Valletta, een stad gebouwd door en voor echte heren
Het barokke juweel van Malta, zo wordt de vestingstad genoemd. Valletta ligt op een 60 meter hoge rots. Vanaf de tuinen heb je een schitterend uitzicht over de havens.
Het is rond 9.00 uur op deze septembermorgen al flink heet. De gids begint haar rondleiding bij de Upper Barracca Gardens. Vooral het gedeelte van de tuinen aan de kant van de haven –de Grand Harbour– is populair bij toeristen.
Door het metalen hek langs de afgrond ontstaat er een soort balkon boven de stad. Vanaf hier kijk je uit over een deel van Valletta, de haven met de scheepswerven en ”de drie steden” aan de overkant.
Saluutschoten
Langs een groen grasveld staan de kanonnen opgesteld: ooit de beschermers van de stad. De zogeheten ”Saluting battery” wordt elke dag om 12.00 uur en 16.00 uur afgeschoten. Een traditie met oude papieren: vanaf 1820 werd er een kanon afgeschoten om exact 12 uur ’s middags, zodat kapiteins op de schepen hun uurwerken gelijk konden zetten.
Saluutschoten worden ook afgevuurd om belangrijke momenten van Malta te vieren: jubilea, bekende religieuze feesten (de zogeheten ”festas”) en bezoeken van hoogwaardigheidsbekleders.
Het startschot voor de geschiedenis van de vestingstad gaf Jean Parisot de la Valette. Deze ridder verdedigde in 1565 met succes het eiland tegen de Turken. Jean Parisot de la Valette was in 1557 tot grootmeester van de Johannieterorde (zie kader) verkozen. Zijn overwinning op het Ottomaanse Rijk vormt een markant moment in de Maltezer geschiedenis. Een christelijke minderheid hield drie maanden stand tegen een leger van 30.000 soldaten.
De overwinning gaf de grootmeester veel aanzien in Europa. Na de strijd legt hij in 1566 eigenhandig de eerste steen voor een nieuw te bouwen stad die naar hem vernoemd zal worden: Valletta.
Sint-Janscokathedraal
Volgens gids Audrey Marie Bartolo is een bezoek aan de Sint-Janscokathedraal een absolute must. „Ik heb weleens een Italiaanse groep rondgeleid”, vertelt Bartolo. „De leider zei bij het boeken van de trip: laten we alleen maar naar het Paleis van de Grootmeesters gaan, de kathedraal hoeft niet. We hebben genoeg kerken in Italië. Wat een vreemd argument: als ik naar Londen ga, bezoek ik toch ook St Pauls Cathedral? Deze meneer heeft het geweten. Wat was de groep boos toen ze hier waren en ik vertelde dat we alleen naar het paleis gingen. Ik zei: Daar kan ik niets aan doen, dat heeft jullie baas zo geregeld.”
En inderdaad, de Sint-Janscokathedraal is een overweldigend godshuis. Weliswaar is de façade met twee Dorische zuilen en twee torens nogal saai. De aanvankelijke opzet van de kerk was sober, totdat de Italiaan Mattia Preti (1613-1699) het interieur opnieuw decoreerde. Hij liet geen centimeter onbewerkt.
Bij binnenkomst word je dan ook overvallen door een rijk versierde ruimte. Alleen al de vloer is geplaveid met een kleine 400 marmeren grafstenen. Preti beschilderde de plafonds met afbeeldingen uit het leven van Johannes de Doper en leverde het meeste beeldhouwwerk.
Bijzonder zijn de diepe nissen in de zijschepen van de kerk, acht in totaal. Elke kapel is gewijd aan een streek of land waar de ridders vandaan kamen, zoals de Provence, Castilië, Auvergne, Aragon, Italië en Duitsland. Hoe vromer de ridders waren, hoe mooier ze hun kapel maakten.
Caravaggio
Het grootste pronkstuk in de kathedraal is het beroemde schilderij ”De onthoofding van Johannes de Doper”, in 1608 vervaardigd door Michelangelo Caravaggio. Het tafereel toont een gespierde beul die met de ene hand zijn bebloede mes in de holster steekt en met de andere hand het hoofd van zijn slachtoffer opraapt. Het behoort tot de absolute meesterwerken van de zeventiende-eeuwse schilderkunst.
