Groen & duurzaamheid

Het regent eikels en beukennootjes

Journalist Kees de Heer schrijft in het Nederlands Dagblad wekelijks over de natuur. De afgelopen tijd keek hij naar de rijke oogst van de herfst.

en
29 October 2018 08:47Gewijzigd op 16 November 2020 14:29
beeld Kees de Heer
beeld Kees de Heer

Dankzij de regen van augustus gaat 2018 toch de boeken in als een goed mastjaar voor eik en beuk; dat geldt echter niet voor de Amerikaanse eik.

Een zwijn kan dagelijks 2 à 3 kilo eikels verorberen. Deze alleseter beperkt zich echter niet tot eikels. Hij eet ook kastanjes, wortels, knollen, wormen, insectenlarven, amfibieën en kleine knaagdieren. Maar in het najaar en de winter vormen eikels het hoofdmenu: een zwijn kan elke dag honderden eikels naar binnen werken.

Het is geen wonder dat wildbeheerders vrij nauwkeurig bijhouden hoe rijk de eikeloogst is. Want de hoeveelheid verschilt sterk van jaar tot jaar.

Gerrit-Jan Spek van de Vereniging Wildbeheer Veluwe en Arnold van Vliet van Wageningen University maken al jaren een schatting van de hoeveelheid eikels en beukennootjes op de Veluwe. Volgens hun berekeningen levert de beuk dit jaar 1,6 miljoen kilo beukennootjes af en de inheemse eik 4,7 miljoen kilo eikels. Deze rijke oogst is te danken aan de regenval in augustus, want de extreem droge zomer dreigde roet in het eten te gooien. Met een totaal van 6,4 miljoen kilo is 2018 toch een goed mastjaar geworden.

De Amerikaanse eik daarentegen heeft een slecht jaar; onderzoekers schatten dat deze uitheemse eik in 2018 slechts 170.000 kilo eikels levert.

De totaaloogst van deze herfst is trouwens geen record. Het jaar 2016 scoorde met 6,7 miljoen ietsje beter en in 1992, 1995, 1998, 2000, 2004 en 2006 lag de oogst ruim boven de 7 miljoen. Het jaar 2000 staat in de boeken als recordjaar, met 10 miljoen kilo eikels en beukennootjes. De Amerikaanse eik leverde in 2000 met 1,7 miljoen kilo een forse bijdrage, de beuk scoorde toen 2,1 miljoen kilo en de inheemse eik zelfs 6,2 miljoen kilo.

Ter vergelijking, de laagterecords zijn gevestigd in de jaren 1991, 1996 en 2003, met steeds 800.000 kilo eikels en zonder beukennootjes. Het gemiddelde in de afgelopen dertig jaar bedraagt circa 4 miljoen kilo.

Een rijke eikeloogst laat doorgaans diepe sporen na op alle graslanden op de Veluwe. Want eikels zitten boordevol looizuren en die liggen zwijnen zwaar op de maag. Ze proberen het zuur te compenseren door dierlijke eiwitten te eten. Juist daarom gaan zwijnen in grasmatten wroeten.

Tijdens de langdurige droogte van deze zomer was het gras verdroogd en de regenwormen waren diep weggekropen. Nu het regent, groeit het gras weer en de voor zwijnen interessante bodembeestjes zitten weer bovenin. De regenwormen zijn bereikbaar.

Zes jaar op rij beukennootjes

Onze beuken hebben sinds zes jaar op rij erg veel beukennootjes gehad en dat is uitzonderlijk. Beuken produceren maximaal twee jaar achtereen en dan volgen er doorgaans één of twee jaar dat er amper vruchtjes van de bomen vallen. Het kost een boom namelijk veel energie om zetmeelrijke zaden te maken, dat lukt lang niet elk jaar.

Overigens bevatten de beukennootjes niet altijd kiemrijpe zaden. De onderzoekers van Wageningen University hebben steekproeven gedaan op zeven verschillende locaties op de Veluwe en volgens hen bevat 84 procent van de bolsters wel degelijk nootjes. Ik heb een steekproef gedaan waaruit bleek dat vrijwel alle zaadjes loos waren, maar de onderzoekers hebben vast een stuk beter gekeken.

