Eikenprocessierups rukt op in Utrecht
Nadat de eikenprocessierups eerder deze week al in Woudenberg was gesignaleerd, is dinsdag ook ten noorden van Hilversum de aanwezigheid van het voor de gezondheid schadelijke diertje vastgesteld. De rups lijkt steeds verder naar het noorden op te rukken.
Ook in Dinxperlo, in de Achterhoek, is de eikenprocessierups inmiddels aangetroffen. Dat meldde een woordvoerder van de GGD woensdagochtend.
De rups, die vanwege zijn brandharen veel gezondheidsproblemen kan veroorzaken, is vanuit Noord-Brabant dit jaar voor het eerst tot in de noordelijke helft van Nederland doorgedrongen. De gemeente Woudenberg heeft de gesignaleerde nesten met eikenprocessierupsen inmiddels weggehaald.
De GGD verwacht dat de rups in de komende jaren nog noordelijker voor zal komen. „Voorheen kwam de rups alleen in Noord-Brabant en Limburg voor. Toen was het een regionaal probleem. Nu krijgt het een landelijk karakter.”
In september start de GGD een evaluatie naar het verspreidingsgebied van de rups. „Wellicht komen we dan met adviezen voor de komende jaren. De gedachte was steeds dat natuurlijke vijanden de rups wel tegen zouden houden. Dit blijkt niet het geval te zijn. Het is de vraag of de natuur dit zelf zal regelen.”
De natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups, sluipwesp en sluipvlieg, blijken zich vooral in de bossen op te houden. Daar houden zij de eikenprocessierups wel onder controle. De grootste problemen doen zich dan ook voor in en rond de bebouwde kom, waar het dier weinig natuurlijke vijanden heeft.
De eikenprocessierups komt vooral in de maanden mei, juni en juli voor op eikenbomen. De overheid volgt de ontwikkelingen op de voet, omdat veel mensen na contact met de brandhaartjes van de rupsen jeuk, huiduitslag of irritaties aan ogen of luchtwegen kunnen krijgen. Vooral bij droog en winderig weer moeten wandelaars en fietsers voorzichtig zijn en hun huid beschermen tegen de brandharen.
De gemeente Eindhoven heeft op haar website een actueel overzicht geplaatst, waar inwoners op postcode of straatnaam kunnen nagaan of de rups in hun gebied voorkomt. Ook kunnen zij nieuwe rupsenkolonies digitaal melden.