In de achttien jaar dat Caravaggio actief was, maakte hij veel schilderijen. Vaak waren het mensen van de straat, misdadigers, hoeren en ruwe arbeiders die hij op het doek zette. Caravaggio’s leven was geplaveid met vechtpartijen en schandalen. Hij ging, gewapend met een degen, altijd met een knecht over straat, voortdurend op zoek naar ruzie.
Struisvogels en paarden
Dicht bij de kathedraal ligt het Paleis van de Grootmeesters. Bij de ingang staan twee mannen op wacht. De belangrijkste ruimte in dit zestiende-eeuwse gebouw is de The Tapestry Chamber (de wandtapijtkamer).
De tien metershoge Vlaamse tapijten verbeelden struisvogels, jagende indianen, gestreepte paarden en stieren. De collectie, ”Les Tentures des Indes” genoemd, werd in het jaar 1710 aan het paleis cadeau gedaan door de Spaanse grootmeester.
Malta viel vanaf 1814 onder het bestuur van Groot-Brittannië. Nadat het eiland in 1979 volledig onafhankelijk werd, raakte de The Tapestry Chamber in gebruik als vergaderzaal van het parlement. Later verhuisde het parlement naar een grotere zaal.
Inquisitie
Een ongemakkelijke onderwerp in Valletta is de inquisitie. In het Paleis van de Inquisiteur werden mensen ondervraagd, opgesloten en zo nodig gemarteld. Voordat ze de kamer van de inquisiteur binnenkwamen, moesten ze door een laag deurtje, zodat ze automatisch bukkend de zaal betraden.
Op een lijst in dit ‘museum’ staan de activiteiten die bij de inquisitie gemeld moesten worden: het verspreiden van verboden boeken, bigamie, overgang tot de islam, magie, ketterse meningen, valse getuigenissen, deelname aan de mis zonder toestemming, blasfemie.
Ook een procedure voor de inquisitie wordt uit de doeken gedaan. Werd je schuldig bevonden, dan konden de straffen uiteenlopen van verplicht vasten (brood en water) tot gevangenschap, publieke vernedering of –in ernstige gevallen– de galeien, ballingschap of de doodstraf.
De gids onderstreept dat marteling een uitzondering vormde en dat de Spaanse inquisitie veel ruwer was dan de Maltezer inquisitie.
Bezoekers mogen in het gastenboek een spoor achterlaten Wat schrijf je op na het zien van een paleis waar de inquisitie heeft gezeteld? „Gewetensvrijheid is een groot goed.”
Culturele Hoofdstad 2018
Valletta is de hoofdstad van het eiland Malta, dat sinds 2004 tot de EU behoort. Valletta mag zich dit jaar Culturele Hoofdstad van Europa 2018 noemen, samen met het Nederlandse Leeuwarden. De robuuste vestingstad wordt door de Maltezen ”Citta’ Umilissima” genoemd: „een stad gebouwd door en voor echte heren.”
Valletta dankt zijn naam aan Jean Parisot de la Valette. Deze man was grootmeester van de Johannieterorde en liet de stad verrijzen op de kale rotsen van het schiereiland Mount Sceberras. In 1566 werd begonnen met de bouw. Na vijftien jaar was de stad met zijn indrukwekkende bastions, forten en kathedraal voltooid.
De Johannieterorde
Een sterk stempel op de geschiedenis van Malta drukken de ridders van de Johannieterorde. Zij maakten de dienst uit op het eiland van 1530 tot het jaar 1798, toen Napoleon verscheen.
De orde is genoemd naar Johannes de Doper en werd gesticht in de tijd van de kruisvaarders. De missie van de ridders was: „Het dienen van de armen en het verdedigen van het katholieke geloof.”
De ridders beschermden de pelgrims en hospitalen tegen aanvallen.
De officiële naam van de orde is een mond vol: Soevereine Militaire Hospitaal Orde van Sint Jan van Jeruzalem, van Rhodos en van Malta. Kortweg wordt ze ook Maltezer orde genoemd. In 2017 woedde er een conflict tussen de Maltezer orde en het Vaticaan.
Meer informatie: www.visitmalta.com