EU verbetert stelsel voor strafremaandags
De Europese Unie krijgt een beter systeem voor de uitwisseling van gegevens over veroordeelde criminelen. Dat hebben de ministers van Justitie van de 25 lidstaten maandag besloten op een vergadering in Brussel.
Landen kunnen nu ook bij elkaar informatie opvragen over een mogelijke criminele achtergrond van mensen, maar dat duurt lang en er is veel papierwerk mee gemoeid. „De uitwisseling van informatie tussen landen heeft geen gelijke pas gehouden met de ontwikkelingen op het gebied van vrij verkeer van personen”, zei minister van Justitie Donner, die de vergadering voorzat.
Aanleiding is de zaak rond de seriemoordenaar Michel Fourniret, die in Frankrijk een straf had uitgezeten wegens kindermisbruik, om vervolgens conciërge op een school in België te worden - en zeker negen moorden te plegen. In België is nooit enig onderzoek gedaan naar zijn achtergrond. De moorden die Fourniret heeft bekend, hielden overigens geen verband met zijn werk op de school.
De ministers hopen criminelen als Fourniret straks sneller op het spoor te kunnen komen door het veel gemakkelijker te maken dat soort informatie uit te wisselen. Duitsland, Frankrijk en Spanje werken al aan een gezamenlijk uitwisselingssysteem, dat volgend jaar in werking moet treden.
Het Duitse bestand van strafbladen is vorig jaar 8 miljoen keer geraadpleegd, waarvan slechts 3800 keer op verzoek van een ander land. „Door het systeem te versimpelen zal het straks veel vaker worden gebruikt”, zei de Duitse minister van Justitie, Brigitte Zypries.
De ministers hebben de Europese Commissie gevraagd om een voorstel voor een uitwisselingssysteem dat de hele EU omvat. In oktober moet het plan klaar zijn, naar Brusselse maatstaven ongebruikelijk snel. Het is niet de bedoeling een geheel nieuw bestand te maken, zei Donner. „Het moet een systeem worden dat de strafremaandags die al bestaan, aan elkaar koppelt.”