Prof. Anne-Marie Kool: Zet Westerse bril af bij beoordelen Oost-Europa
Het is niet verstandig om resultaten van het Pew-onderzoek naar de betekenis van religie in Europa door een Nederlandse of westerse bril te bekijken, waarschuwt prof. dr. Anne-Marie Kool.
De Nederlandse is hoogleraar missiologie aan het Evangelical Theological Seminary in Osijek (Kroatië) en kenner op het gebied van godsdienst en religieus nationalisme in Oost-Europa.
Nederlanders, maar ook westerse christenen in het algemeen, vergeten vaak het belang van de geschiedenis bij de rol van religie in Oost-Europese landen, zegt Kool. „Uit het onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat Oost-Europeanen niet erg positief staan tegenover Joden. Voor een deel heeft dat ermee te maken dat een aantal Joden leidersfiguren was in de communistische regimes. En ten opzichte van de moslims geldt dat een deel van Oost-Europa een tijd onderdeel was van het Ottomaanse Rijk. Dat speelt een rol bij het historisch bewustzijn.”
Volgens Kool zeggen cijfers niet alles en zijn sommige uitkomsten van het Pew-onderzoek betwistbaar. „Uit de cijfers blijkt dat vele landen dominant-christelijk zijn. Maar het is de vraag of christen-zijn in de praktijk van alledag voor mensen veel betekenis heeft.”
De hoogleraar vermoedt dat de percentages protestantse christenen in Oost-Europa door Pew soms onder- of overschat worden. Daarmee slaat het instituut de plank enigszins mis, volgens Kool, omdat protestantse kerken juist door hun beperkte omvang in een lastige positie verkeren. „Op de Balkan horen evangelische kerken niet bij de grote Servisch-orthodoxe kerken, het Kroatische rooms-katholicisme en Bosnische moslims. Ze spelen een rol in de marge en zijn vaak naar binnen gericht. Het is voor protestantse christenen echt een zoektocht naar hoe ze bewust christen kunnen zijn in een situatie waarin religie zo verweven is met de nationale identiteit.”
Protestanten in Oost-Europa kunnen volgens Kool een rol spelen bij het creëren van bewustwording van wat christen-zijn betekent. „Als je aan anderen kunt uitleggen wat de kerkgang en je geloof te maken hebben met hoe je christen bent op je werk, kunnen collega’s zich gaan afvragen wat de betekenis is van hun religieus-nationalisme. Het hebben van een relatie met iemand is een belangrijke voorwaarde voor het gesprek over dat onderwerp. Je kunt niet zomaar je geloofsopvattingen als een pakketje ‘droppen’.”