„Koeien hebben niet altijd schone poten”
Of ze een dag mee mocht lopen op hun boerderij, voor een reportage? Fotograaf Mets Julianus uit Amersfoort vroeg het aan Erik en Jet van Gulik in Stoutenburg (bij Hoevelaken). Die dag werd ruim een jaar. Het resultaat: een fotoportret van het boerenleven van nu.
Ze had een vrij romantisch idee van het boerenbestaan, bekent ze. „Dat is ondertussen wat bijgesteld.” Vroeger, in haar kinderjaren in Friesland, was Mets Julianus geregeld te vinden op de boerderij van de buurman. „Op mijn manier hielp ik daar mee en haalde ik de koeien uit de wei als ze gemolken moesten worden. Het boerenleven fascineerde me. Boeren zorgen immers voor de melk, voor het eten. En dan die vrijheid, veel buiten zijn, de ruimte, het uitzicht over de landerijen, de dieren…”
Veel regels
Haar moeder was boerendochter. Een oom had een boerderij, zijn kinderen wilden die niet voortzetten omdat ze er geen toekomst in zagen. „Ik weet nu dat het boerenvak vaak niet zo gemakkelijk en geweldig is. Deels werk ik in de forensische psychiatrie. Dat is veel schrijven, we moeten voortdurend rapporteren. Ik dacht dat boeren dat allemaal niet hoefden, maar die hebben tegenwoordig ook met veel regels en administratie van doen. Ze maken lange dagen en hoge kosten, de opbrengsten vallen soms tegen, de prijzen voor melk en vlees fluctueren en de vele bepalingen wat er wel en –vooral– wat er niet mag, maken het er ook niet eenvoudiger op.”
Al fotograferend op het bedrijf van de Van Guliks kreeg Julianus een realistischer beeld van het boerenleven. „De vrijheid en de ruimte voel ik echter nog steeds. Ondanks al die regels voor de boeren is er toch verschil met de mensen die dagelijks in de file staan, op weg naar hun werk. Boeren is vooral ook een manier van leven. Melk voor de koffie haal je uit de melktank, het eitje uit het kippenhok, de groente uit eigen tuin. Erik brengt af en toe zijn dochters met de tractor naar school.”
Spontane foto’s
Erik en Jet van Gulik wonen met hun kinderen Tim, Anne en Sara op boerderij ”De Driestapel” in het noordoostelijke puntje van de gemeente Amersfoort. Ze melken zo’n 60 koeien: roodbont vee. In totaal hebben ze 25 hectare grond in gebruik voor het weiden van de runderen, voor kuilgras en hooibouw en voor maïs. Erik en Jet mesten daarnaast ook varkens. Oudste zoon Tim springt geregeld bij. Wanneer nodig worden loonwerkers ingeschakeld.
„Mijn hart ligt bij de koeien; daar kan ik eerlijk over zijn”, zegt Erik. „De biggen hebben we er bij. Het bedrijf is nu niet veel groter of anders dan zeven jaar geleden, toen ik het van mijn vader overnam. Met deze omvang kunnen we een goed inkomen halen. En ik ben niet weggelegd voor personeel. Ik ben geen manager. We doen het liever samen, met z’n tweeën.”
Het melken van de koeien, de geboorte van een kalfje, overleg aan de keukentafel of in de melkput, de klauwverzorger die de hoeven van de koeien onder handen neemt, het schoonspuiten van het erf en de stallen, het omgooien van het gemaaide gras, Mets Julianus was er met haar camera bij. „De eerste dagen was het wat ongemakkelijk”, vertelt Erik. „Ik moet er wel goed op staan, dacht ik steeds. Maar Mets maakte zoveel foto’s. Op een gegeven moment zag ik niet eens meer dat ze er rondliep. Dat is het leuke van dit boek: het zijn spontane foto’s geworden, geen geposeerde.”
Eerlijke kijk
Bewust werkte Julianus in zwart-wit. „Dat brengt rust. Kleur kan afleiden van de essentie. Zwart-wit met een minimale scherptediepte legt de nadruk op het onderwerp. Daarnaast geven slechte lichtomstandigheden, een combinatie van daglicht en kunstlicht, in kleur een beeld dat niet of moeilijk te corrigeren is. Het wordt in elk geval niet mooi.”
Julianus typeert haar foto’s als „een eerlijke kijk op de schoonheid van het boerenbestaan”. „Ik heb het leven op de boerderij willen laten zien zoals het is. Aan glamourfotografie of photoshoppen doe ik niet. De foto op de omslag toont het al: koeien hebben niet altijd schone poten.”
Volgens Erik en Jet geeft het fotoboek een reële indruk van het dagelijkse reilen en zeilen op de boerderij. „De burger ziet zo wat we allemaal doen om de boel draaiende te houden”, aldus Erik. „Dat is goed voor het imago van de bedrijfstak.” Jet: „Er is vaak gedoe om de boer. Berichten over fosfaatuitstoot, fipronil of boekhoudfraude bezorgen ons een slechte naam, ook al doe je zelf niks verkeerd. We zouden niet goed voor onze beestjes zorgen. Een paar rotte appels zijn er altijd, daar balen wij ook van, maar iedere boer doet op zijn manier z’n best.”
Het boek heeft een eenvoudige titel: Boerenliefde. „In dat woord zit alles”, zegt Julianus. „Boeren als werkwoord, de boerenmensen die Erik en Jet zijn, hun liefde voor het bedrijf, voor de dieren, voor hun gezin, voor elkaar. Ik werd erdoor geraakt. Ik zag hun geluk. En het plezier dat ze halen uit schijnbaar kleine dingen. Prachtig.”
Boekgegevens
Boerenliefde, Mets Julianus; uitg. Nabij Producties, Nijkerk/Barneveld, 2018; ISBN 978 94 920 5558 3; 104 blz.; €19,50.