De la Cruz werd door de ontvoerders voor de ambassade van de Verenigde Arabische Emiraten in de Iraakse hoofdstad Bagdad afgezet, en in de middag overgebracht naar de Filipijnse ambassade. Het nieuws werd op de Filipijnse televisie door president Gloria Macapagal Arroyo zelf bekendgemaakt. „Ik heb net met hem gesproken. Het gaat goed", aldus de president. „Hij heeft goede zin en hij bedankt elke Filipijn voor hun gedachten en gebeden."

De vrouw van de 46–jarige Filipijn had het nieuws over zijn vrijlating in de Jordaanse hoofdstad Amman afgewacht. Overgelukkig vertelde ze journalisten dat ze haar man, die op 7 juli werd ontvoerd, nooit meer naar het Midden–Oosten zou laten gaan.

De Filipijnse regering stond onder grote druk van de bevolking om de eisen van de ontvoerders van De la Cruz, vader van acht kinderen, in te willigen. De gijzelnemers dreigden de Filipijn te onthoofden als Manilla niet voor het einde van de maand al zijn troepen uit Irak zou terugtrekken. Daarop vervroegde de regering de terugtrekking, oorspronkelijk gepland voor 20 augustus, met een maand.

In het Zuidoost–Aziatische eilandenrijk reageerde de bevolking dolgelukkig op de vrijlating. De Verenigde Staten en de Iraakse interim–regering zijn echter verbolgen over de beslissing van Manilla. Ze zien het als zwichten voor de druk van terroristen. Arroyo verdedigde het besluit dinsdag door te zeggen dat de vrachtwagenchauffeur een onschuldig man was. „Elk leven is belangrijk."

Terwijl De La Cruz „extreem gelukkig en relaxed" met de staf van de Filipijnse ambassade een bord noedels at, was op het internet een dreigement van een andere militante organisatie verschenen. Al–Tawhid wa al–Jihad, de groepering van de Jordaanse terroristenleider Abu Musab al–Zarqawi, dreigde op een Arabische website Japan met aanslagen als dat land niet onmiddellijk zijn troepen terugtrekt uit Irak.

„Doe wat de Filipijnen hebben gedaan, anders zal jullie lot zal hetzelfde zijn als dat van de Amerikanen", aldus de verklaring, die ondertekend was door de militaire vleugel van al–Zarqawi’s beweging. De militanten dreigden ook met acties tegen Arabische en andere islamitische landen die troepen naar Irak willen sturen.

De Japanse premier Junichiro Koizumi liet dinsdag in een reactie weten dat Japan zijn beleid ten aanzien van Irak niet zal wijzigen. Japan heeft ruim vijfhonderd militairen in Irak. Zij zijn gelegerd in de zuidelijke provincie al–Muthanna, waar ook het Nederlandse contingent zich bevindt.

Ondertussen ging het geweld in Irak door. In de zuidelijke stad Basra schoten opstandelingen een lid van de regionale raad dood. Door de aanslag zouden ook twee van zijn lijfwachten zijn omgekomen. In de onrustige provincie Anbar kwam bij gevechten een Amerikaan om het leven.

Een bomaanslag in de stad Chalis, 60 kilometer ten noorden van Bagdad, miste een konvooi van de Iraakse nationale garde en blies in plaats daarvan een auto met burgers op. Vier Irakezen lieten daardoor het leven.