Met de verkoop is een bedrag van 295 miljoen euro gemoeid.

De patrouillevliegtuigen zijn momenteel nog in gebruik bij de Koninklijke Marine. Ze zijn gestationeerd op marinevliegkamp Valkenburg. De overdracht van het eerste vliegtuig aan de Duitse marine staat gepland voor november volgend jaar.

Nederland beschikt in totaal over dertien Orions. De verkenningsvliegtuigen van de marine worden door minister Kamp van Defensie echter opgeofferd als onderdeel van een omvangrijke bezuinigingsoperatie, die ook de sluiting van de basis van de Orions, het vliegkamp Valkenburg inhoudt.

Als het Duitse parlement instemt met de aankoop, krijgt de Duitse krijgsmacht voor een schijntje de beschikking over acht volledig gemoderniseerde patrouillevliegtuigen, die zowel boven zee als boven land kunnen worden gebruikt. Alle acht toestellen zullen als ze aan Duitsland worden overgedragen een opknapbeurt hebben ondergaan van bijna 21 miljoen euro per stuk. Defensie houdt aan de deal dan nog maar een kleine 130 miljoen euro over, ervan uitgaande dat de aankoopprijs al geheel was afgeschreven.

Defensie hoopt de overige vijf Orions aan Portugal te kunnen verkopen. De onderhandelingen over de verkoop zijn echter nog niet afgerond.

De Stichting Vrienden Marinevliegkamp Valkenburg, die zich verzet tegen de sluiting van de marinebasis, is verontwaardigd over de hoogte van het bedrag waarvoor de Duitsers de Orions kunnen overnemen. Woordvoerder Marco Borst spreekt van een „weggeefprijs”, aangezien de nog lopende moderniseringsoperatie van de toestellen bijna net zo veel kost als het bedrag waarvoor de Duitsers de toestellen nu overnemen.

Defensie ontkent echter dat de vliegtuigen voor een te laag bedrag worden verkocht. Volgens een woordvoerder worden de moderniseringskosten doorberekend aan Duitsland.