De Jonge: Slaapmiddel bij euthanasie mag
Minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid) blijft erbij dat artsen een patiënt, voorafgaand aan de uitvoering van een euthanasieverzoek, met medicatie in een verlaagde staat van bewustzijn mogen brengen.
Het standpunt van de SGP-Eerste Kamerfractie dat hij daarmee vooruitloopt op een nog lopende strafzaak tegen een arts, én dat dit wringt met de Wet zorg en dwang (WZD), brengt hem niet op andere gedachten. Dat schreef De Jonge dinsdag aan de Eerste Kamer.
Onder artsen is er veel discussie over het vooraf toedienen van kalmeringsmiddelen aan wilsonbekwame patiënten. Het eigenlijke probleem is volgens tegenstanders dat de wet euthanasie op een wilsonbekwaam geworden patiënt onder voorwaarden toestaat, terwijl deze soms niet meer beseft wat er gebeurt. Daardoor kan hij of zij onvoorspelbaar reageren wanneer de dodelijke injectie wordt toegediend. „Kalmeringsmiddelen zijn vereist om te voorkomen dat de levensbeëindiging een ordinaire worsteling wordt”, zo verwoordde een arts onlangs zijn bezwaar.
Intentie
Volgens De Jonge ligt dat genuanceerder. Hij stelt dat fysieke reacties van wilsonbekwame patiënten op het inbrengen van een infuusnaald niet altijd eenvoudig zijn te duiden. Doorslaggevend is volgens hem met welke intenties artsen een patiënt slaapmiddelen geven, en wanneer.
Eerst dient volgens de bewindsman te worden vastgesteld dat er aan de zorgvuldigheidsvereisten van de euthanasiewet is voldaan en dat de arts met het toepassen van euthanasie uitvoering geeft aan de wil van de patiënt. Hem of haar daarvoor in slaap brengen, kan volgens De Jonge getuigen van goed medisch handelen, „wanneer de arts verwacht dat de patiënt bij de uitvoering met pijn- of schrikreacties zou kunnen reageren.”
De bewindsman schrijft ook dat elke toediening moet worden beoordeeld aan de hand van concrete omstandigheden.
De Wet zorg en dwang, over het wel of niet mogen toepassen van dwangzorg, speelt volgens de minister bij dit alles geen rol. De Jonge wijst erop dat deze wet gaat over medicatie die niet volgens de geldende professionele richtlijnen wordt toegediend. Bij het in een lichte slaaptoestand brengen van een patiënt vanwege euthanasie is dat niet aan de orde. Deze mogelijkheid staat vermeld in de richtlijn Uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding van artsen en apothekers en wordt ook genoemd in de EuthanasieCode, waarin de toetsingscommissies verduidelijken hoe de wettelijke zorgvuldigheidsvereisten door artsen moeten worden geïnterpreteerd.
Glad terrein
SGP-senator Van Dijk zegt in een reactie De Jonges antwoorden „pijnlijk onbevredigend” te blijven vinden. Uitgangspunt moet volgens hem zijn dat euthanasie niet meer aan de orde kan zijn wanneer iemands wilsuitingen niet meer helder kunnen worden geïnterpreteerd. „Door hier toch ruimte voor te laten, begeven we ons op onvoorstelbaar glad terrein”, aldus Van Dijk.