding. Ook voor ouders is deze boodschap van belang. „Is het kennen van Christus en het leven in Hem de basis van het bestaan? Dan is het vanzelfsprekend dat kinderen dit leren.” Prof. Van de Beek staat dankbaar in het leven, zo voegt hij als persoonlijke noot in zijn boek toe. Na tien jaren van zorgen over de gezondheid van zijn vrouw, zijn zijn vrouw en hij aan elkaar teruggegeven. „We genieten van onze kinderen, van hun dieren, van hun reisverhalen.”