Wie kraanvogels wil zien moet geluk hebben
In Zweden noemt men de kraanvogels wel „vogels zo groot als een mens.” Ze mogen er best zijn met een lengte van 1 tot 2 meter. De trompettende geluiden maken indruk. Deze vogels in het echt zien vraagt veel geluk. Ze trekken in oktober en november op grote hoogte over Oost-Nederland naar Spanje. Onderweg stoppen ze om te foerageren. Maar ze zijn erg schuw. Wie de massale kraanvogeltrek wil bewonderen, kan het beste naar Zuid-Zweden.
In het voorjaar vliegen ze terug naar hun broedgebieden. Daar vindt de spectaculaire balts plaats. Het is een dansritueel. De vogels lopen rond met gestrekte hals en gespreide vleugels. Ze springen in de lucht, buigen, gooien voorwerpen omhoog. Opeens staan ze stokstijf en schudden hun veren. In 2001 was dit te zien in Drenthe. Enkele toeschouwers dansten mee. Van geluk.