Als men een stok in een vat vol water steekt en een beetje beweegt, schijnt het alsof de stok krom en gebroken is. Hierover zou men dit kunnen zeggen: de stok lijkt krom, maar is nochtans recht. Zo gaat het ook met Gods kinderen in deze wereld. Die worden door de Heere als een stok in Zijn hand gedragen zodat niemand Hem die kan ontnemen.Wanneer zij in de wateren van droefheid komen, waarin God hen wil zuiveren en reinigen van hun zondevlekken, schijnen zij als een gebroken riet te wezen en als een stok die geknikt is. In de ogen van wereldse kinderen worden zij als de ellendigste mensen onder de zon gehouden. Maar zie hun innerlijke zielsgestalte aan en bedenk de vreugde die zij in God hebben. Overweeg de allerkrachtigste troostmiddelen waardoor zij in alle tijden zich weten op te beuren. Dan kan men in waarheid van hen zeggen dat zij zich kunnen beroemen in vervolgingen, zich kunnen verheugen in droefheid en getroost kunnen zijn in leven en in sterven.

Vraagt men waar deze kloekmoedigheid van Gods kinderen vandaan komt? Onze profeet zal antwoorden: Die komt voort uit de krachtige beloften van God, die wij in het bijzonder vinden in de woorden van onze tekst. Dat is een krachtige troost in de allergrootste zwakheden van het geloof.

C. Mel, predikant te Hersfelt (Duitsland) (De geopende genadetroon, 1712)