Rosenmöller heeft geen spijt
Moeten politici die ooit communistische sympathieën koesterden, alsnog in het openbaar het boetekleed aantrekken? Het antwoord van EO-journalist Andries Knevel is niet moeilijk te raden. Drie kwartier lang probeert hij de ex-voorman van GroenLinks Paul Rosenmöller tot een spijtbetuiging te dwingen. Vergeefs.
Groot was in 1998 de opwinding in politiek Den Haag toen de media onthulden dat het kandidaat-kamerlid Hans van Baalen van de VVD als 16-jarige student wel eens lelijke dingen over buitenlanders had geschreven. De temperatuur liep zo hoog op, dat Van Baalen, die ontkende, zich genoodzaakt zag zijn kandidatuur in te trekken.
Naderhand kwam uit dat de brief die aan Van Baalen was toegeschreven, een vervalsing was. Van Baalen kon alsnog toetreden tot het parlement. Toch zal hij de smet die op hem is geworpen, nooit meer helemaal kunnen wegnemen. Wat in de herinnering blijft hangen, is dat er „iets” met hem was.
Hoe zou er gereageerd zijn als Van Baalen in zijn studententijd aanhanger van de massamoordenaars Stalin of Mao was geweest? Heel anders, zo blijkt. Politici als Relus ter Beek, Max van den Berg, Evelien Herfkens, Ad Melkert (allen PvdA) en Wijnand Duyvendak (GroenLinks) zijn nooit aan de schandpaal genageld, ook al sympathiseerden zij openlijk met communistische dictaturen en hun leiders.
Iemand die daar al verschillende keren de vinger bij gelegd heeft, is EO-presentator Andries Knevel. Hij vindt dat zulke politici zich de oren van het hoofd moeten schamen en ergert zich aan het meten met twee maten.
Toen ex-GroenLinks-leider Paul Rosenmöller vorig jaar zijn biografie ”Een mooie hondenbaan” met het nodige feestgedruis lanceerde, ging Knevel onmiddellijk op zoek naar diens bekentenissen over zijn periode als student en vakbondsleider. Want voor Rosenmöller geldt: Ook gij, Brutus. Hij liep weg met types als Mao en de al even moordzuchtige Cambodjaanse communist Pol Pot. Maar daarover schrijft hij wel zeer omfloerst, zo constateerde Knevel.
Dat was voor hem reden om Rosenmöller alsnog ter verantwoording te roepen. De ex-politicus, die tegenwoordig naam maakt als tv-presentator, bleek hiertoe bereid, zij het alleen voor de radio. In het programma De Ochtenden van aanstaande maandag zaagt Knevel Rosenmöller drie kwartier lang vakkundig door.
Rosenmöller trad op 20-jarige leeftijd toe tot de Groep Marxisten-Leninisten, een ultralinkse splinter bestaande uit communisten van een onversneden soort. De parlementaire democratie diende omvergeworpen te worden door mobilisering van de massa en dictatuur van het proletariaat. Een gewapende revolutie was het grote ideaal.
De groep flirtte met Mao en Stalin, wier portretten in het logo van het partijorgaan waren verwerkt. En dat in een periode waarin volop gepubliceerd werd over het bloedige verleden van deze staatslieden. Beiden hadden miljoenen slachtoffers op hun naam staan.
Binnen deze club was Rosenmöller niet zomaar een meeloper. In 1976 reisde hij af naar de kerker van Oost-Europa, Albanië. Hij keerde opgetogen terug. Hartverscheurende berichten in de media over dit oord der verschrikking liet hij aan zich voorbijgaan. Ook het idyllische beeld van China liet hij zich niet afnemen. In 1979 verklaarde hij in een interview: „Van Mao kan je gewoon ontzettend veel leren.”
Anno 2004 zegt Rosenmöller afstand te hebben genomen van zijn verleden. Spijt heeft hij echter niet, ook niet als Knevel hem daar herhaaldelijk naar vraagt. Hooguit is hij naïef geweest. Hij was meegezogen, wilde destijds niet alles weten en hij was bovendien niet de enige. „Een jeugdzonde”, noemt hij het.
De toenmalige leider van de Groep Marxisten-Leninisten, Erik van Ree, beleefde dat iets anders. Hij bekende in 1991 „de meest mensonterende variant” van het communisme te hebben aangehangen en noemde die keuze „van een huiveringwekkende kilheid, waar mij nu het hart bijna van stil blijft.”