Juist in ontkerstenende samenleving is uitdragen Bijbelse boodschap belangrijk
Voor veel media was het maandag belangrijk nieuws dat voor het eerst meer dan de helft van de Nederlanders niet religieus is. Het bericht stond prominent in kranten en kwam op radio en televisie.
Het nieuws was gebaseerd op het rapport ”Wie is religieus, en wie niet?” van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De onderzoekers constateerden dat in 2017 voor de eerste keer het aantal Nederlanders van 15 jaar en ouder dat zich religieus noemt, daalde tot minder dan de helft (49 procent). Hierbij worden overigens alle religieuze stromingen zoals protestant, rooms-katholiek en islam meegeteld.
Hoewel al veel langer blijkt dat de betekenis van godsdienst in ons land steeds kleiner wordt, is het CBS-bericht toch schrijnend. Temeer daar Nederland eeuwenlang een natie was waar een ruime meerderheid van de bevolking christelijk was.
Dat die situatie drastisch is veranderd, blijkt ook uit andere gegevens van het CBS-onderzoek. Van de 15-plussers bezocht in 2017 slechts 10 procent wekelijks een religieuze bijeenkomst en 6 procent doet dat één of een paar keer per maand. Dus weliswaar noemt bijna de helft van de bevolking zich nog religieus, maar bij de meesten daarvan is dit behoorlijk uitgehold.
Nederland is geen religieuze, laat staan een christelijke natie meer. Het proces van secularisatie is sinds met name de jaren zestig van de vorige eeuw snel gegaan. De vele leegstaande kerken zijn daar de stille getuigen van. Met een ironische en ook spottende ondertoon wordt wel geconstateerd dat God (bijna) is verdwenen uit Nederland.
Veel Nederlanders zijn blij dat er afscheid is genomen van de in hun ogen betuttelende Bijbelse beginselen op het gebied van bijvoorbeeld seksualiteit en zondagsrust. Dergelijke opvattingen zijn te streng en passen niet in een postmoderne welvaartsstaat, want daarin behoort de autonome mens centraal te staan.
Er is echter ook een andere kant aan het bericht dat de meerderheid van de bevolking niet religieus meer is. Dat Nederland steeds openlijker afstand neemt van Gods inzettingen maakt het wonder nog groter dat Hij hier Zijn Woord geeft en oproept tot wederkeer. De Heere bekeert ook in ons land nog mensen. Dat biedt troost tegen de donkere achtergrond van de maatschappelijke ontwikkelingen. En daarbij geldt dat de Kerk de kurk is waarop Nederland drijft, zoals wel wordt uitgedrukt. God heeft hier Zijn volk en wil nog bemoeienis met ons land hebben.
Dat moet een appel zijn voor kerken en christenen. Zij hebben de taak om, los van hun omvang of getal, hun betrokkenheid bij en bewogenheid met de medemens en de Nederlandse samenleving te laten zien. Juist in een meer en meer ontkerstenende samenleving moet het uitdragen van de Bijbelse boodschap daarom serieus worden genomen.