Recordjaar voor de hazelaar

Wij hebben in onze heg een paar hazelaarstruiken. Het achterste exemplaar krijgt de kans om maar liefst 4 meter hoog te worden. Deze struik levert al jarenlang prachtige hazelnoten – we hebben dit najaar opvallend meer hazelnoten dan in de 25 voorafgaande jaren. Ik houd het minder precies bij dan de tellers op de Veluwe, maar het is ongetwijfeld een recordjaar.

Tamme kastanjes met ruwe bolsters

Aan de vruchten kent men de boom. Dat gaat in ieder geval op voor de tamme kastanje, die door de Duitse boomkwekers is verkozen tot boom van het jaar 2018. Het verschil tussen tamme kastanjes en paardenkastanjes is gemakkelijk te zien, als je weet waar je op moet letten. Ze hebben beide een glanzende, bruine huid, met een doffe, lichtbruine vlek. Bij de tamme exemplaren zit er precies tegenover die lichtbruine vlek altijd een haarborsteltje, bij paardenkastanjes niet. Bovendien hebben tamme kastanjes altijd een platte kant, je kunt ze niet echt laten rollen. Paardenkastanjes kunnen wel aardig rollen en dat komt doordat de bolsters van de paardenkastanje slechts één kastanje bevatten, die ongehinderd naar alle kanten kan uitgroeien. Bij de tamme zitten er doorgaans drie kastanjes in een bolster, met de platte kanten tegen elkaar.

De bolsters ogen eveneens totaal verschillend. De groene vruchten van de paardenkastanje hebben slechts enkele stekels en springen met drie kleppen open. De bolsters van de tamme kastanje zitten boordevol puntige stekels en springen met vier kleppen open.

De bolster van de tamme kastanje zit boordevol stekels.

Walnoot boom van het jaar 2018

De Nederlandse boomkwekers hebben de walnoot verkozen tot boom van het jaar 2018. Zij willen deze boom extra in het zonnetje zetten omdat hij voedsel biedt aan mens en dier. De walnoot (ook wel okkernoot genoemd) levert de overbekende walnoten. Vrijwel iedereen kent deze harde noten, omdat men ervaring heeft met het kraken van de harde schalen. Maar ik vermoed dat weinig mensen de bijbehorende boom kennen en de vruchten daaraan herkennen. Want de walnoot wordt aanvankelijk omgeven door een groene, stevige bolster. Pas als de vruchten rijp zijn en bruinzwart verkleuren, barst de bolster open en dan komt de noot tevoorschijn.

Overigens vinden botanici dat de walnoot geen echte noot is. Eikels en hazelnoten zijn echte noten, maar de walnoot is eigenlijk een steenvrucht. Bij steenvruchten is de harde pit omgeven door vruchtvlees, denk aan kersen, perziken, pruimen en olijven. In de pit, ofwel ‘de steen’, zit het eigenlijke zaad. Bij het meeste ‘steenfruit’ eten we het vruchtvlees, terwijl we de pitten weggooien of er alleen olie uit winnen. Bij walnoten peuzelen we juist de zaden op

Natuurtip: pellen van tamme kastanjes

Paardenkastanjes kun je niet eten, je kunt ze hooguit aan de paarden, geiten en varkens voeren. De naam paardenkastanje is te danken aan de gewoonte om de vruchten te gebruiken als medicijn om paarden van de hoest te genezen.

Tamme kastanjes daarentegen kun je wel eten. Het is alleen een enorme klus om ze netjes te schillen. De klassieke manier is dat je ze kookt nadat je ze allemaal met een aardappelmesje aan de platte kant hebt ingekruist. Gelukkig is er een alternatief. Je kunt de kastanjes met een scherp mes gewoon doormidden snijden en daarna gooi je de doorgesneden noten ongeveer anderhalve minuut in kokend water. Vervolgens gebruik je een tangetje om de kastanjes uit hun schil te wippen. Daarna is het een peulenschil om de resterende velletjes eraf te peuteren en de schone noten twintig minuten in water te koken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer