Binnenland

Vergeten oorlogsmonument Amersfoort krijgt centrale plek

Een nu onzichtbaar monument voor 333 Joodse oorlogsslachtoffers uit Amersfoort krijgt wellicht een centrale plek in de stad. De perkamentrol, een cadeau van de plaatselijke Raad van Kerken aan de gemeente in 1999, leidde de afgelopen twintig jaar een zwervend bestaan.

Fija Nijenhuis
3 November 2018 14:51Gewijzigd op 16 November 2020 14:33
De perkamentrol, een cadeau van de plaatselijke Raad van Kerken aan de gemeente in 1999, leidde de afgelopen twintig jaar een zwervend bestaan. beeld RD
De perkamentrol, een cadeau van de plaatselijke Raad van Kerken aan de gemeente in 1999, leidde de afgelopen twintig jaar een zwervend bestaan. beeld RD

„Ik kan me herinneren dat deze gedenkrol destijds aangeboden is, maar heb die daarna nooit meer ergens gezien. Het document is bij mij in de vergetelheid geraakt”, zegt raadslid Gert Hunink van de Amersfoortse ChristenUnie. De fractie zet zich nu in om de perkamentrol een voor iedereen zichtbare plek in de stad te geven.

Waarschijnlijk is Hunink niet de enige die het monument vergeten is, ook al is het tentoongesteld geweest in museum Flehite en in Kamp Amersfoort. „Het herinneringscentrum heeft echter aangegeven dat het een lokaal monument is, terwijl Kamp Amersfoort bedoeld is als nationale gedenkplaats”, vertelt Hunink.

En dus verdween het document van het toneel. Op dit moment zit het achter slot en grendel bij Archief Eemland. Hunink betreurt dat. „Het zou zichtbaar moeten zijn voor iedereen. Amersfoort heeft niet één plek waar alle Joodse slachtoffers van de oorlog herdacht worden. Terwijl het belangrijk is dat zo’n locatie er is. Een centrale herdenkingsplaats is bijvoorbeeld ook geschikt voor educatieve doeleinden.”

De herinneringen aan de Joodse inwoners van Amersfoort die in de oorlog werden omgebracht, zijn trouwens wel overal in de stad aanwezig. Bij de huizen van waaruit zij werden weggevoerd, zijn de afgelopen jaren herinneringstegels gelegd.

Dat het herdenkingsdocument nu onderwerp van gesprek is in Amersfoort, komt door een artikel van Arjeh Kalmann, oud-hoofdredacteur van de Amersfoortse Courant. Op het journalistieke onderzoeksplatform de stadsbron.nl schreef Kalmann onlangs over „het Joodse monument dat niemand mag zien.” Volgens de journalist was de –inmiddels overleden– oud-burgemeester van Amersfoort Annie Brouwer tegen een lokaal monument voor Joodse slachtoffers. Bij zijn verhaal plaatste hij een brief die de burgemeester twintig jaar geleden schreef aan de Raad van Kerken. „De gemeente vindt dat een gedenkteken, een monument, reeds aanwezig is in de Stenen Man” (Kamp Amersfoort, FN), schrijft ze daarin.

De huidige voorzitter van de Amersfoortse Raad van Kerken, Josephine van Pampus, noemt het desgevraagd „jammer” dat het document nu niet voor het publiek te zien is.

„We hebben het in 1999 cadeau gegeven aan de gemeente. En als je iets cadeau doet, heb je er niets meer over te zeggen. Maar we gaven dit natuurlijk wel met een bedoeling. De gemeente heeft het alleen anders geïnterpreteerd. Amersfoort had ten tijde van de Tweede Wereldoorlog meer dan 400 Joodse inwoners. Velen van hen zijn vanuit de stad weggevoerd en omgebracht. Er is iets voor te zeggen om daaraan ook nu nog aandacht te besteden.”

Een suggestie voor een nieuwe plek heeft de Raad van Kerken niet. „We zouden wel graag een publieke locatie willen. Dus niet ergens achteraf.” Ook de ChristenUnie heeft nog geen idee waar het monument zou moeten komen, laat raadslid Gert Hunink weten. In elk geval vindt de fractie het belangrijk om het onderwerp weer onder de aandacht van een groot publiek te brengen. „We zijn als stad voor een inclusieve samenleving: iedereen hoort erbij. Maar we hebben deze bijna 400 inwoners geen bescherming kunnen bieden. Het is goed om dit te bedenken, als we het over dit monument hebben.”

Te laat komt een centrale gedenkplek volgens hem niet. Hij wijst erop dat ook in de stad Utrecht sinds een paar jaar een lokaal monument te zien is voor Joodse oorlogsslachtoffers. Dat heeft een plek gekregen bij het Spoorwegmuseum.

„Als het nodig is, willen we het gesprek hierover een duwtje in de rug geven door bijvoorbeeld een motie in te dienen.” Hunink heeft de huidige burgemeester van Amersfoort, Lucas Bolsius, al „gepolst” over het voorstel. „Hij gaf aan dat hij openstaat voor een gesprek met de Raad van Kerken.”

Ook de gemeente Amersfoort laat weten dat burgemeester Bolsius niet onwelwillend staat tegenover een heroverweging van het centraal tentoonstellen van het namendocument. „Wij onderzoeken inmiddels wat hiervoor de mogelijkheden zijn.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer