Opinie

Door estafettedienst in Den Haag spreekt de kerk met recht

Met het ‘gebed zonder eind’ voor de met uitzetting bedreigde Armeense familie Tamrazyan, in de protestantse Bethelkapel in Den Haag, volgt de kerk haar wezenlijke roeping in de samenleving, stelt ds. Pieter L. de Jong.

Ds. Pieter L. de Jong
5 November 2018 16:26Gewijzigd op 16 November 2020 14:33
„Na een tijd onderdak te hebben gevonden in een kerkgebouw in Katwijk, verhuisde de met uitzetting bedreigde Armeense familie Tamrazyan naar de protestantse Bethelkapel in Den Haag.” beeld ANP, Remko de Waal
„Na een tijd onderdak te hebben gevonden in een kerkgebouw in Katwijk, verhuisde de met uitzetting bedreigde Armeense familie Tamrazyan naar de protestantse Bethelkapel in Den Haag.” beeld ANP, Remko de Waal

In Den Haag is een ‘gebed zonder eind’ begonnen. Na een tijd onderdak te hebben gevonden in een kerkgebouw in Katwijk, verhuisde de met uitzetting bedreigde Armeense familie Tamrazyan naar de protestantse Bethelkapel in Den Haag.

Uit heel het land melden zich voorgangers om in de dienst (”bid zonder ophouden”) te participeren. In Utrecht maakte het moderamen van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) duidelijk dat het de familie steunt. Woensdagavond bezocht dr. R de Reuver, scriba van de PKN, niet alleen de kerk en de familie, maar hij ging ook zelf in ambtelijke kleding voor en voegde zich zo in de estafettedienst. Met een preek over ambtsdragers die een in elkaar geslagen mens aan de kant van de weg voorbijliepen en een Samaritaan die zich ontfermde over de man (Luk. 10). Duidelijker kan het niet.

Toen ik het las, was ik even echt blij met mijn kerk. Niet voorbijlopen, niet wegkijken, niet haperen. Meteen het hoogste wat wij als kerk in huis hebben inzetten. Dat is bidden, openlijk, ambtelijk en profetisch.

Kan dat, mag dat? Zijn er niet minstens nog 400 jonge mensen in soortgelijke situaties, hopend op een verruimd kinderpardon? Armenië is een veilig land, niks aan de hand, toch? Gaan de PKN en de andere sympathisanten zich niet te buiten aan burgerlijke ongehoorzaamheid? Moet de kerk geen hoeder zijn van de rechtsstaat?

Regels

Als protestanten hechten we aan de rechtsstaat. Maar de regels van het Koninkrijk der Hemelen tellen, als het erop aankomt, voor ons altijd toch iets zwaarder dan die van het Koninkrijk der Nederlanden. Een belangrijke grondregel van Jezus’ Koninkrijk is bijvoorbeeld: „Wat jij wilt dat anderen jou doen, doe jij zo ook aan anderen.”

In Rotterdam riep eens een wethouder alle predikanten, priesters, imams en pandits bijeen in de Burgerzaal. Zij hield ons voor: „Wij van de overheid blijven echt niet voor uw voordeur staan als het daarachter niet deugt. En zo verwachten wij van jullie dat jullie niet achter je voordeur blijven zitten als jullie denken dat wij het buiten op straat niet goed doen.” Dat ben ik niet vergeten.

Over de scheiding van kerk en staat hoor ik de politiek altijd alleen als het haar uitkomt. Liberalen dringen zich regelmatig achter onze christelijke voordeur, bijvoorbeeld om inenting af te dwingen. En dus laat de kerk zich horen, als de politiek faalt. Mensen gaan nu eenmaal altijd voor regels, kleine mensen al helemaal. Wij veranderen geen regels, we gaan er alleen even overheen. We zijn ons er ook van bewust dat in ons land een kerkgebouw geen vrijplaats is. Maar wij staan op als de politiek stil blijft staan.

Vreemdelingen

Dit laatste vind ik vooral kwalijk bij CDA, CU en SGP. Elk van deze partijen met haar eigen keurige argumenten. Maar zeg ook maar gewoon: politieke belangen. Bijvoorbeeld het angstvallig onze eigen identiteit behoeden, de bezorgdheid over de invloed van de islam, verkiezingen. Zo heeft het CDA een verruimd kinderpardon niet gesteund. Logisch als je vooral bezig bent met de vraag hoe we migranten buiten Europa houden, bijvoorbeeld in afschuwelijke kampen in Noord-Afrika. En nauwelijks met de vraag: hoe vangen we de mensen op?

Bij de ChristenUnie is men wel bereid om de meloen van de dividendgelden door te slikken, maar het kinderpardon was al zonder meloen doorgeslikt.

Bij zo veel stilte mogen kerken niet zwijgen. Volgens de Bijbel staan vreemdelingen en kinderen hoog op het lijstje van God. Jezus zegt in feite: „Ik was een vreemdeling, maar in Nederland werd Ik uitgezet.” Ook door christenen?

Vreemdelingschap herinnert aan de aartsvader Abram, die in noodsituaties als vreemdeling regelmatig zelfs glashard loog.

Wij als land kunnen best die 400 andere kinderen aan. Maar dan komen er binnen een aantal jaren opnieuw honderden gevallen? Ja, dat denk ik ook. En wat is er mis met die kinderen? Dat we met hen ook moeten delen? Ons geld, onze voorspoed, huizen, banen?

Dat liberalen en populisten dat niet snappen… maar wij zijn toch niet opgegroeid met Dagobert Duck? Zolang de Heer vertoeft te komen, zal Hij nog vele malen vaker testen of we bereid zijn te delen met anderen.

Recht

Alle gebeden stoppen ergens. Vinden hun eind bij God. Misschien breken de christenpolitici hun heilig akkoord van Meden en Perzen toch open. Het gaat niet om genade of recht. Het gaat om het genadige, bevrijdende recht van God.

Ik hoop en bid dat de steungroep en de leiding van de PKN de moed hebben om vol te houden en de wijsheid ontvangen om oplossingen te vinden.

De auteur was predikant in Rotterdam-Delfshaven.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer