Leef
Hoe weinig mensen denken aan de weldaden die God hun heeft bewezen. God heeft hen in de schoot van de kerk laten geboren worden. Hij heeft hen met zuivere melk van Zijn waarheid gevoed en groot gemaakt. Hij heeft hun voedsel, kleding en tijdelijke goederen gegeven. Nochtans vergeten zij zo haastig hun Schepper, Die hen gemaakt heeft. Zij hangen met het hart aan de wereld en begeren het vlees en de grootheid van het leven.Zouden zulke mensen, die zo zonder enige boete of bekering in de zonde daarheen gaan, leven? Neen, zeg ik, zij zijn levend dood. Zij stinken en zijn een gruwel in de ogen van God. Zulke mensen moeten geenszins tot het heilig avondmaal worden toegelaten, tenzij dan dat zij boete en bekering betonen. Want men moet het heilige de honden niet geven. Indien dit alles echter niet openbaar is, moet men niet te snel een liefdeloos oordeel vellen. Naar de aard der liefde moet men het beste denken en het heilig predikambt daarom ook niet te gering achten.
Maar, gij zielen die zo dierbaar door het bloed van Jezus verlost bent, dank toch de Heere voor die grote genade die Hij u boven zo veel duizenden geschonken heeft. Ja, boven hen die nog in hun afgoderij en hun blindheid liggen. Hij heeft u uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht gebracht en u van uw zonden gewassen door het bloed van zijn Zoon, tot een hoop op het eeuwige leven.
C. Mel, predikant te Hersfelt (Duitsland) (De geopende genadetroon, 1712)