Onduidelijkheid over status christendom in Algerije
De Algerijnse autoriteiten hebben vorige week in het dorp Azaghar de Kerk van Jezus Christus gesloten. De jonge gemeente, aangesloten bij de Protestantse Kerk van Algerije (EPA), was legaal. Toch kwam de kerksluiting niet als een verrassing.
De autoriteiten trokken al eerder de touwtjes wat strakker aan. De gemeente moest in februari brandblussers plaatsen en een extra nooduitgang in de kerk aanbrengen. Nadat dit was gebeurd, ontstonden er echter opnieuw problemen. Zo werden de gemeenteleden ervan beschuldigd dat ze hun kerk gebruiken om buitenlandse pastors te ontvangen, wat in Algerije bij wet verboden is.
De kerk in Azaghar was de laatste in een reeks van kerkgebouwen die recent in Algerije gesloten werden. De christelijke organisatie Middle East Concern schreef naar aanleiding hiervan dat „de Algerijnse regering bekritiseerd wordt vanwege haar discriminerende maatregelen tegen de christelijke minderheid in het land. Kerken en individuele christenen werden de afgelopen maanden geconfronteerd met toegenomen restricties. Hierdoor ontstond de vrees dat dit zou wijzen op een gecoördineerde campagne van de Algerijnse autoriteiten om hun acties tegen kerken te intensiveren.”
De commissie voor mensenrechten van de Verenigde Naties heeft de Algerijnse regering hierop aangesproken.
Onduidelijkheid
In Algerije blijkt er onduidelijkheid te bestaan over de legale status van het christendom in het land. De Algerijnse grondwet garandeert het recht van christenen op godsdienstvrijheid, maar wetsartikelen uit 2006 leggen christelijke kerken restricties op. Evangelisatie wordt door deze wet bestraft met gevangenisstraffen die kunnen oplopen tot maximaal vijf jaar.
Algerije beleeft een politiek en economisch moeilijke periode. Streng optreden tegen christenen wordt hierbij gezien als een manier om de islamitische oppositie de wind uit de zeilen te nemen. Het feit dat de meeste gesloten kerken zich in de provincies Oran en Kabilië bevinden is eveneens veelzeggend, omdat de autoriteiten daar separatisme vrezen.
Fatiha Kaouès, verbonden aan de Sorbonne-universiteit in Parijs en auteur van het boek ”De Arabische wereld bekeren. Het Evangelisch offensief”, toonde zich recent in een interview met het Franse blad La Croix optimistisch over de toekomst van het christendom in Algerije. Ze wees er onder meer op dat „de meerderheid der Algerijnen geen problemen heeft met een Algerijnse vorm van christendom” en dat „kerken zelden worden aangevallen.”
Juridische jihad
In landen als Egypte en Pakistan lijden christenen vooral onder het geweld van medeburgers. Naar aanleiding van geruchten over de mogelijke bouw van een kerk of blasfemie worden christenen plotseling aangevallen door een menigte die het recht in eigen hand neemt. Hiervan is in Algerije geen sprake. Het is vooral de overheid die hier voor problemen zorgt. Sommige critici omschrijven dit als een „juridische jihad.”