Lubbers
Oud-premier Lubbers heeft zich volgens het onderzoeksbureau van de Verenigde Naties niet schuldig gemaakt aan seksuele intimidatie. De klacht die tegen hem was ingediend, blijkt ongegrond te zijn. Daarmee is, althans voorlopig, een eind gekomen aan een pijnlijke affaire die Lubbers sinds mei achtervolgde.
Nadat een paar aantrekkelijke internationale functies (voorzitter van de Europese Commissie, secretaris-generaal van de NAVO) aan zijn neus voorbij waren gegaan, werd Lubbers vier jaar geleden door de VN benoemd tot hoge commissaris voor de vluchtelingen. Pronk, destijds minister van VROM, die ook graag die baan wilde hebben, had het nakijken.
De klacht van een Amerikaanse medewerkster over ongepast gedrag van Lubbers dreigde echter zijn internationale carrière vroegtijdig te beëindigen. Terecht worden ook bij de VN aanklachten over ongewenste intimiteiten hoog opgenomen.
Omgekeerd moeten we wel bedenken dat een klaagster (al zijn de bewijzen flinterdun) met een beschuldiging inzake seksuele intimidatie iemands imago forse schade kan toebrengen. Zeker wanneer het om topfunctionarissen gaat, veroorzaakt zo’n aanklacht een omvangrijke publiciteit.
Al wordt de klacht uiteindelijk (al dan niet bij gebrek aan bewijs) afgewezen, toch blijft er gemakkelijk wat van hangen.
Lubbers ontkende dat hij ten opzichte van die dame verkeerde bedoelingen had gehad. Maar zeker op dit vlak geldt dat je van goede bedoelingen alleen niet kunt leven.
Het gaat er niet in de eerste plaats om of iemand slechts beoogde een vriendschappelijk gebaar te maken ten opzichte van een van zijn vrouwelijke medewerkers. Het is veel belangrijker of de ander (en de omgeving) dat ook zo opgevat heeft.
In allerlei verbanden en verhoudingen is het maar het beste om aan de veilige kant te blijven. „Onthoudt u van alle schijn des kwaads”, zegt de Schrift.
Uiteraard is daarbij ook van belang hoe die klagende vrouw zich gewoonlijk gedraagt en gekleed gaat. Je kunt ook ongepast gedrag (al dan niet van hogergeplaatsten) uitlokken. Ook dat aspect moet in het hele beeld van de affaire worden meegenomen.
Ongelukkig was dat Lubbers in een brief aan de klaagster de indruk wekte dat hij de loop van het onderzoek wilde beïnvloeden. Terecht legt secretaris-generaal Annan daar de vinger bij.
Overigens is er in VN-verband nog wel meer te doen op het vlak van de seksuele moraal. Militairen en politiemensen die in VN-verband in crisisgebieden worden ingezet, maken zich veelvuldig schuldig aan prostitueebezoek. Daarbij gaat het vaak om vrouwen die in feite gedwongen worden tot dit mensonterende beroep.
Zij die uitgezonden zijn om de rechtsorde te handhaven en bedreigde mensen moeten beschermen, doen in werkelijkheid het omgekeerde. Zonder bezwaar maken ze gebruik van gewetenloze mensenhandelaren en dragen ze bij aan de exploitatie van vrouwen die een uiterst kwetsbare positie innemen.
Tot op het hoogste niveau moet hier zo spoedig mogelijk aandacht voor komen. Dergelijke wantoestanden zijn volstrekt niet te accepteren.