Helft jongeren GGiN gaat naar jeugdvereniging
De helft van de jongeren uit de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (GGiN) gaat naar de jeugdvereniging. Dat is de voorlopige uitkomst van een enquête onder bijna 1400 jongeren die zaterdag is gepresenteerd op de landelijke bijeenkomst jongerenwerk van het kerkverband.
Hoe ouder de jongeren worden, hoe minder vaak zij hun gezicht laten zien op de jeugdvereniging. Van de 16 tot 19-jarigen komt 65 procent nooit, van de 12 tot 15-jarigen komt een vijfde deel juist altijd naar de jeugdvereniging (jv). Van de vwo-ers gaat 70 procent regelmatig naar de avonden.
Vooral de MBO-ers laten het afweten, van hen gaat slechts 30 procent naar de jv. Ook 60 procent van de leerlingen van het praktijkonderwijs gaan er nooit naar toe. „Het zijn vooral de doeners die niet komen”, zei Barbera Bakker-Lodder van de jongerencommissie 12-15 uit Rhenen. De twee jongerencommissies van de gereformeerde gemeente in Nederland te Rhenen organiseerden de bijeenkomst organiseerde en de enquête, waarvan nog niet alle resultaten zijn verwerkt.
Groepsdruk blijkt een belangrijke factor te vormen. In de enquête geven velen aan dat ze niet naar jv gaan omdat vrienden of leeftijdsgenoten ook niet komen. Een interessant onderwerp en de persoon van de spreker kunnen een motivatie zijn om toch te gaan.
Eenderde van de jongeren die wél komt, wil op de vereniging graag informatie en praktische tips krijgen over ethische onderwerpen. ”Leer en leven in onze kerk” is het tweede thema wat door 16 procent wordt gewaardeerd. De interesse voor het thema ”persoonlijke vorming, relatie en seksualiteit” neemt toe van 11 procent bij de jongeren tussen 12 en 15 jaar tot naar 22 procent bij de jongeren ouder dan 20.
Slechts 8 procent van de jongeren geeft aan behoefte te hebben aan praktische tips en informatie over Bijbellezen. Ruim 12 procent leest vrijwel nooit in de Bijbel, 18 procent doet dat af en toe, 11 procent wekelijks en 59 procent leest elke dag in Gods Woord. Dagelijks bidden gebeurt door driekwart van de geënquêteerde jongeren, 4 procent doet dat vrijwel nooit.
Ouderling L. van der Tang uit Rhenen trok zaterdag aan de hand van ledenaantallen uit de kerkelijke jaarboekjes de „voorzichtige” conclusie dat ongeveer eenderde van de jongeren afhaakt. „Dat wil zeggen: onkerkelijk wordt of naar een kerk vertrekt waar te vrezen valt dat de waarheid er niet wordt verkondigd.”
Van der Tang schetste de tijd waarin jongeren opgroeien als een „complexe tijd zonder weerga.” Een kwart van de jongeren bekijkt dagelijks films waarin ze overspoeld worden met atheïstische uitingen. Aan de andere kant horen ze heel weinig uit de mond van Gods volk hoe de Heere werkt. „Is het dan verwonderlijk dat ze afdrijven?”
De ouderling stelde voor om als jongerencommissies het contact te laten zoeken met mensen uit de gemeente die iets van het leven met God kunnen vertellen. „Wat zou het mooi zijn als er jongeren bij hen op de koffie komen. Of als zij uitgenodigd worden op een jongerenavond om te vertellen hoe de Heere in hun hart heeft gewerkt.”
Van der Tang waarschuwde voor avonden waarop vóór de pauze een ernstige inleiding wordt gehouden, terwijl na de pauze het beslag gelijk weer weg is doordat er bijvoorbeeld een spel wordt georganiseerd. „De kerk is er om de zielen te behouden. Het is geen gezelligheidsvereniging. Niet dat het op jeugdvereniging niet gezellig mag zijn, maar Gods Woord moet er wel de boventoon voeren.”