Eerste Wereldoorlog eiste veel notenbomen
De notenboom is geliefd. Om zijn mooie vorm en vooral om zijn heerlijke gerimpelde vruchten. Van de walnoot of okkernoot kun je olie maken. Ook thee, geneesmiddelen en kleurstoffen zijn producten van de boom. Vroeger was men er niet zo voor veel vruchten te eten. „Die veel noten eet, heesch wordt, ende sijn spraecke verliest soodat hij die niet haest weder krijghen en sal”, luidde de waarschuwing.
Het hout van de boom wordt verwerkt tot meubels, tafelgerei en geweerkolven. De Eerste Wereldoorlog eiste dan ook veel notenbomen. Oorspronkelijk komt de boom uit Azië. De Romeinen namen hem mee naar Europa en noemden hem naar hun hoofdgod Jupiter: de Juglans regia, wat koninklijke Jupitereikel betekent. En de naam walnoot? Die is afgeleid van het Oudengelse ”wealth”, dat vreemd, uitheems betekent.