Wat als de dokter ziek is?
Je hoeft geen dokter te zijn om te constateren dat de gezondheidszorg ziek is. Om positief te beginnen: er lopen veel verpleegkundigen rond met het hart op de goede plek. Die gelukkig worden van zorg verlenen. Maar gefrustreerd raken door tijdgebrek en bureaucratie. Er zijn veel toegewijde artsen die de patiënt hoger achten dan het systeem. Maar die wel voortdurend tegen de stroom in moeten zwemmen en dreigen te verdrinken in hun idealisme. Lof aan allen die vasthouden aan hun roeping en op hun post blijven.
De gezondheidszorg is ziek. De complete diagnose stellen is lastig. Een aantal kwalen kan ik wel uit mijn mouw schudden. Om te beginnen is daar het hardnekkige efficiencyvirus, dat ervoor zorgt dat de schijnwerper meer gericht is op uitgaven en inkomsten dan op de patiënt. Als het ziektebeeld anders verloopt dan verwacht, wordt een behandelplan abrupt in de prullenbak gegooid en de patiënt aan zijn lot overgelaten. Het klopt niet en dat levert een probleem op met de verzekering. De goeie dokter is een slechte econoom geworden. Met alle gevolgen van dien voor ziekenhuizen en patiënten.
Vervolgens is er het meten-is-wetensyndroom. In een ziekenhuis ben ik altijd op mijn hoede voor verpleegkundigen die al lopend achter een computer-op-een-karretje bezig zijn met cijfers invoeren. Je kunt je zo ziek voelen als je wilt, zolang de metertjes op orde zijn, is er niks aan de hand. Het is nooit leuk om in een ziekenhuis te liggen. Maar je bent extra slecht af als je bloeddruk goed is, je temperatuur normaal en je hart op orde. Natuurlijk komt de dokter langs. Niet om de patiënt te bekijken, maar om te vertellen wat de papieren zeggen over de situatie.
Ten slotte is er de specialismestress. Logisch dat een specialist gaat over zijn eigen vakgebied. Maar als het verhaal stokt nadat alle standaardonderzoeken gedaan en alle mogelijke diagnoses langsgelopen zijn zonder resultaat, dan is er sprake van verkokering. Je zou toch denken dat hij de benodigde basiskennis heeft om de brug te slaan naar een ander specialisme, waar het onderzoek vervolgens verder gaat, net zo lang tot de kwaal gevonden is. Dat is bepaald niet altijd het geval. Het kan zomaar gebeuren dat een reeks bezoeken aan een specialist eindigt met goedbedoelde opmerkingen over ”ermee leren leven” en ”voldoende rust nemen”.
Een fors probleem dus. Ik weet maar een goeie oplossing: alle hoop laten varen. De patiënt is niet meer te redden. Het lijkt me het beste onze handen ervan af te trekken en alle behandelingen te staken.
Hoe het dan verder moet? We beginnen een nieuwe gezondheidszorg, op basis van christelijke principes als barmhartigheid en bewogenheid met mensen. Ziekenhuizen waar alle dokters naast vakman ook idealist zijn. Waar al het verplegend personeel gedreven wordt door naastenliefde. Waar de mens geen nummer is, maar een uniek schepsel. Waar het lichaam niet gezien wordt als een zak met onderdelen, maar als een organisme waarvan geldt dat de som meer is dan het geheel der delen. Waar gestreden wordt voor genezing in het besef dat alleen de grote Medicijnmeester die geven kan.
Dit leidt tot een gezondheidszorg die meer naar de patiënt dan naar metertjes kijkt. Waar niet het resultaat maar de mens telt. En de bijvangst? Het Evangelie zo in de praktijk gebracht, doet veel meer dan tien evangelisatiefolders in een brievenbus.
Reageren? welbeschouwd@refdag.nl