Classispredikanten houden positieve ”pitch” op synode PKN
De middagsessie van de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) verliep vlot. De classispredikanten stelden zich ieder in twee minuten aan de leden voor. Een halfuur eerder dan gepland schorste de preses de vergadering.
De PKN is een „nieuwe raad van elf” rijker, aldus synodepreses ds. S. van Meggelen na de lunchpauze. Ze doelde op de elf classispredikanten, die als predikant in algemene dienst de elf classes van de PKN vertegenwoordigen. Sinds 1 mei telt het kerkgenootschap niet langer 75, maar 11 classes.
Tien van de elf predikanten stelden zich in een ”pitch” van twee minuten voor aan de synodeleden. Alleen ds. A. P. van der Maas (classis Delta) was vanwege vakantie afwezig.
Opvallend in de voorstelronde was de positieve toon. Zo merkte ds. P. Verhoeff (classis Noord-Holland) op dat er op een avond voor de ring (een aantal gemeenten binnen de classis die onderling met elkaar samenwerken, red.) maar liefst zeventig aanmeldingen kreeg. „Wie durft nog te zeggen dat de ring niet leeft?”
Voorproefje
Na de korte toespraken was het tijd voor de bespreking van de notitie ”Mozaïek van kerkplekken”. „Dit is een voorproefje; het besluit hierover wordt bij leven en welzijn in april 2019 genomen”, zei scriba dr. R. de Reuver, die de notitie opstelde samen met Martijn Vellekoop, coördinator missionair werk binnen de dienstenorganisatie van de PKN. De notitie gaat over de „verbinding tussen bestaande en nieuwe vormen van kerk-zijn”, zo blijkt uit de ondertitel van het document.
„De kerk is in beweging. Daar zorgt de Geest wel voor”, stelde dr. De Reuver in zijn presentatie. Met de synodeleden wilde hij „inzoomen op pioniersplekken, die doorgroeien tot een zelfstandige vorm van kerk-zijn.”
De scriba merkte op dat er binnen de PKN op dit moment circa 250 „nieuwe vormen van kerk-zijn” zijn, die pioniersplekken genoemd worden. Ter vergelijking: er zijn ongeveer 1600 „reguliere” gemeenten binnen de PKN.
Dertig tot vijftig pioniersplekken willen in de komende vijf jaar „doorgroeien tot een zelfstandige vorm van kerk-zijn.” Omdat dat aantal in de toekomst naar verwachting zal toenemen, wilde het moderamen met de synodeleden de theologische en ecclesiologische vragen doordenken die dat met zich meebrengt.
„Bijvoorbeeld de vraag: wanneer ben je een zelfstandige gestalte van de kerk? En: hoe ga je als pioniersplek om met vragen rondom het lidmaatschap in een netwerksamenleving? Ben je bijvoorbeeld lid van een kerk als je eens per week of eens per twee weken een viering bezoekt en actief deelneemt aan een WhatsApp-groep?”, zo lichtte de scriba toe.
Hij wierp zelf de vraag op hoeveel mensen in een pioniersplek lid moeten zijn van de PKN. „Houd u vast”, zei hij, waarna hij het antwoord prijsgaf: „Minstens drie.”