Sancties VS tegen Iran lossen niet zo bar veel op
We zijn weer terug bij af. Althans, terug bij 2015. Vanaf deze maandag zijn de Amerikaanse sancties weer van kracht die vóór de atoomdeal met Iran, drie jaar geleden, waren ingesteld. En het is maar zeer de vraag of de strafmaatregelen dit keer wél het gewenste effect hebben.
De Verenigde Staten hadden nooit een nucleaire overeenkomst met Iran moeten sluiten. Het was het slechtste internationale akkoord dat Washington ooit ondertekende. Dat was de mening van president Donald Trump, die hij met verve tijdens de verkiezingscampagne in 2016 uitdroeg.
Zijn voorganger Barack Obama had zich door Teheran in de luren laten leggen, meende Trump. En de andere grootmachten die bij de deal betrokken waren –Rusland, China, Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland– eveneens. Iran was alleen maar uit op verlichting van de internationale strafmaatregelen. Onder de radar werkt Teheran rustig verder aan een geheim atoomprogramma en de ontwikkeling van ballistische raketten. Bovendien laat de Iraanse regering nog altijd geen inspecteurs toe op alle faciliteiten waar volgens inlichtingendiensten uiteenlopende nucleaire projecten gestalte krijgen.
Om die reden deed Trump zijn verkiezingsbelofte gestand en stapte in mei dit jaar uit de overeenkomst met Iran. Die maatregel hield in dat binnen afzienbare tijd de Amerikaanse sancties tegen de Islamitische Republiek weer van kracht zouden worden. Vanaf deze maandag is dat het geval. Washington voegde en passant nog 300 extra personen en instellingen aan het lijstje van Iraanse strafklanten toe.
De vraag is wat de Verenigde Staten hiermee denken te bereiken. Voordat de atoomdeal met Iran tot stand kwam konden gezamenlijke internationale strafmaatregelen niet verhinderen dat Teheran een omvangrijk nucleair programma van de grond tilde en zijn wapenarsenaal –vooral op het gebied van langeafstandsraketten– fors uitbreidde.
Ze konden ook niet voorkomen dat Iran zijn invloed in het Midden-Oosten aanzienlijk vergrootte: onder andere door inmenging in de Syrische oorlog en door steun aan de Huthirebellen in Jemen. Gesteund door de Russen, hebben de regionale ontwikkelingen van de afgelopen jaren Teheran strategisch gezien geen windeieren gelegd.
Daar zit vermoedelijk de grootste pijn van Washington. De Amerikaanse invloed in het Midden-Oosten is tanende. De naoorlogse buit in Syrië wordt momenteel door Rusland, Iran en Turkije verdeeld. De betrekkingen met Saudi-Arabië staan onder druk. En het langverwachte Amerikaanse vredesplan voor Israël en de Palestijnen ligt nog steeds op de tekentafel.
Hernieuwing van de Amerikaanse strafmaatregelen tegen Iran zal dat machtsevenwicht niet van de ene op de andere dag doen kantelen. En ook niet van het ene op het andere jaar.